4 ONS ZEELAND Een kijkje op Hulst vanaf de Wallen men meer en meer buiten de wallen moest gaan. Zag men een veertig jaren geleden buiten Hulst nog maar enkele huizen op zijn klein grondgebied, thans is buiten elke poort een flinke buurt ontstaan, waardoor de om geving aardig in aanzien heeft gewonnen. Hiermede zijn wij gekomen op een ruimer terrein n.l. de omstreken van Hulst en daarover willen wij nog een kleinigheid schryven. Gelegen te midden eener bloeiende landbouwstreek die geheel in den loop der eeuwen ontstond door inpol dering, wordt Hulst omringd door kleipolders ,waar wel een weelderige boomen- en plantengroei is en waar veel prachtige hofsteden staan, maar die toch maar weinig verschilt met het overige Zeeuwsche land. Zandgrond met zijn aardige dennenboschjes vindt men slechts aan den grenskant, maar door zijne ligging is Hulst ook daar niet ver van verwijderd. Wandelt men de monumentale Gentschepoort door, dan komt men rechtuit gaande, door een mooie nieuwe buurt, die zich ver over den spoorweg voortzet en bijna het aardige dorp St. Jan Steen bereikt; daar merkt men al dadelijk het lichter worden van den grond en daar is men dan ook niet ver meer van de bosschen en de grens. Gaat men daarentegen, vóór den spoorweg links af, langs de oude Buitenvest, vanwaar men op de stad in hare wallen een prachtig panorama heeft, dan kan men het op de grens gelegen dorp Clinge bereiken. Evenzoo vindt men boschgrond buiten de Begijneri- poort, waar de weg naar Graauw begint; daar komt men ook door een geheel nieuwe wijk, waarin villabouw en volkswoningen elkaar afwisselen. Aan den linkerkant ziet men het Juvenaat St. Joseph, een slank gebouwd klooster van Eransche Paiers-Missionarissen. Enkele minuten verder wandelt men dan door de boschjes, tot aan het gehucht Het Jagertje en daar kan men van die pittoreske plekjes vinden, die het schilders oog zoo bekoren. Dan, rechts afslaand en den dyk vol gend, wandelt men over de linie, een overblijfsel van de oude vestingwerken, terug naar Hulst en heeft daar prachtige vergezichten. Ook buiten de derde poort, de zoogenaamde Dubbele poort, kan men mooie wandelwegen vinden, die echter alle door de voedzame kleigronden zijn aangelegd. Maar eerst wandelt men dan door de nieuw ge bouwde buurt, waarin ook staat het in soberen stijl ge houden. maar toch imponeerend gebouw der R. K. Mid delbare Handelsdagschool. Langs deze buurt rijdt de stoomtram naar Walsoorden. Zoo alles bij elkaar genomen, meenen wij te mogen zeggen, dat een bezoek aan Zeeuwsch-Vlaanderen niet dien naam kan dragen zoolang daarbij een bezoek aan Hulst wordt vergeten, aan de hoofdplaats met haar oude geschiedenis en hare herinneringen aan het lang verle den, met haar volkskarakter, geheel verschillende van het overige Zeeland; Hulst, waar iedere vreemdeling steeds verrukt over is, dat voor vreemdelingenbezoek goed is ingericht met zijne verschillende hotels en waar

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1926 | | pagina 6