8 ONS ZEELAND ie XTtTTCïTï j*^ o3 18e eeuw gevolgd door rustiger tijden, waarin handel en visscherij bloeiden. In 1747 telde men hier zelfs 97 koopvaardijschepen, die allengs meer en meer de visschersschepen verdrongen benevens 70 schepen voor de binnenvaart en leverde de kreeft en oestervaart belangrijke voordeelen. Uit bovenstaande blijkt, dat de stad omstreeks 750 nog een aanmerkelijke welvaart genoot. De bevolking van Zierikzee en het omgelegen gebied, Poortambacht genaamd, werd toen op 10 a 11000 zielen begroot en vele kapitaalkrachtige personen telde de stad toentertijd onder hare inwoners. Na 1750 treedt echter de reactie in, en valt op ver schillend gebied achteruitgang te constateeren, een ach teruitgang die is blijven aanhouden, en veroorzaakte, dat het aantal inwoners in 1796 slechts 6086 beliep. Na den revolutietijd van 1795, toen Zierikzee in het Zeeuwsche gewest zelfs geen stemhebbende stad meer was en vele meer of minder gegoede inwoners vertrok ken, verviel Zierikzee tot een platelandsstad, die voor taan als centrum van een landbouwende streek voor hare omgeving nog beteekenis bezat en dit ook zal behouden, maar sedert, door velerlei omstandigheden, afstand heeft moeten doen van haar rang als tweede stad van Zeeland. Gedurende de 19e eeuw varieerde het bevolkingscijfer niet veel. In 1815 telde men ongeveer 6300 en 1870, 8115 inwoners. In den loop dier eeuw heeft het uiterlijk voorkomen van de stad veel verandering ondergaan. De wallen werden in 1829 en volgende jaren gesloopt en in de zoo mooie en gezellige wandelingen herschapen. Van de zes destijds aanwezige poorten bestaan er nog slechts drie, want de West- en Zuidwellepoorten werden in 1842 en de Hoofdpoort in 1869 gesloopt. In 1832 trof de stad een groote ramp, de statige en groote Sint Lievens Monsterkerk ging door de onvoor zichtigheid van loodgieters in vlammen op. Zij was de grootste kerk van Zeeland en besloeg een oppervlakte van 41 aren. De Oude Haven, die eertijds door haar geboomte en haar bruggen een fraai oud Hollandsch stadsgezicht bood, is in 1871 en voor't overige gedeelte in 1891, voor een groot deel gedempt, waardoor veel stadsschoon ver loren ging. Door 't aanleggen van een plantsoen is men hierin gedeeltelijk tegemoet gekomen. Uit de nieuwste geschiedenis willen we nog even de arrondissements rechtbank-kwestie aanhalen; een college dat sinds 1811 als „rechtbank van eersten aanleg" in Zierikzee gevestigd was. Maar in 1923 is dit rechts college uit een oogpunt van bezuiniging opgeheven. Wielrijder! Gij behoort op den rijweg, en als het er is, het rijwielpad. Het trottoir is voor den voetganger; geef den voetganger, die over wil steken, daartoe ge legenheid. „Jakker" niet door, met de gedachte, dat die voetganger zich maar redden moet. Bedenk dat spelende kinderen niet op het gevaar letten; wat zij aan attentie missen, moet gij dubbel hebben. Verkeerspolitie, 's-Gravenhage. 's-Gravenhage, Februari 1926.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1926 | | pagina 10