Hoe men elders lacht 12 ONS ZEELAND Kamerverhuurster: ,,Ja, u kunt hier nog wel een bed krijgen. Een van de gasten is een slaapwandelaar en als hij er uit gaat kunt u in zijn bed gaan liggen." Professor: „Heeren! Dit is een der gevaarlijkste proe ven, welke in de scheikunde bekend zijn. De kleinste ver gissing en degeen die de proef neemt, wordt in atomen uiteen gerukt. Ik zal thans even in het aangrenzende ver trek gaan, onderwijl mijn assistent de proef neemt." ,,Wasch je gezicht en je handen nu eens heel goed. tante komt misschien straks." „Maar als ze nou eens niet komt?" „Z-z-zeg, wat is 't w-w-wa-ter koud! L-l-laat ons uit gaan en e-e-een ijsco koopen!" „Ja meneer, dertig jaren klop ik zoo al op de assen." „Waaron doe je dat eigenlijk?" „Vroeger heb ik 't geweten, maar ik ben 't al jaren vergeten." Zenuwachtig passagier: „U-u-u-kunt toch z-z-zeker wel zwemmen?" Schipper: „Neen mevrouw. Ik ben er een van 't soort, dat liever met z'n schip naar den kelder gaat."

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1926 | | pagina 12