t ONS ZEELAND Weekblad tot Bevordering van Zeeland's Belangen Tevens Officieel Orgaan voor de Zeeuwsche Vereenigingen in Nederland Eigen meening Over vrijheid. EERSTE JAARGANG No. 20 12 JUNI 1926 Uitgave en druk van G. W. den Boer, Lange St. Pie- terstr. F 33, Middelburg. Telef. 150. Postrek. 74988. Aanvragen omtrent advertentiën in dit Weekblad richte men tot den Uitgever te Middelburg, of tot den Heer G. Martius Jr., Tetterodestraat 44, Haarlem. Stukken, bestemd voor Redactie, te zenden aan den Uitgever, stukken betreffende de Zeeuwsche Ver eenigingen aan den Heer M, P. Cornelisse, Colter- mansstr. 14 rood, Haarlem. - Losse nummers a ƒ0.15 op aanvraag bij den Uitgever. - Abonnementsprijs 1.25 per kwartaal. - Advertentieprijs 0.35 p. regel. Bij contract lager tarief op aanvraag verkrijgbaar. Het zal onzen lezers en lezeressen wel bekend zijn, dat wij bij onze naburen staan aangeschreven als een bijzonder vrijheidlievend volk. Deze taxatie moge mis schien iets te hoog zijn, welnu laten wij dan het woordje bijzonder weglaten en zeggen, dat men ons terecht voor vrijheid (zonder meer) verslijt, Hoogstwaarschijnlijk danken wij die faam mede aan onzen taaien strijd tegen Spanje; wellicht ook heeft er toe meegewerkt de ruime toepassing van het Asyl- recht, waardoor hen, die elders om godsdienstige of politieke redenen vervolgd werden of vreesden ver volgd te zullen worden, te allen tijde een veilige wijk plaats restte. Wie zijn geschiedenis kent, weet dat onze vaderen in dat opzicht geen verschil van landaard deden wegen en dat ook in onze dagen ons volk zich nadrukkelijk op dat recht heeft beroepen, toen men de z.g. oorlogs misdadigers (ons sympathiek of onsympathiek, dat doet er niet toe) weigerde uit te leveren, 't Ging hier niet om de personen, maar om het recht. Nederland be toonde zich vrijheidlievend zonder aanzien des per- scons. De ballingen zouden hier vrij zijn. We mogen op een dergelijke behandeling van ver jaagden en uitgestootenen door voorzaat en tijdgenoot en de faam, die wij deswege genieten, fier zijn. Nu zou het niet anders dan natuurlijk wezen, als wij een dergelijke ruimte van opvatting ook hulde deden tegenover onze landgenooten. En het spijt ons, dat wij het zeggen moeten tot die hoogte schijnen velen zich nog maar niet te kunnen opwerken. Wat toch zien we gebeuren! s Is Zondagmorgen. Langs de landwegen bewegen zich geloovigen ter kerke. Bedaard van gang, den blik als in stille overpeinzing nederwaarts gericht, schrij den ze voort. In tegenovergestelde richting treden licht van voet, met van levenslust tintelende oogen, eenige stedelingen het doel hunner wandeling, het blijde duin, tegemoet. Beide soorten van Zondagsgangers volgen, wat het hart hun ingeeft te doen. En als ze elkaar pas- seeren, klinkt niet zelden als antwoord op den mor gengroet van de eene zijde een onverstaanbaar ge mompel, dat zoo goed een vloek als een zegening kan beteekenen, of priemt een afkeurende blik, vergezeld van een half uitgesproken verwensching door de

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1926 | | pagina 1