Rund-, Kalfs- en Varkensvleesch,
Dames
Firma SAM VAN OS - Groote Markt C 10
De Revue van de week
In Memoriam,
ONS ZEELAND
3
Een Zeeuw blijft in 't oog van velen toch: „maar
een Zeeuw", d.w.z. (ruim opgevat) een tweederangsch
Nederlander.
Wij zullen dat oordeel aanvaarden voor wat het is,
en niet ook maar van verre trachten die „ras
echte" Nederlanders te bekeeren. Wij kennen ons-
zelven.
Wij wetendat wij Nederlanders zijn, altijd geweest
zijn, en altijd zullen blijven.
Wanneer wij dan ook het motto met volkomen in
stemming nazeggen, dan probeeren wij daardoor niet
anderen, die ons niet kennen, te overtuigen.
Wat we wèl doen, dat is getuigen, belijden.
En dat doen we op grond van ons onvervreemdbaar
bezit; onze taal, onze kleeding, onze zeden, onze ge
bruiken, onze geschiedenis, ons karakter.
Dat alles is door-en-door Nederlandsch, omdat wij
Nederlanders zijn.
Dat niet alle menschen dat weten, dat wijte men
hun onkunde.
Dat zij het niet willen erkennen, blijve voor hunne
rekening. Onkunde en onwil, uit onkunde geboren,
kunnen alleen verdwijnen, als men „boven den Moer
dijk" algemeen tot het besef komt, dat de mensch,
zelfs de „rasechte" Nederlander, een feilbaar we-
Indien gij gesteld zijt op le kwaliteit
bestelt dit dan bij de
Telefoon 47 MIDDELBURG Telefoon 47
Hofleverancier van H. M. de Koningin en van H. M. de Koningin-Moeder
Eloe lang dat besef nog zal uitblijven, weten we
niet. Tracht dat tijdstip niet te verhaasten door overal
en tegenover ieder te getuigen.
Zwijgt tegenover onkunde en onwil uit Zelfrespect.
REDACTIE.
Meiliedje.
Ik schreed te Meie 's morgens vroeg
Langs akkerland en wei.
De merel floot, het vinkje sloeg,
En zonne lachte erbij.
Een pittig morgenwindje joeg
Mij frissche drift in 't bloed.
Mijn schreden werden vast en groot
De Meie deed mij goed.
Het licht, dat door de schepping drong
En rondom op mij viel,
Het lied, dat mij de schepping zong,
Ik ving ze in de ziel.
Sinds doemt de echo van de Mei
Gestadig mij in 't oor.
Een liedje, als de Mei zoo blij.
En zing ik 't ieder voor.
J. VREEKEN.
Op den 29sten April van het jaar 1676 dat is dus
voor 250 jaren sneuvelde in een scherp treffen met
de Fransche vloot in het gezicht van den Etna, onze
groote en eenige De Ruijter.
Zoon van een bierdrager, betrad hij als elfjarige
scheepsjongen het dek van „De Lijnbaan" om zijn
leven te eindigen als Admiraal, Deensch edelman, en
Grande van Spanje met den titel van Hertog.
Voorwaar, de erkenning van zijn verdiensten is hem
niet onthouden! Zelfs zijn tegenstanders en zijn vijan
den hebben zijn grootheid erkend en gehuldigd. Ver-
Vervolg op bladz. 6
■Wfct-ri
AVI.OHA ll
jBÜKA k-TUoJ
HYTTJmol