In Memoriam. Bladvulling. V ereenigingsnieuws 6 ONS ZEELAND JOS. VAN RAALTE. Buitengewoon groot was de belangstelling bij de be grafenisplechtigheid van den heer Jos. van Raalte, in leven (van 1875 tot 1919) directeur, daarna commis saris der Kon. Mij. ,,de Schelde". Een bijzondere bloemenhulde, waarvoor 2 afzonder lijke open rijtuigen noodig waren. Van het sterfhuis a.d. Houtkade reed de stoet langs het kantoorgebouw v.d. Kon. Mij. ,,de Schelde", waar van de vlag halfstoks wapperde. Op de begraafplaats Vredehof" waren zeer veel autoriteiten aanwezig. In het reinigingshuis sprak de leeraar der Isr. ge meente den heer M. A. de Hes. Aan de groeve is ge sproken door den heer ir. R. A. van Sandick, regee- ringscommissaris a.d. Kon. Mij. „de Schelde", door den heer Burgemeester C. A. van Woelderen, den heer Mr. F. Sprenger, commissaris der Schelde Mij., den heer van Niftrik, als vriend, en door den oud-burgemeester den heer ]hr. Mr. A. A. van Doorn van Koudekerke. Dank werd gebracht door den zoon van de overle dene, den heer D. L. H. van Raalte, namens alle familie leden, in het bijzonder namens zijn oudsten broeder, die tengevolge van een beenbreuk verhinderd was de laatste eer aan zijn diepbetreurden vader te kunnen bewijzen. KRACHT (Historisch). Vier Israëlieten zitten in den trein van Amsterdam naar den Bosch. Even voorby Utrecht, komt een groote forschgebouwde boer hun coupé instappen. De vier ge- loofsgenooten besluiten een mop uit te halen met hun mede-passagier. Het gesprek wordt gebracht op de sport en in hoofd zaak, de krachtsport. De boer luistert glimlachend naar de opsnijerij der vier Israëlieten. Volgens de boer bezitten de stadsmenschen geen kracht, tenminste niet in die mate als de door zwaren arbeid gestaalde boerenbevolking. Hevige discussies vol gen op deze bewering. „We zullen re proef op de som zetten," zegt Bram. Hy staat op en probeert of hy de noodrem van den trein naar beneden kan trekken. Dit gaat niet, tenminste hy doet alsof. Achtereenvolgens probeeren Abram, Simeon en David hetzelfde. Het wil z.g. niet lukken. „Wat zijn jullie toch zwakke stumpers," zegt de boer. Hij staat op en met één ruk trekt hij de rem omlaag. Trein staat stil. Hoofdconducteur komt. Constateert de losgetrokken rem in hun coupé. „Wie heeft hier aan de noodrem getrokken?" vraagt hij. „Ik," zegt de boer, „de stakkers hadden geen kracht genoeg om dat dingetje omlaag te krijgen." Boer heeft nog geen erg in het gegiegel der vier ge zworenen. Hy wordt uit den trein gehaald, krygt 25 boete en kan de vier proetsende van het lachen, verder zien rijden, om zelf in het weiland zijn weg te vervolgen. ZEELANDIA 's-GRAVENHAGE. Op 5 Febr. 1.1. hield bovengenoemde Vereeniging in de Oranje Soc. een ledenvergadering. Nadat de voorz., de heer A. K. Vogel, de talrijke aanwezigen welkom had geheeten, deelde hij mede den zeer treurigen plicht te moeten vervullen, de vergadering op de hoogte te stellen van het vrij plotseling overlijden van ons zeer geacht bestuurslid, den heer M. de Bruyne. Gevoelvol schetste de heer Vogel de werkkracht en de verdienste voor de vereeniging, van den uit ons midden weggeruk- ten vriend en sprak woorden van troost aan het adres van zijn weduwe. Staande werd door allen de aangrij pende mededeeling aangehoord en hoewel niemand sprak, kon men de verslagenheid op aller gezichten le zen. Een met hart en ziel aan de vereeniging toegewijd lid is heengegaan. (Hoewel de Redactie nog zeer kort bestaat en dientengevolge geen kennis heeft kunnen maken met den overledene, spreekt ook zij haar leed wezen uit over dit verscheiden, betreurende dat hier is heengegaan, een man die blijkens het gesprokene voor de Zeeuwsche gedachte veel gevoelde. Red.) Hij ruste in vrede. Moge zijn hooggeachte weduwe in haar geloof de berusting vinden, haar zoo noodig. Hierna werden door den voorzitter mededeelingen gedaan, omtrent een uitvoering ten bate van den waters nood, te geven door de Ver. „de Limburgsche Vrien denkring", waaraan Zeelandia medewerkt, en omtrent een uitvoering door het Alg. Ned. Verbond in de Groote kerk te geven, als hulde bij het huwelijksfeest van het koninklijk echtpaar. Nadat de zangafdeeling, onder lei ding van haar bekwamen directeur, den heer H. Swenne, eenige liederen had gezongen en hiermede veel bijval oogstte, kwam de spreker voor dezen avond, de heer Jac. Welleman, burgem. van Krabbendijke en tevens voorzitter der Coöp. Beetwortelsuikerfabriek Zeeland te Bergen op Zoom aan het woord, met zijn welwillend aangeboden lezing „van Suikerbiet tot Suiker". De af wezigen zonder ernstige reden, hadden ook hier weder ongelijk. Deze merkwaardige voordracht, opgeluisterd door tal van lichtbeelden, werd zoo vlot en goed be grijpelijk ten beste gegeven, dat de aanwezigen tot het laatste toe door groote belangstelling geboeid werden. Ook hier werd weder bewezen wat taaie wilskracht en uithoudingsvermogen tot stand kunnen brengen en een vastgesteld plan, ondanks vele moeilijkheden, doen slagen. Na op het groote belang voor ons land, (ook voor de schatkist), te hebben gewezen, wat betreft de bietencultuur en de redenen te hebben medegedeeld waarom de fabriek niet in Zeeland is opgericht, begon spreker uit te leggen hoe de biet wordt verwerkt tot suiker. Wie van deze bewerking meer wil weten, schaffe zich aan het werk „de Suikerbiet", door M. Maas, uit gave Oosterbaan en le Cointre, Goes. Na het uitspreken zijner rede mocht spreker een luid applaus verwerven. Zijn vakkundig, maar op aangename wijze, gedane me dedeelingen werden zeer gewaardeerd. We mogen de zustervereenigingen geluk wenschen als de heer Welle man ook voor hen een dergelijke lezing zoude houden. Hierna werden door mevr. Wilson eenige verzen, door haar echtgenoot gedicht en op Zeeland betrekking heb bende, voorgedragen. Deze gevoelvolle uitingen van ons geacht lid werden op zeer verdienstelijke wijze weergegeven, waarop een hartelijk applaus volgde. Na dat de voorz. nog eenige zakelijke mededeelingen had

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1926 | | pagina 8