li ONS ZEELAND Weekblad tot Bevordering van Zeeland's Belangen Tevens Officieel Orgaan voor de Zeeuwsche Vereenigingen in Nederland Eigen meening Strandleven. EERSTE JAARGANG No. 26 24 JULI 1926 •iiaapi Uitgave en druk van G. W. den Boer, Lange St. Pie- terstr. F 33, Middelburg. Telef. 150. Postrek. 74988. Aanvragen omtrent advertentiën in dit Weekblad richte men tot den Uitgever te Middelburg, of tot den Heer G. Martius Jr., Tetterodestraat 44, Haarlem. Stukken, bestemd voor Redactie, te zenden aan den Uitgever, stukken betreffende de Zeeuwsche Ver eenigingen aan den Heer M. P. Cornelisse, Colter- mansstr. 14 rood, Haarlem. - Losse nummers a ƒ0.15 op aanvraag bij den Uitgever. - Abonnementsprijs 1.25 per kwartaal. - Advertentieprijs 0.35 p. regel. Bij contract lager tarief op aanvraag verkrijgbaar. H.H. Abonné's die het abonnementsgeld voor het derde kwartaal 1926 nog niet toezonden of gireerden, noodigen we vriendelijk uit dit alsnog vóór 1 Augustus te doen. Na dien datum zal per kwitantie over het bedrag, ver hoogd met dispositiekosten, worden beschikt. De Administratie. De verordening inzake het strandleven te Zoute- lande heeft niet alleen in Walcheren, maar ook ver van daar, tot in het Noordelijkste Noorden van ons land, menige critische opmerking uitgelokt, menig af keurend oordeel doen vellen. De vraag is gewettigd of die oordeelvellingen onwelwillend als zij veelal waren wel alle verdiend waren en de betreurde politiemaatregelen niet een ge volg zijn van het voorkomen van misbruiken; want het is niet wel aan te nemen, dat ze zouden voortspruiten uit louter zucht tot hinderen. Wij hebben ons gedurende een verblijf aan het Biggekerksche en Koudekerksche strand en door een onderzoek ter plaatse ervan overtuigd, dat een zeker soort van publiek allures aanneemt en gebruiken toe past, welke er op berekend schijnen te zijn, om erger nis te verwekken zelfs onder menschen, die nog al wat kunnen verdragen. Dat iemand, in een behoorlijk badpak gestoken een bad neemt; dat zelfs mannen en vrouwen ondereen baden, dat wekt aan het Walchersche strand geen ergernis. Waarom ook zou 't wel zoo zijn? Wie baadt, die baadt en doet geen dingen, welke aanstoot geven. En wie gebaad heeft, welnu die gaat zich van zijn badpak ontdoen en weer kleeden; luchtig misschien, maar toch behoorlijk. Die luchtige strandkleedij geeft nergens en niemand reden tot aanstoot. Maar wie in zijn (haar) badpak blijft rond'oopen, zich laat zonnen, zooals zij dat noemen, die verwekt wel ergernis. Dat geparadeer met levend plastiek (mooi of niet, dat doet er niet toe), dat geeft wel aanstoot. Dat is de publieke opine ter plaatse tarten. Dit miskennen der goede zeden heeft plaats gehad en heeft nog plaats. Het is in ieders belang dringend geraden, dit mis bruiken van het badpak na te laten; want men moet met de mogelijkheid rekening houden, dat Zoutelande tot navolging kan prikkelen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1926 | | pagina 1