Handel en Industrie Voederbureau V. P. Z. (Goes). Ar C. v. d. REST, Ass.-Apotheker Kinderrubriek ONS ZEELAND 7 Jonge meermin. Kan het ooit recht zijn, ook onschuld te wijden Aan een ontijdig en smadelijk graf? Offers der wrake, hoe deert mij uw lijden! Oude meermin. Laster de Wet niet, die 't offer gebiedt! 't Menschdom stond schuldig door éénen, 't Duldde den hoon, aan de onschuld geschied! Jonge meermin. Val mij niet hard! Laat mij weenen! 't Rouwt mij om beide, om aarde en zee, Door veete en oordeel gescheiden. Gaan wij! 'k Verzaak mijn begeeren om 't wee, Dat ik den mensch zou bereiden. Dood zij de stemme van 't zondige ik, Eeuwig mijn passie gedoofd. 'k Voeg mij naar 't lot, dat natuur me beschikk'. 'k Buige verwonnen het hoofd. Plicht zij mijn leidster en Trouwe mijn schild, Eerbaarheid strekk' mij ten kroon; Doch mijn bedenken, van weemoed doortrild, Gaat tot de aard' en zijn schoon. Immer zal 'k trachten naar 't lachende land! Teeder bezorgd om zijn rust Zal ik te nachte met trillende hand Strooken het schuim op de kust. Ver, als in droome, suizelt de zingezange der zee. Zacht als een zucht verglipt er van teedre lippen de beê: „Rijze uit het diep de verzonkene steê." J. VREEKEN. Naar wij vernemen heeft het Hoofdbestuur der Ver- eeniging tot Bevordering der Pluimveehouderij in Zee land, gevestigd te Goes, (V. P. Z.) maatregelen ge nomen, teneinde hare leden van een betrouwbaar en zoo goedkoop mogelijk Hoendermeel en Opfokvoer voor kuikens te voorzien. Zij heeft daartoe een over eenkomst getroffen met de Veevoederfabriek „Zeeland" te Goes en deze instelling heeft daarop in den handel gebracht Zeelands Hoendermeel en Zeelands Opfok voer I, II en III, merk V. P. Z. Deze voeders zijn samengesteld volgens voorschrift van den heer Van Asperen Vervenne, H.-Ass. Rijkspluimveeteeltconsu- lent te 's-Gravenhage, terwijl zij regelmatig vanwege het Bestuur der V. P. Z. op hoedanigheid en kwaliteit worden onderzocht aan het Rijkslandbouwproefstation voor Veevoederonderzoek te Wageningen. Zij zijn dus in alle opzichten gewaarborgd. Wij kunnen dan ook iederen pluimveehouder aan raden met deze voeders een proef te nemen en twijfe len niet of hij zal weldra tot de geregelde afnemers behooren. Het adres voor UWe Geneesmiddelen is bij GOES - GROOTE MARKT 9. Lieve Kinderen. Als jullie het prettig vindt, zal ik telkens om de veertien dagen een babbeltje met jullie komen houden, laten we zeggen: een briefje aan jullie schrijven en misschien ook een verhaaltje ver tellen, wat je dan altijd op deze plaats in „Ons Zee land" lezen kunt, als Vader en Moeder al het andere, wat er in ons tijdschrift staat, uit hebben natuurlijk. Nu, op het oogenblik, dat ik dit zit te schrijven, is het nog erg slecht weer. We willen hopen, dat het veel beter is, als jullie dit leest, dat het dan zóó mooi is, dat je een groote wandeling kunt doen. Dat zou heerlijk zijn, hé? Tante vindt dat ook zoo prettig, want alles is dan zoo mooi buiten, telkens zie je weer iets nieuws, dan een bloem, dan een vlinder, dan een vogel. Toen ik jong was, ging ik veel met mijn zusje wandelen. Soms gingen Vader of Moeder ook mee en dan mochten we héél ver en dan vonden we haast altijd één of meer bloemen of plantjes, die we nog niet kenden, waar we de namen nog niet van wisten. Vader leerde ons dan, hoe we héél voorzichtig zoo'n plantje uit den grond moesten halen en dan werd het in een trommel gelegd, die we speciaal daarvoor meenamen. Een botaniseertrommel noemde Vader dat. Thuis zocht Vader dan in een bloemen- en plantenboek op, hoe het heette, en toen we grooter werden, leerden we zelf, hoe we dat in dat boek konden vinden. Als we dan later weer zoo'n plantje tegenkwamen, vonden we het zoo leuk, dat we dan naam ervan nu wisten en zoo leerden we al meer en meer namen. Ik denk, dat er bij mijn kleine lezers en lezeresjes en zeker bij de grootere kinderen ook wel zullen zijn, die heel wat planten en vlinders en vogels kennen. Weet jullie wat ik nu zoo aardig zou vinden? Wil ik het eens zeggen? Te weten, wélke bloemen jullie zooal in deze maand buiten gezien hebt, natuurlijk niet de gekweekte bloemen uit den tuin, maar alleen die, welke in het gras, in de duinen, bij de slooten enz, groeien. Je moet dan maar een briefje aan mij schrijven, waarin je dat allemaal vertelt. Wie de meeste bloemen heeft ge vonden, krijgt van mij een mooie ansicht. Ik vind het erg prettig, veel nichtjes en neefjes te hebben, ook Vervolg op bladz. 10

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1926 | | pagina 7