ONS ZÈELAND
13
't Schavotje der lezers
Schele Toon kan z'n eigen schrift nie lezen,
Falderalderiere, Falderalderiere.
Schele Toonen zoo voort.
Geitebeek werd verteederd.
„Nou, vooruit dan,'1 dacht hij, „laat ze dan maar
zingen ook. Ze zijn toch ook maar eens jong."
Toen hij aan z'n vrouw dacht, die zeker op z'n fiets
zat te wachten, kwam de wrok nog eens boven, maar
zijn vergevensgezindheid won het.
„Spijtig is het," zei hij, toen hij de deur open deed.
„Maar wie is zonder fout? En alles te samen, is 't
toch een leutige dag geweest. Maar spijtig is 't.
Spijtig is "t."
DE SPECULATIE
door
ANTOINE.
In een smalle, stille straat, achter smetteloos-witte,
zorgvuldig stijf gestreken halve gordijntjes, huist op
nummer 13, twee-hoog, Fedora Berdwina, bij den
burgerlijken stand geboekt als Jannetje Jansen. Het
koperen schildje op de deur, die toegang geeft tot
haar zit- en slaapkamer, beweert, dat Fedora de toe
komst kent. Voor menschen, die er geld voor over
hebben, ontsluiert zij gebeurtenissen uit de komende
jaren; niet met haar oogen natuurlijk, maar met de
kaarten.
Op zekeren morgen haalt een zwaarlijvig heer haar
deurbel over. Fedora Berdwina doet open, laat hem
in haar kamer en begint naarstig de kaarten te schud
den, die altijd op den schoorsteenmantel gereed liggen.
Neen mevrouwtje, laat maar, interrumpeert de
bezoeker, terwijl hij het warme voorhoofd met een
zijden doekje bet. Ik zal u vier gulden geven, als u
even wilt luisteren.
De helderziende is vol aandacht, lacht bescheiden
en kijkt haar bezoeker eenigszins verwonderd aan.
Hm, vangt deze aan. Vanmiddag komt hier een
dame op bezoek, die op haar linkerwang een moeder
vlekje heeft. Verder draagt ze een trouwring aan de
rechter hand en drie brillant-ringen aan den linker
wijsvinger. U kunt die dame dus herkennen. Ik weet,
dat zij hier komt, want uw adres stond in haar notitie
boekje. Nu moet u mevrouw in haar eigen belang de
volgende toekomst voorspellen. Over het algemeen
zal zij zeer gelukkig zijn, omdat haar man haar op zijn
handen draagt. Het laatste mag vooral niet vergeten
worden. Voor een paar dingen moet zij zich evenwel
in acht nemen. Eerstens moet u het diner, dat zij over
veertien dagen wil geven, niet door laten gaan, want
het is overbodig; ik kan die herrie in huis niet ver
dragen. U geeft natuurlijk een andere reden, bijvoor
beeld, dat een der gasten griep-bacillen meebrengt en
de anderen zal besmetten. U maakt er in ieder geval
maar een gevaarlijke geschiedenis van. Dan mag deze
dame onder geen voorwaarden dezen zomer naar een
badplaats. Die grap heeft me 't vorig jaar een bom
duiten gekost; enfin, daar wil ik het niet verder over
hebben. U kunt zeggen, dat zij op de badplaats door
een dolle hond gebeten zal worden, want op honden
heeft die dame het niet begrepen,
Dat is alles, besloot hij zijn snel uitgesproken
verhaal. Ik reken op u, mevrouwtje; vergeet vooral
het diner niet, en let op het moedervlekje.
Goedenmorgen; het was mij zeer aangenaam.
Op den avond van denzelfden dag zitten de heer
en mevrouw Petersde Baer in hun gezellige huis
kamer, waar zij even te voren gedineerd hebben. Mijn
heer leest het avondblad en rookt een sigaartje. Me
vrouw voelt voor conversatie, doch wacht tot haar man
het hoofdartikel gelezen heeft. Als ze vermoedt, dat
hij zoover is, zegt ze:
Zeg, Charles, ik was vanmiddag bij een dame,
die me voor de grap de kaart gelegd heeft. Als je
eens wist, wat ze mij zoo al voorspeld heeft.
Daar ben ik zeer nieuwsgierig naar, antwoordt
mijnheer achter zijn courant.
Ja, stel je voor, we zouden over veertien dagen
immers een diner geven. Dat gaat niet, want een der
gasten komt met Spaansche griep.
Dat zou een lamme geschiedenis worden, mom
pelt mijnheer.
En of, maar weet je wat we doen? We stellen
het drie weken uit, dan ligt die met de griep vast op
bed en komt niet. Die dame zei ook, dat ik op moet
passen voor badplaatsen, want ik word er door een
dolle hond gebeten. Ik had dit jaar naar een goed
koop badplaatsje willen gaan, maar daar komt nu
natuurlijk niets van. We zullen een boot huren en
een reisje maken. Het is wel duurder, maar op een
schip zijn tenminste geen dolle honden, en de dame
zei, dat een reis te water niet gevaarlijk was.
Maar wat heb je toch man, je ziet zoo rood, ben
je niet goed?
Mijnheer lacht met korte, nijdige stootjes.
Wel neen, ik erger me even over een kleine
effecten-speculatie, die volgens de beursberichten niet
best gelukt is. Maar dat is minder, vrouwtje, zooiets
gebeurt wel meer, daar komen we wel over heen.
Dien avond dronk de heer Petersde Baer op de
soos drie borrels boven zijn dagelijksch tarief.
Geachte Redactie,
Naar aanleiding van een stukje Taalzuivering" in
uw blad van 31 Juli 1.1., neem ik de vrijheid U nog