ONS ZEELAND 3 Tooneelvereeniging „Luctor et Emergo", CnderaSdeeling van de Zeeuwsche Vereen. „Zeelandia", te Amsterdam. niets anders kunnen beschikken als hun physieke kracht en energie, zullen in den tuinbouw veel eerder vooruit komen. De handenarbeid speelt in het klein bedrijf een veel grootere rol als in het grootbedrijf. Kleine bedrijven, waarop groote gezinnen, zooals we ze veel aantreffen aan de zuidgrens van ons gewest, leenen zich dus in de eerste plaats voor tuinbouw. Bovendien werkt het aanmoedigend, als de geheele familie in eigen zaak een boterham weet te vinden. Tevredenheid en voldoening vindt men in zulke ge zinnen, want er komt nog vaak bij, dat in het tegen overgestelde geval, juist de besten, de meest energieken er op uit trekken, en de mindere elementen achter blijven. We moeten in onze arbeidersbevolking het beste bloed overhouden en deze moeten ook een be hoorlijk bestaan hebben. Hiervoor te zorgen is een streekbelang. De klein-Iandbouwer, die dus geen kans ziet zich met den verbouw van landbouwgewassen een bestaan te verzekeren, zal dus goed doen niet weg te trekken. Laat hij tuinbouwer worden en in plaats van suikerbieten en aardappelen, bessen, fram bozen of aardbeien gaan telen. Het is de taak van organisatiemannen, leiders en geestelijke verzorgers voor onze plattelandsbevolking in deze richting aan te sturen. De vooruitzichten zijn in den tuinbouw ge lukkig van dien aard, dat we met een gerust geweten zoo kunnen propageeren. Alle begin is moeilijk, en zoo zullen velen in den beginne wel eens met de handen in het haar zitten. Volhouden is echter een tuinders-parool. Laat u vooral niet bang maken voor opkoopers, die van uw onkunde willen profiteeren, om voor een schijntje uw producten te koopen. Ook dit jaar is het weer voorgekomen, dat opkoopers voor de zwarte bessen 25 cent boden, terwijl de marktprijs varieerde tusschen 70 cent en 1 gulden per K.G. Met het gezegde: Ge kunt ze hier toch niet kwijt, tracht men de beginnende kweekers te vangen. Loopt er niet in, de afzet van uit Zeeuwsch Vlaanderen is zeer goed mogelijk. Gaarne gun ik de opkoopers een boterham, ze werken vaak hard genoeg en hebben ook vaak stroppen, doch laten ze het sprookje van de slechte verbindingen eindelijk eens laten rusten en de werkelijke marktwaarde uitbetalen. Ook dit zal hun eigen belang zijn, want daardoor zal de lust tot aanplanting toenemen, en zal het voor hen in de toekomst beter gaan hun kwantum te koopen. Wil men bessen planten als tusschenbeplanting, laat men dan toch voorzichtig zijn bij de soortkeuze en laat men niet uit het oog verliezen, dat het wel 8 a 10 jaar duurt, alvorens appels en peren een behoorlijk rendement geven. Iemand, die geen geduld heeft om eenige jaren te wachten, moet vooral niet met fruit teelt beginnen. Gewapend met de noodige energie en het vaste voornemen, alle zorgen te besteden aan zijn product en grond, kan ook een Zeeuwsche Vlaming iets bereiken in de fruitteelt. Steeds beter worden onze verbindingen. Zoodra de Ferryboot van Breskens naar Vlissingen er is, zal het een kleinigheid zijn, onze producten per vrachtauto over te zetten. Het is te hopen, dat de provincie zal inzien, wat er voor ons van afhangt en dat de tarieven van dien aard zullen zijn, dat wij kunnen concurreeren. Hier ligt een prachtig arbeidsveld voor de organisaties. VERLANGEN. Ik moet altijd aan je denken, Mijn zachte lieve land, Je kerk, je lucht, je velden, Je weeke wegenkant. Ik hoor door het hovenierhof Mijn kleinen klepperklomp; 'k Zie Grootmoe's bonte boez'laar, De kippen en de pomp. O, waarom moest ik heengaan, Het leven vloeit te vlug; We willen altijd verder, En kunnen nooit terug. We willen reizen, zwerven, En groot-zijn; ach, te vroeg; Veel vragen en veel weten, Maar veel is nooit genoeg. Het leven kent geen deernis, Het geeselt ruk op ruk, Met eenzaam-harde jaren Mijn ijdelheden stuk. Gr. v. R.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1926 | | pagina 3