6 ONS ZEELAND de meeuwen bewonderen en 's nachts de lichtbundels van de verre vuurtorens. Wij worden niet teleurgesteld in onze verwachtin gen en niet gedreven naar andere dingen, want op dat uiterste plekje van Schouwen Ons Zeeland in de ronding van zee en duin, daar is immers de schoon heid, waarboven geen andere schoonheid gaat? Deze heerlijke duinen van Westenschouwen zijn als uit een wonderland, met blanke golvingen van licht, een voorhal van de zee, waarheen effen de lichtende vloeden glijden van de stranden. Wij zijn hier gekomen zonder reisbureau, zonder drang naar sensatie te beleven. De boer van de verste hoeve leende ons zijn Zeeuwsche wagen en zijn Zeeuw- sche trekkers. We hebben van dien boer boter en aardappelen gekocht en hebben dit, zonder den kok van Hotel of patissier, dooréén gebraden en als nage recht de heerlijke frissche aardbeien van het duin ge geten. Daarna gingen wij ter ruste in onze schamele hut en wind en golven zongen ons een wiegelied, welks rhytme ons den weg wees naar het land van den slaap. Bij het ontwaken zagen we Westenschouwen in een stralenden bloei, de bloei van den vollen zomer. Hier zijn de velden van de Oost-Indische kers, gladiolen, papaver in alle kleuren, gelijk donzige tapijten en we voelen mee wat Emil van den Eijnde dichtte in zijn: Ik minde het land Waar gouden zonnestralen, Waar bloem en plant In geur en kleuren pralen. Die geuren, die te Westenschouwen door den wind in zee worden gedreven, zij spreiden zich uit tot aan den voet der duinen, de vreugde van het land, weg- jubelend in de verre eenzaamheid, schuchter verklin kend in die immense toon, die er is op grenzen van land en zee. De Oost-Indische Kers, die hier zoo bloeit, kennen wij alleen omdat wij er randjes in onzen tuin van hebben, dus vragen wij, wat beteekenen al die uitge strektheden? Men zegt ons, dat straks het zaad zal verkocht wor den naar Engeland, waar men de essence gebruikt voor aromatische dranken. Doch nu, in den zomer, tooveren zij een gouden gloed, die tot in den avond lichten blijft aan den voet der duinen. Met ons troepje verdwijnen wij in de duinen. Uren en uren dolen wij over de blinkende glooiingen, door ruige dalen, langs de golven van wit zand, deze uit Panorama vanaf de Duinen te Westerschouwen. (Achtergrond: De Schelde).

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1926 | | pagina 6