ONS ZEELAND 7 Foto L. Spronk' Domburg Nu heb ik hier nog een interessante photo van het leggen van den Telegraafkabel naar Engeland. 2 jaar geleden is dat werk, onder groote belangstelling, ver richt, in vereeniging van Engelsche en Holl. vaklieden. Golf- en tennisterreinen ontbreken niet. Voor menschen, die van wandelen en fietsen houden, valt er veel te genieten. Een tochtje per fiets van Dom burg uit over Westkapelle, met den vuurtoren en den bekenden Zeedijk, die bij 't gemis van duinen daar de zee moet tegenhouden, over Valkenisse en Zoutelande, twee bekoorlijke, stille badplaatsjes, over Koudekerke naar Domburg terug, is een waar genot. Natuurlijk hebben we ook Veere en Vlissingen be zocht en wij zijn zelfs nog België ingegaan om het eenig mooie oude stadje Brugge te bezichtigen met de prach tige kerken en schilderijen. Per boot gaat dat van uit Vlissingen, via Breskens en Sluis, zeer gemakkelijk. U ziet, er is zooveel afwisseling, dat men altijd nog tijd te kort komt, en menigeen dan ook voor den volgenden zomer weer belet vraagt. Donderdags trekt alles naar Middelburg. Dan is het daar „weekmarkt" en geeft de Markt een bont schouw spel te zien van boeren en boerinnen uit alle deelen van Zeeland. Hoe gezellig rijdt deze Walcherensche boeren familie in den witten huifwagen naar de markt. Tal van vreemdelingen, meest Engelschen en Amerikanen, loopen met hunne camera's en trachten kiekjes te nemen. Lange Jan, zoo noemt de Middelburger de bizonder hooge kerktoren, kijkt rustig neer op al dat gewriemel. Zoo rus tig doet het uurwerk van den stadhuistoren het niet, want boven het gedeelte van het wijzerbord, dat naar de Markt gekeerd is, zijn vier vergulde beeldjes. De bo venste zijn twee voetknechten, gewapend met hellebaar den, die bij het slaan van het half uur elkaar aanvallen. De twee onderste beeldjes zijn ruiters, die bij elk heel uur op elkander aanstormen. Hoe lang hebben zij dat al gedaan en hoe lang zullen die onvermoeide strijders hun gevecht nog voortzetten? Van Middelburg zou ik u Kabellegging nog veel kunnen vertellen, maar mijn tijd schiet op en ik ben met Domburg nog niet klaar. Ik moet u nog vertel len, dat u er een standbeeld zult zien, dat de dankbare Domburgers opgericht hebben in memoriam van Dr. Mezger. Jaren geleden woonde deze bekwame arts, die een bijzondere geneeswijze had in Domburg en vele menschen hadden aan hem hun herstel te danken. Zelfs vorstelijke personen stelden zich onder zijn behandeling en hierdoor kreeg het dorp natuurlijk als badplaats vermaardheid. Het Walcherensche dialect - wijze van spreken met andere woorden is heel eigenaardig: het hoort zoo bij de boerenkleeding - jae, dat doet het. Maar het klinkt ons toch wel vreemd in de ooren als wij een jongen die Gijs heet Hijs hooren noemen en dat twee Domburgsche kinderen die Hans en Hettie heeten, voor de boeren- vriendjes en vriendinnetjes Gans en Gettie zijn. Hoor je bij geval zeggen: „Kiek daer gaet een kacheltje over den diek", dan moet je niet denken, dat er een kacheltje aan het tippelen is neen dan is er een veulentje op den loop! Hier heb ik nog een photo van een mijner Domburg sche vriendinnen in Zondagsch costuum. Mooi is zij, niet waar? Is het niet zonde en jammer, dat tegenwoordig zooveel boerenmeisjes hare typische kleeding afleggen om ,,op zijn burgers" te gaan. Ach, wat een achter uitgang! 1) Maar ik geloof, dat het nu langzamerhand mijn tijd wordt en ik zou u toch nog zoo graag even willen ver tellen van een aardige Zeeuwsche legende. Frits kijkt op zijn horloge en ja, het kan nog net. Het is: ..De legende van het ronde putje. x) Het lapje dat voor op den borst gedragen wordt, heet een beukje en talloos zijn de variaties die de meisjes daarin brengen; soms zijn zij van fluweel en zijde met kralen of dons gegarneerd, terwijl voor het gewone costuum een bont lapje genomen wordt. De hangers aan de muts die voor de oogen bengelen, heeten strik ken en zijn de pronk der Walcherensche schoonen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1926 | | pagina 9