DEBEVELANDSCH
2
ONS ZEELAND
„Een eerste vereischte voor het ziekenhuis is een
directeur-chirurg op dit eiland woonachtig. Daar een
huisartsenpraktijk niet beschikbaar is, moet de ver-
eeniging den te benoemen directeur een salaris uitkee-
ren van niet minder dan f 5000, wat bij de tegen
woordige financieele toestand onmogelijk is. Daarvoor
zal bij de gemeentebesturen moeten worden aange
klopt om subsidie-verhooging van 25 ct. per inwoner,
hetgeen op de 20.000 inwoners die het eiland telt, het
benoodigde bedrag zal opleveren. Tevens echter werd
aangenomen om tegelijkertijd de gemeenten te ver
zoeken nu maar gezamelijk de heele ziekenhuis-exploi
tatie over te nemen, zoodat de particuliere vereeniging
ontbonden zou kunnen worden."
Dit is tot zooverre de gang van zaken waaraan nog
enkele beschouwingen mogen worden toegevoegd om
tot het antwoord op de boven dit artikel geplaatste
vraag te geraken.
Op dit oogenblik is reeds door verschillende ge
meentebesturen gunstig op het verzoek om subsidie-
verhooging en overname beschikt. Echter komen ook
hier en daar bezwaren naar voren die allerminst als
„gezocht" mogen worden beschouwd, want inderdaad
is de op 10 Augustus genomen beslissing verre van
ideaal. En waar we op het moment staan voor een
groote ommekeer in het ziekenhuisbeheer, verdient het
dan ook alleszins aanbeveling de rijzende bezwaren
ter dege onder oogen te zien.
Als vaststaande stelling dient voorop te worden ge
zet, dat in een streek als de onze met een, ten op
zichte van ziekenvervoer, haast volkomen geïsoleerde
ligging, een ziekeninrichting, welke ingericht is naar
de eischen die wetenschap en techniek stellen, vol
strekt onmisbaar is.
Opdat nu het ziekenhuis het volledige vertrouwen
zal kunnen winnen, spreekt het haast vanzelf, dat de
chirurg op het eiland zal moeten wonen. En vooral
het vertrouwen van diegenen welke het niet om gelde
lijke redenen hoeven na te laten naar een grooter zie
kenhuis ergens anders te gaan, waar meer de indruk
wordt verwekt, dat al het mogelijke aan den patient
wordt gedaan. Want deze zijn juist voor het sluitend
maken der rekening van overwegend belang. Of die
chirurg nu te Zierikzee of te Noordgouwe woont is ten
slotte van minder belang, doch het is van de vergade
ring goed gezien, dat hij hier noodig is.
Iets anders staat het met de beslissing dat de direc
teur een salaris zal genieten van ongeveer f 5000, ech
ter onder voorwaarde, dat hij geen gewone praktijk zal
uitoefenen. Hierin schuilen twee zeer groote bezwaren,
die de vooropgestelde vraag eigenlijk in ontkennende
zin beantwoorden.
Ten eerste worden volgens het jaarverslag in het
ziekenhuis per jaar slechts 107 operatie's verricht van
ingrijpenden aard. Dit is voor een medicus, die buiten
dien niets te doen heeft, veel te weinig. Groot is dan
ook de kans, dat men bij oproeping zal krijgen of jonge
chirurgen, die deze betrekking slechts als een uitkijk
post opvatten en de een na de ander zoo spoedig
mogelijk weer naar elders zullen vertrekken, of men
krijgt iemand die kalm het salaris opstrijkt, zich ver
der hier behaaglijk voelt en niet veel activiteit aan
den dag legt.
Het tweede groote bezwaar is, dat door het op zich
zelf niet te hooge salaris het ziekenhuis op te groote
jaarlijksche lasten zal komen, die een voortdurende
aanpassing aan de eischen destijds vrijwel onmogelijk
zullen maken, wat natuurlijk weer achteruitgang be-
teekent.
Het is alles wat van deze quaestie reeds gezegd is,
wel duidelijk, dat beide bezwaren direct ondervangen
zouden zijn, als zich te Noordgouwe of in Zierikzee
een chirurg zou kunnen vestigen met een veel kleiner
salaris, alleen voor het directeursschap, welke evenals
altijd het geval is geweest, ook gewone praktijk zou
uitoefenen naast zijn operatie's. Alleen in deze rich
ting zal dan ook een oplossing te vinden zijn, die ook
op den langen duur zal kunnen standhouden. Tevens
zou dan een diepgaande reorganisatie, die het zieken
huis tot een soort gemeentebedrijf zou maken, met
alle bezwaren daaraan weer verbonden, overbodig
worden. Echter zooals reeds vermeld is, is voor de
huispraktijk van dr. H. al een opvolger aanwezig en
daar bovendien het aantal huisartsen in het centrum
van ons eiland vrij groot is, wordt, practisch gesproken,
de kans op een goede oplossing in bovenbedoelden zin
vrij gering. Wat ten slotte het resultaat van alles zal
zijn, valt nu nog moeilijk te voorspellen, doch men
denke op Schouwen-Duiveland niet, dat het zieken
huis-vraagstuk reeds is opgelost, ook al zullen alle ge
meenten de aangevraagde subsidie-vermeerdering wil
len toestaan. B.
De tijd der ongelukken; een terrein,
dat braak ligt; onze tuinbouw; de
oogstmaand; de populaire zwem-
sport.
Een bekend gezegde van een onzer Zeeuwsche artsen
is, dat de boer zich in den zomer geen tijd gunt om
ziek te worden. Daarvoor gebruikt hij de wintermaan
den. Dit moge zoo zijn, degeen, die deze uitspraak de
wereld inzond, hield daarbij echter geen rekening met
de uitwendige ziekten, of liever met de ongelukken,
die in het voor den landbouwer drukke jaargetijde
veelvuldig voorkomen. Wie geregeld de couranten bij
houdt en zijn aandacht, behalve tot de politiek en de
bui tenia ndsche berichten, ook tot de dorpsgebeurte
nissen uitsteekt, weet daarvan. In den oogsttijd per
mitteert ieder dorpje zich de weelde van minstens één
ongeval. Hier is de maaimachine schuld, daar de
dorschmachine of een ander motorisch landbouwge
reedschap. Deze overvloed van bedrijfsongevallen toont
aan, dat in het landbouwbedrijf de kennis van de mo-