ONS ZEELAND ■aaaBi Weekblad tot Bevordering van Zeeland's Belangen Tevens Officieel Orgaan voor de Zeeuwsche Vereenigingen in Nederland Eigen meening Vliedbergen. EERSTE JAARGANG No. 28 7 AUGUSTUS 1926 Uitgave en druk van G. W. den Boer, Lange St. Pie- terstr. F 33, Middelburg. Telef. 150. Postrek. 74988. Aanvragen omtrent advertentiën in dit Weekblad richte men tot den Uitgever te Middelburg, of tot den Heer G. Martius Jr., Tetterodestraat 44, Haarlem. Stukken, bestemd voor Redactie, te zenden aan den Uitgever, stukken betreffende de Zeeuwsche Ver eenigingen aan den Heer M. P. Cornelisse, Colter- mansstr. 14 rood, Haarlem. - Losse nummers a 0.15 op aanvraag bij den Uitgever. - Abonnementsprijs 1.25 per kwartaal. - Advertentieprijs 0.35 p. regel. Bij contract lager tarief op aanvraag verkrijgbaar. In de laatste jaren openbaart zich onder het mensch- dom een krachtig streven: om door onderzoek van het geen is, te komen tot weten van hetgeen eenmaal was. En dat streven bepaalt zich niet langer tot het toe passen van de oude methoden, het volgt nieuwe wegen. Het drijft den geleerden onderzoeker de studeercel uit. Niet langer zoekt deze zijn heil alleen in het verzamelen, ordenen en vergelijken van oude schrif turen, in het classificeeren van het reeds bekende; hij neemt spade en houweel ter hand en delft uit de aarde, die ook de draagster van de te loor gegane bescha vingen is, de resten dier beschavingsvormen op. Holen en spelonken worden onderzocht, muren en rotswanden met de camera afgespied, puinen ontgraven en bloot gelegd, graven geopend zelfs. En de aarde, trouwe bewaarster van wat haar opzettelijk of toevallig ter bewaring was gegeven, loont den ijverigen, volharden den zoeker, op soms verrassende wijze, voor diens toe wijding. Geheimen, welker bestaan men kende, wor den ontsluierd; andere, nooit vermoed, worden aan 't daglicht gebracht. De aarde spreekt. En de geleerde, wien zelfs de geringste potscherf een belangrijke vondst is, vormt zich (niet langer volgens zijn phantasie, maar met behulp van tastbare bewijzen) een juist beeld van wat eenmaal leefde en woelde en werkte op onze aarde. De aarde spreekt boekdeelen. De onderzoekingen en opgravingen in Klein-Azië, Noord-Afrika en Egypte, ze openbaren ons schatten van schoonheid, en stemmen tot eerbied en bewondering voor wat de mensch van vroeger eeuwen door ons vaak in zelf overschatting barbaarsch gedacht met geringe en primitieve hulpmiddelen vermocht. De aarde zwijgt soms ook en niet zelden lang, en in weerwil van vol hardende pogingen. Dit blijkt ten duidelijkste uit het feit, dat eerst twintig jaar geleden Dr. J. H. Holwerda de verrassende ontdekking deed, dat een groot aantal der tot dusver als gewone grafheuvels beschouwde ronde verhevenheden op de heide in Gelderland niets anders waren dan ingestorte houten grafkamers, waarbinnen de doode (of meer dooden) waren bijgezet. Doordat tevens bleek dat die grafbouw doorgaans koepelvormig was geweest, noemde dr. Holwerda deze heuvels koepelgrafheuvels. Het hierbij gevonden aar dewerk (zone-, touw- en klokbekers) is ook in het

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1926 | | pagina 1