li
i ONS ZEELAND
r
Zeeuwsche Geschiedenis,
Weekblad tot Bevordering van Zeeland's Handel en Industrie
Officieel Orgaan voor de Zeeuwsche Vereenigingen in Nederland
Eerste Jaargang
No. 5
19 Februari 1926
Aanvragen omtrent ad-
vertentièn in dit Week
blad richte men uitslui
tend tot G. Martius Jr.,
Tetterodestraat 44, Haarlem
Uitgave der N. V. Uit-
gevers-Mij. „DeOogst"
Blaricum
Tel. 393. Girono.85191
Stukken bestemd voor
Redactie te zenden aan
M. P. Cornelisse,
Coltermansstr. 14 rood,
Haarlem
Losse nummers a f 0.15
op aanvraag bij de Uit
geefster. Abonnements
prijs f 1.25 p. kwartaal.
Advertentieprijs f 0.35 p.r.Bij contract
lager tarief, op aanvraag verkrijgbaar
Door DE Z.
4e Gedeelte,
voorgaande gedeelten komen voor in de nummers 2, 3, 4 van ,,Ons
Zeeland".
Wat de invloed der Angelsaksen op onze plaatsnamen
betreft is vooral de overeenkomst met namen in Enge
land, opmerkelijk. Zoo vindt men o.a. Buttingen en But-
tington, Schellach en Schelley, Haamstede en Hemsted,
Borsele en Borsill, Goes en Goosey, Ierseke en Yerse
De door verhuizing, van onze kusten leeggekomen plaat
sen, werden door de Friezen ingenomen. Hun gebied
strekte zich niet lang daarna uit, tot het in onzen tijd
land geworden Zwin (de Sinefala, dat grensplaats be-
teekent). Tot in 't begin der 9e eeuw bleef Zeeland tot
het land der Friezen behooren. Uit deze verbinding zijn
er behalve in de kleeding nog lang sporen van Friesche
instellingen bewaard gebleven, zooals de verdeeling van
landerijen naar het aantal vee, waarvan sommige kro
nieken melding maken. De Zeeuwsche taal wordt be
schouwd als een Friesch, West Frankisch dialect. Na de
Friesche kwam de W. Frankische invloed en deze heeft
het meest op de bevolking ingewerkt. Omstreeks 839
strekte Friesland zich niet verder meer uit dan tot de
Maas. Men kwam hier toen meer in betrekking met het
W. Frankische rijk en vooral met Vlaanderen, vooral
door den handel. Langzamerhand kwam in Zeeland meer
overeenkomst met de W. Frankische rechten. Zeeuwsch
en Frankisch recht werden veeltijds als gelijk beschouwd.
Zuidelijker was de Saksische invloed nog overwegend.
In het midden der 7e eeuw wordt de naam Vlaanderen
genoemd, wat in de taal der Saksers zooveel als land
der ballingen beteekende. De gunstige ligging van Fries
land, wekte in dien tijd, door de mondingen zijner groote
rivieren, de wangunst der Franken op. Oorlog bleef niet
uit. Aan onze kusten woonden de achtergebleven Sak
sers en Friezen samen. Om deze krijgshaftige lieden te
bedwingen, werd hun onder de Frankische koningen het
gebruik van pijl en boog verboden, alsmede het oprich
ten van bakens, waarmede zij hun makkers tot den
strijd opriepen. Dit geschiedde ook door hoorngeschal;
vermoedelijk is de reusachtige hoorn, aan het strand te
Goedereede opgedolven, daartoe dienende geweest.
Wanneer de krijgers zich in stilte moesten vereenigen,
werden zij in de heidensche tijden samengebracht door
het overgeven van een hamer, zinnebeeld van den
moker van Thor, in den Christelijken tijd vervangen
door een kruis. De Friezen bleven nog geruimen tijd aan
het heidendom verkleefd, zelfs in de 8e eeuw wordt
van menschenoffers gewag gemaakt. Christenzendelin
gen hadden onder koning Radbout, (kloek van aard)
veel te lijden. Deze ruwe Fries, gaf aan de Franken aan
leiding, hem (in 689) aan te vallen en schatplichtig te
maken. In 733 werden de Friezen door de Franken ver
slagen aan de Rordine, (boerdiep), waarbij Poppo,
Friesch hoofdbevelhebber sneuvelt. Aan dezen Poppo
zouden Poppendamme en Popkensburg hun naam te
danken hebben. Volgens Gargon, zouden deze namen