12
ONS ZEELAND
Het schijnt dat de Gouverneur door een en ander
werd overtuigd, want reeds eenige dagen later kreeg
de bewoner der hoeve een schrijven, waarbij hem ver
gunning werd verleend het gevogelte ongemoeid op
zijn eigendom te mogen laten verblijven, een uitslag
waarop de landman naderhand niet weinig trotsch was.
Toen evenwel de boer eenige jaren later den tol
der natuur moest betalen, kwam de hofstede in an
dere handen en het Reigerbosch werd gerooid, zoodat
het gevogelte werd verdreven. Het leek wel of de
dieren aan de streek gehecht waren, op de wijze zoo
als boven gezegd van Reigerburg naar Laatste Stuiver,
want zij nestelden zich op een viertal hoeven onder
de gemeente Schoondijke, in den Prins Willempolder,
onmiddellijk palende aan den polder waar zich eer
tijds het Reigerbosch bevond, maar een jaar later ver
lieten zij die plaats, om te gaan wonen op een hoeve
onder Groede.
Kwallen.
Ieder kent ze, de gladde, glibberige, slibberige,
slijmerige klodders, die in menigerlei grootte aan onze
Zeeuwsche stranden liggen te vergaan. Met den vloed
worden ze soms in grooten getale op 't droge gewor
pen, nadat ze met onbeholpen schokbewegingen en
onzeker van richting eenigen tijd hebben gepoogd zee
te houden.
Deze dieren met hun walgelijk voorkomen mogen
zooals we te vorigen jare ergens lazen als pleeg
moeders en idem vaders fungeerend van de jonge
kabeljauwtjes, een vischsoort, die beslist sympathiek
is aan iederen vischliefhebber, deswege op onze dank
baarheid aanspraak hebben, als dieren hebben de kwal
len ongetwijfeld ieders oprechte antipathie. En terecht!
Want ze houden er een hatelijke gewoonte op na.
Ge gaat U op een der, in ons land schaarsche, zonnige
dagen, als het zilte nat zoo goddelijk verfrisschend
is, in zee baden. Ternauwernood nog zijt ge eenige
meters van den kant en staat ge op het punt U onder
te dompe'en of daar voelt ge aan Uw been een grieze
lige aanraking, bijna onmiddellijk gevolgd door een
snerpend gevoel. Een kwal heeft U te pakken. Met
een uitdrukking van afschuw, vermengd met toorn,
schopt ge het ondier van U. Te laat! Ge zijt gestraald,
zooals men in Zeeland zegt. De kwal heeft met zijn
talrijke vangarmen, welke sterk met netelcellen bezet
zijn, uw lichaam geraakt en als ge uw, reeds in den
aanvang gestoord, bad verlaat, draagt ge de herinne
ring aan Uw kwal in den vorm van een pijnlijk met
roode vlekken bedeeld been mede. En die herinnering
b1 ij ft U tegen wil en dank nog eenige uren bij.
Volgens een berichtje uit ,,de Zeeuw" duurt de pijn
echter slechts 24 uur. 't Kan er nog al mee, dunkt me;
een etmaal pijn.
Gevaarlijk echter is in onze luchtstreek de neteling
der kwal niet, al schijnt het dat er ook hierin graden
bestaan. Men oordeele naar wat het blad verder
schrijft:
„Baders te Walassey bij Birkenhead ontvingen een
weinig aangename verrassing dezer dagen, toen een
school kwallen langs de kust verscheen. Meer dan
honderd baders werden door de kwallen gestoken,
sommige tamelijk ernstig. Een politieagent verloor zijn
bewustzijn en moest naar huis gebracht worden; een
meisje bleef twee uur half bewusteloos liggen; tien
tallen verlieten inderhaast het water met pijnlijken
roeden uitslag op het lichaam."
Zóó erg als die te Walassey maken de Zeeuwsche
kwallen het ge'ukkig niet. Er zijn kwallen en kwallen,
naar het schijnt.
Als het eender is, hoop ik (die meer dan eens met
Zeeuwsche kwallen kennis maakte), dat wij hier nooit
andere dan Zeeuwsche zullen hebben en als 't kan
alleen bij wijze van rariteit. Van mijnentwege sterft
deze diersoort van de week nog uit.
Dat het menschdom ten onzent de kwal een akelig
dier vindt, kan ieder getuigen, die wel eens een mede-
men sch heeft hooren taxeeren als een kwal. En her
inner U dan eens, welk gezicht de spreker (spreek
sters doen zooiets nooit) bij dat gezegde zette.
Wordt gij, lezeres of lezer, soms dezer dagen in uw
heerlijk bad door een echten kwal geneteld, wrijf dan
de plek in met wat ammonia, dat wil wel eens helpen.
Tegen handelingen van menschelijke kwallen weten
we geen huismiddeltje. RED.
H. A. V. Bank te Schiedam.
Aan het verslag over het boekjaar 1925 wordt het vol
gende ontleend:
Het bedrag aan nieuw gesloten verzekeringen (inbegre
pen een bedrag van f 3.666.347.34 door een andere opstel
ling ingevolge de Wet op het Levensverzekerings-bedrijf)
bedroeg f 11.055.926.12, terwijl werd geroyeerd wegens
overlijden f 172.124.85, afloop der verzekering f77.388.
wijziging der verzekering een bedrag van f 222.584.87, af
koop f 733.733.29, wanbetaling f 1.879.455, andere oorzaken
f 1.749.395,50, te zamen f4.834.681.51, zoodat de vooruit
gang bedroeg f 6.221.244.61 en het kapitaal steeg tot
f42.282.286.62 (vorige jaar f 36.061.042.01).
Aan termijnpremiën Levens- en Volksverzekering werd
geboekt f 984.542.83, terwijl aan koopsommen werd ont
vangen f 267.983.20.
De uitkeeringen bedroegen wegens overlijden een be
drag van f 154.332.66, afloop f 78.176,77, lijfrente f 26.112.93,
afkoop f 126.525.
Belegd is o. m. in hypotheken f 3.155.686.65, effecten
f 1.328.299.33, deposito's f 59.773.58V2, beleeningen op po
lissen f 395.342.25, onroerende goederen f 546.000.kas
en kassier f 68.267.01.
De waardeberekening der effecten geschiedde evenals
voorheen naar den koers van 31 December.
De koerswinst bedroeg f 118.835.28, De gekweekte rente
beliep gemiddeld 5.63 pet., terwijl de reserve voor een
deel met 4 pet, en voor een deel met 3V2 pet. is berekend.
De wiskundige reserve steeg tot f 4.612.183.80. Hierbij
inbegrepen een bedrag ad f 173.328.27 als extra reserve,
voldoende om de afd. Groote Posten, welke 2/3 van de