ONS ZEELAND. 11 in verband hiermede werden ook dit jaar Middelburg- sche archivaria op andere archieven gedeponeerd. Door den archivaris werd voortgewerkt aan het tweede deel der Bronnen tot de geschiedenis van Mid delburg in den landsheerlijken tijd, dat behoudens in leiding en indices werd afgedrukt en in het begin van 1926 zal kunnen verschijnen. Door het bestuur der Evangelisch-Luthersche ge meente werd zijn advies ingewonnen omtrent de onder haar berustende archieven. In afwachting van de gelegenheid, hieraan uitvoeriger zijn zorgen te kunnen wijden, heeft hij ter plaatse het archief wordt in de consistoriekamer vochtvrij bewaard de stukken glo baal gesorteerd en aanwijzingen gegeven omtrent de bewaring. Als aanwinsten van de Oudheidkamer worden ver meld een bronzen huisbel met opschrift, in 1601 gegoten door Jan Borgerhuis; een groote en een kleine steenen kogel, gevonden bij graafwerk voor de Koepoortbrug; ijzeren ketting van de galg op den Arnedijk; stucwerk, circa 1730 vervaardigd, afkomstig uit de gang van het huis G 31/32, geschonken door den heer C. Boude- wijnse; de penning ter geelgenheid van den 70sten ver jaardag van mej. M. G. A. de Man, geslagen naar het ontwerp van mej. R. Wichers Wiersma; draagteeken voor bestuur en bode der Zondagavondconcerten; af gietsel van een portretpenning van ds. Momma; een penning ter eere van David Borking, 50 jaar onder wijzer te Middelburg, 1849. Als verlies valt te boeken no. 386 van den Catalogus, de gerechtsroede, stekende in den bank van den baljuw in de vierschaar, die, herhaaldelijk opgelapt, ten slotte het slachtoffer van de al te nadrukkelijke belangstel ling der bezoekers werd. Uit welken tijd deze roede dateerde, kon niet worden vastgesteld; dat hij althans niet de eerste was leert ons een post uit de Stadsreke ning van 1482, die de penningen verantwoordt, die werden betaald voor een te Antwerpen gekochte roede voor den baljuw, „dewelke int rechten van derselver roe dair gebroken wairt". Het aantal betalende bezoekers bedroeg dit jaar niet minder dan 4597, welk aantal nog nooit te voren was bereikt. In de laatste zes jaren bedroeg hun aantal resj. 1628, 2341, 2256, 2891. 3088 en 4597. Vooral op de Donderdagen in de vacantiemaanden is de toeloop van dien aard, dat aanstelling van extra personeel voor toezicht enz. dringend noodig is. De archivaris hoopt hieromtrent tijdig een voorstel te doen. (Middelb. Courant.) DE GEHEIMEN VAN HET HUWELIJKSGELUK. De beroemde Engelsche zangeres Clara Butt heeft onlangs haar zilveren bruiloft gevierd, een feit, dat zich in kunstenaarskringen niet zoo dikwijls voordoet. De zangeres leeft zeer gelukkig met haar man en men heeft dan ook niet nagelaten, haar te interviewen over het geheim van haar huwelijksgeluk. Zij heeft er op ge antwoord met tien geboden, welke zij in een Lon- densch tijdschrift publiceert. We laten ze hier volgen: Bemint elkaar. Dat is het eerste gebod. Zonder liefde in het begin, aan het einde en voor altijd, worden onaanzienlijke wolkjes aan den huwelijkshemel ver schrikkelijke onweders, en heuveltjes van wantrouwen groeien tot reusachtige bergen van argwaan. Dingen waarover menschen, die elkaar liefhebben, slechts glimlachen, worden aanleiding tot tranen en strijd. Geeft en vergeeft, is het tweede gebod. De vrouw, die altijd dadelijk aanmerkingen maakt en moppert, moet haar man mettertijd ergeren. Ieder der beide echtgenooten moet den ander liefde geven, moet hem in zijn eigenaardigheden toegeven, en hem zijn gebreken vergeven. Vertrouwt elkaar. Eeuwig wantrouwen ondermijnt ook het gelukkigste huwelijk. Wie haar man of zijn vrouw tot alles, wat kwaad is, in staat acht, kan hem (haar) niet waarachtig liefhebben, maakt zich zelf en hem (haar) het leven tot een hel. Niets vergiftigt de atmosfeer van het huwelijk zóó als wantrouwen. Weest het met elkaar eens, luidt het vierde gebod. De tegenovergesteldheid van bedoelingen en belangen verhindert de rustige ontwikkeling van het huiselijk leven en in het bijzonder als de oplettende oogen der kinderen kijken en hooren, is iedere twist van slechten invloed op den geest des huizes. Neemt niet alleen. Het huwelijk, zelfs het beste, is een compromis, waarin beide partijen zich moeten op offeren, om daardoor des te meer te bereiken. De man of de vrouw, die alleen wil nemen, weet niets van de ware liefde, die in toewijding en achterafstelling van eigenzuchtige verlangens bestaat. Eerst als tusschen man en vrouw de edele wedijver aanwezig is, dat ieder wil geven en geen van beiden nemen, is ht hoogtepunt van het huwelijksgeluk in het gezicht. Maakt geen aanmerkingen. Ik weet niet, of mannen zich aanmerkingen op dezelfde wijze aantrekken als vrouwen. De vrouwen doen het in ieder geval. Niets stelt de liefde van een vrouw op een hardere proef dan als zij geen waardeering vindt, maar de man haar alleen datgene meedeelt, wat hem niet aanstaat. Zulk een onophoudelijke critiek is één van de belangrijkste oor zaken, om den vrede in een huwelijk te ondermijnen, en de vrouw, zoo goed als de man, heeft slechts dit eenige wapen: de aanmerking met humor te aanvaarden of de ongegrondheid ervan aan te toonen. De criticus, die bemerkt, dat hij geen indruk meer maakt, laat vanzelf alle scherpte achterwege. Verwacht niet te veel. De man, die meent, met een „engel" getrouwd te zijn, is teleurgesteld, als hij bij gelegenheid bemerkt, dat hij alleen maar met een vrouw getrouwd is. De vrouw, die haar man voor een half god houdt, moet eveneens haar illusies verliezen, als zij zeer veel menschelijks bij hem ontdekt. Daarom moet men van het begin af zijn verwachtingen niet te hoog spannen. Hebt humor. Humor wordt het zout des levens genoemd en hij is ook het zout van het huwelijk, zonder hetwelk een echt geluk niet bestaan kan. Probeert de dingen van den vroolijken kant op te nemen. Lachen is de beste lijm, waardoor de onvermijdelijke barsten, die in ieder echtelijk geluk komen, vast en duurzaam worden samengehouden. Bemin jezelf het laatst. Eigenliefde is de vijandin van alle echtelijke liefde. De liefde die zich opoffert, die geeft, die lijdt, dat is de liefde, die het huwelijks geluk opbouwt. De vrouw, die in de eerste plaats aan haar vermaak, aan haar gemak denkt, die niet het wel en het wee van den man en de kinderen vooropstelt, houdt alleen van zichzelf. Ook de man, die in het huwelijk zijn vrijgezellenleven wil voortzetten, houdt alleen van zichzelf, en menschen, die van zichzelf hou den, kunnen nooit de onegoïstische liefde koesteren, zonder welke er geen huwelijksgeluk bestaat. Vlissingsche Crt.)

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1926 | | pagina 11