Ar C. V. D. Verhalen en Schetsen ONS ZEELAND Kerk-uitgang. een hooger liggend vertrek, met opgang naar den zol der waaronder de groote kelders. Morgen meheer," begon Stroo, „dan ziet ge het mooist bij den kerkgang. Om half tien en 'smiddags, tweemaal is er „kaark". En werkelijk, die opgang naar het bedehuis van die eenvoudige dorpelingen uit Zoutelande, waar vlak bij de kerk in de duinen nog de Bonifaciusput ligt, eeuwen en eeuwen oud, is van machtige bekoring. Om ruim negen uur kwamen ze aanstappen de stoere mannen en jong-kerels in 't „kaarkezwart" gekleed. Echte typen uit de Toorop-figuren. En terzij van het over oude kerkje met zijn wit-grijze muren bleven ze in groepjes nog wat staan „klasjenieren". Dan kwam de koster aangewandeld met in de linkerhand de koffer, waarin de toga van den dominé. En tegen half tien, als de klok begon te luiden, kwam stemmingsvol de predikant. En de stoere Toorop-koppen, soms prach tig vergrijsd, ontblootten het hoofd eerbiedig ten groet. Dan pas naderden van alle kanten de vrouwen en de „bloem van het dorp", de kleine meiskes naast zich, alle in die schilderachtige Zeeuwsche kleedijde 7 handen gevouwen over de zware rokkentrits, dragend het „kaarkboek". Werkelijk lezer (es), zoo'n kerkgang te Zoutelande of Serooskerke of in elk ander oud Walcherensch dorp is een groot schilderij van zeldzame schoonheid. Zeeland eert er den dag des Heeren. Wordt vervolgd.) Het adres voor UWe Geneesmiddelen is bij REST, Ass.-Apotheker GOES - GROOTE MARKT 9. Aan 't Tijdschrift voor Zeewezen en Watersport, ontleeren we het volgende stukje, dat ons bijzonder trof. WE LOST TWO MEN. „We lost two men" twee man, die met een red dingboot van. het stoomschip „President Roosevelt" als vrijwilligers bij hevig stormweer en in golven van zes tig voet hoog, naar het zinkende vrachtschip „Anitoe" roeiden. Het zijn Ernest Heitman, 28 jaar, bootsmans maat en Uno Wirteman, matroos uit Finland. Bijna hadden zij de „Anitoe" bereikt, toen zij door een ont zettende watermassa werden verzwolgen. Wij hebben ze niet weer gezien. Draadloos rapport van s/s „President Roosevelt" De stormwind huilt door 't want en hoog op d'Oceaan Een slingerend, zinkend schip de zee bespoelt reeds 't boord. In zulk een schrik'lijk weer zal 't spoedig ondergaan Als prooi van 't element, dat naar geen smeeken hoort. Wie roeit een simple boot door zulke woeste baren, Door deze hel waar iedre golf een slachtoffer belaagt? Wie waagt het veege lijf om 't van een maat te sparen, Die stervend in het tuig nog zwak om hulpe vraagt? Twee onverschrokken „tars" zijn kalm vooruit getreden; Hier wordt niet toegejuicht als op een voetbalveld, Stil wordt de boot bemand in 't barnend sop gestreken; Van hooge drift bezield zijn zij ter hulp gesneld. En moeizaam gaat 't voort op 't doelpunt rust hun blik, Al sluipen zeeën aan als zooveel troepen wolven. Weer kruit een hooge golf een half gesmoorde snik. En 't tweetal redders is door 't zwalpend nat bedolven. Vervolg op bladz. 10

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1926 | | pagina 7