Zeeuwsch schoon Een bezoek aan Schouwen=Duiveland. door J. H. 10 ONS ZEELAND sierkunst, radio, electrisch licht. Tout court: de ten toonstelling houdt in wat iedere tentoonstelling in moet houden, wil zij de interesse opwekken. Nijtengo III van Goes, schreven we hierboven, is behalve een monarch van nijverheid, industrie en han del, ook een monarch van het vermaak. Dank zij het Comité De grootste attractie is wel de overdekte dansvloer, waar iederen avond na tien uur jong en oud aan de goden van den dans komen offeren. Een ware vondst is de bierkelder onder het tooneel. Door de artistieke opvattingen van Mej. Bielen krijgt men den indruk in een origineele Duitsche Raths-Keller te vertoeven. Verlichting en speciale muziek vervol maken de illusie, gewekt door de geestige wandschil deringen. De middagen en voor-avonden worden gevuld door concerten, waartoe Nijtengo de beste gezelschappen uit stad en omgeving slechts goed genoeg achtte. Dat Nijtengo III zich, gezien de omstandigheden, over een bevredigende belangstelling mag verheugen, is het beste bewijs, dat het Comité goed gedaan heeft I en II een opvolger te geven. Als deze monarch lintjes te „verregenen" had, mikte hij er vast een in het knoopsgat van de zeven Comité leden. „HIJ". II. (Vervolg). Daarom moet u er maar niet aan denken en ver trouwen, dat u een even voorspoedige reis zult heb ben als wij thans. Na een cpfrisscher genoten te hebben in ons Hotel (Hotel van Oppen), gaan we de stad eens in. Midden in de stad ligt een groot park, vol van bloemen, en zelfs eenige uitheemsche planten voelen zich daar blijkbaar uitmuntend op hun plaats. We dwalen de, door zijn vele patriciërs-gebouwen imponeerende, Oude Haven af en stevenen door de Zuidhavenpoort. Deze poort met haar zuster, de Noordhavenpoort, vor men een geheel. De meterdikke muren, die nu nog volkomen gaaf zijn, zijn stille, maar toch duidelijk sprekende bewijzen voor de soliede bouwwijze van voor eeuwen. Onze voorvaderen hadden toen geen flauw idee van revolutiebouw. We draaien ons om en bekijken nog eens de Oude Haven met zijn park en plein (dit heel lange middenstuk heet Oude Ha ven) en worden getroffen door de groote overeen komst met Amsterdam's mooiste punt, de bocht van de Heerengracht. De poort doorgaande, komen we op een ranke basculebrug, die met haar vier lantaarn paaltjes zonder lantaarns een groot contrast vormt (Foto Pagé). Havenpark met muziektent te Zierikzee. met de massale poort. Juist liggen er een paar ge laden schepen, die op doorvaren wachten. We wenden ons tot de brugwachtster Gonne Juyn, die onze on uitgesproken vraag reeds beantwoordt met „Die schui ten kunnen d'r niet door; ze motten wachten op hoog water; begriep je, m'nheer, ze liggen te diep, ze zouwen nou aan den grond varen". We zijn Gonne zeer dank baar voor de gegeven inlichting en komen verder te weten, dat zij al vele jaren het baantje van brug wachtster waarneemt. Als het water hoog genoeg is, draait Gonne aan de eene zijde en de wachter aan de andere zijde de brug omhoog. De rheumatische brug verzet zich met grommen en steunen tegen het verstoren van haar rustige rust, doch moet ten slotte voor de vereenigde krachten van Gónne en haar helper zwichten. Het brugwachterschap schijnt hier erfelijk te zijn, want Gonne's vader, de thans 91-jarige Wil lem Juyn, heeft ook 19 jaar als wachter van deze brug gediend. Gonne en haar vader zijn op de elders in dit tijdschrift voorkomende foto vereeuwigd. Langs de keurig verzorgde Zierikzeesche Houthan del I. de Broekert voert onze weg naar de Zelke. Dit is een terrein, waar vroeger zout gewonnen werd. Nu is het een komvormig stuk land, begroeid met gras en beplant met hoog opgaande boomen. Een prachtige speelplaats voor de jeugd, dachten we. maar een vinnig afschrikkend bordje vermeldt: „ver boden op het gras te loopen". Arme Zierikzeesche jeugd, moogt ge niet eens in dit gras spelen? Het uitzicht op de omgeving is indrukwekkend. Als men eenmaal buiten de poorten is, wordt men vanzelf verlokt om verder te gaan. Onbewust geeft men aan de lokstem gehoor. Ook wij stapten verder en vonden op een zijweg een bordje met op schrift: „Naar de zwemplaats Het Stelletje". De. naam der zwemplaats wekte onze nieuwsgierigheid. We wilden weten, wat dat voor een Stelletje was. Een wandeling van 15 minuten bracht ons aan den zeedijk, of juister gezegd aan den Oosterscheldedijk. Aan de buitenzijde is deze dijk over een lengte van

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1926 | | pagina 10