6 ONS ZEELAND Foto L. Spronk. Domburg Dorpstraat Domburg Domburgsche kinderen als men ze ziet loopen zijn het net poppen; tot haar 14de jaar ongeveer dragen de meisjes een groote muts, waarna komt het kleine gladde mutsje. „He! roept Marietje, „als we in Domburg zijn, Moes! mag ik mij dan ook eens zoo aankleeden?" „Ja, zeker kind, als dat kan, en dan zullen wij aan oma een portretje van je zenden, die zal je zeker niet dadelijk herkennen." Marietje raakt al opgewonden over dit plan, maar vader zegt, „hoho! wij zijn er nog niet, kind! Vertel verder, Frits! Zijn wij haast in Middelburg?" „Ja oom, we zijn er en nu kunnen wij per tram of per autobus naar Domburg verder. Per tram duurt de reis langer, maar men ziet dan een prachtig stuk van Walcheren -trouwens de weg die de bus neemt is ook heel mooi. Domburg wordt terecht het mooiste plekje uit den tuin van Zeeland genoemd: behalve het strand heeft men er prachtige oude bosschen, de Manteling geheeten. die bij Domburg achter de duinen beginnen en zich een heel eind ver uitstrekken. Men heeft een kaart noodig om er in te mogen wandelen, maar die is gemakkelijk te bekomen. Het oude kasteel Westhoven, waarvan ik u hier de photo laat zien, staat o.a. in de Manteling en wel op een der mooiste plekjes. Natuurlijk zijn er ook verhalen aan verbonden, 's Nachts om 12 uur rijdt een ridder zonder hoofd te paard over de brug; zijn hoofd heeft hij onder zijn arm. Bij den laatsten slag verdwijnt hij even geheimzinnig als hij gekomen is door een gesloten poortje. Griezelig he? maar niemand heeft hem nog ooit gezien!" „Dan gaan wij er eens heen, hè Pa roept Wim, „ik durf best en voor alle zekerheid nemen wij Marietje mee." Het arme kind werd al bleek van angst, maar Moeder zei gauw, dat het een grapje was. Hier heb ik een photo van de Tramstraat met het mooie oude kerkje. Het is geen wonder dat er veel schilders in Domburg komen, want wat zijn er veel mooie plekjes! Domburg was ook een geliefd verblijf van onzen grooten Toorop, die meermalen zijne modellen uit de bevolking koos. „En is er wel eens muziek?" vraagt Clara. „Ja zeker meid. en zeer goede. Om de veertien dagen geeft het werkelijk uitstekende fanfarecorps een uitvoe ring in de muziektent op de Markt, en dan is het vroolijk en gezellig in het dorp. Muziek kan men ook hooren in het paviljoen aan zee; dat is het gebouw voor vermakelijkheden, waar je ook een leeszaal hebt. De baddirecteur heeft er uitstekend slag van om variatie te brengen in de vermakelijkheden voor oud en jong. Een gecostumeerde fakkeloptocht door de Manteling; ik verzeker u dat het fantastisch en leuk was! Foto L. Spronk, Domburg Walcherensche Huifkar

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1926 | | pagina 8