ONS ZEELAND
7
heden.... Komt bij U niet ook wel eens mevrouw
Zus of Zoo „een praatje maken" of „een kopje thee
drinken"? Mevrouw Zus of Zoo, die ook een huis
houding heeft, ook een gezin met kinderen, ook een
dienstbode, ook Weckflessc'hen en een nieuwe Sigg-
pan? En vindt U het niet verbazend interessant, te
hoeren, dat zij met dat vieze weer zooveel „slikvoeten"
op haar nieuwe looper in de gang kreeg, dat Kaatje
weer twee glazen en een kopje gebroken heeft en dat
ze de jam liet overkoken en de aardappelen zoo dik
schilt, en dat de zuster van Mevrouw's schoondochter
een portret heeft laten maken, dat heelemaal niet
„lijkt" en dat de nieuwe hoedjes de kinderen „snoezig"
staan? Is mevrouw Zus of Zoo niet meermalen in staat
een uur of meer te vullen met verhalen over deze en
dergelijke onderwerpen? En natuurlijk „praat" U mee.
.het zou immers hoogst onbeleefd zijn, niet zoo nu
en dan teekenen van instemming te geven. U beseft
volkomen het gewichtige van al die gebeurtenissen en
laat dat weten door af en toe, meer of minder lang
gerekte Ooo's uit te brengen in allerlei toonaarden. En
eindelijk moet Uw visite „heusch" naar huis. U ver
zekert haar, dat U het allergezelligst gevonden hebt en
U moet haar beloven, nu ook eens heel gauw zelf „aan
te komen loopen", wat U al dadelijk weer heerlijke
visioenen geeft van toekomstige „praten".
Dit is een van de vele dingen, die wij moeten aan
vaarden als een der noodzakelijkheden van het leven,
en die we dienen te slikken als kleine broer het velletje
in zijn beker melk: dapper en zonder klagen,
L. B. M.
het komt me voor, dat ik de levende mensche-
lijke curiositeiten in circussen en kermistenten mijn
liefde zal moeten opzeggen. En dat spijt me, want
tot nu toe hebben ze mij veel levensblijheid meege
geven.
Ik schaam me niet om te zeggen en te schrijven,
dat levende curiositeiten een hobby van me zijn, ik heb
er een bakvischachtige adoratie voor, ongeveer in den
geest als het zwakke geslacht, die voor wijlen Valen
tino had. Een curiositeit in een kermistent kon me
bij wijze van spreken breken en maken, ik had
er reizen, vermaningen van verstandige menschen en
commercieele opofferingen voor over.
Ik leefde voor ze.
Kunt U iets heerlijkers bedenken dan te gast zijn in
een woning van tentlinnen, bij menschen die anders
zijn dan alle andere menschen? Ik niet. Hebt U niet
zooiets als een heilige vervoering over U voelen komen
toen U ingewijd werdt in de abnormale vertegenwoor
diging van ons ras, in de afwijkingen van het mensche-
lijk lichaam of des zelfs onderdeelen? Was het niet
met verrukking, dat ge staarde naar de dame zonder
hoofd, naar den knaap met de holle armen, naar den
Siameeschen tweeling, naar den man, wiens maag was
als de hoorn van overvloed? Verrukte het U niet? Mij
wel. Misschien omdat ik goed van vertrouwen was, en
me met kinderlijke onbevangenheid aan de verrassin
gen van het Leven toevertrouwde.
Iemand, die op de kermis geen hoofd had, had voor
mij geen hoofd, en de man in het circus, die aange
kondigd werd als zijnde de bezitter van de omvang
rijkste maag ter wereld, had voor mij ook de groot
ste maag op dit ondermaansche. De dozijnen kik-
vorschen en visschen, het groote aantal oneetbare voor
werpen en de ettelijke liters vloeistof, die hij naar
binnen werkte met het gemak waarmede wij normalen
een oestertje slurpen, ware voor mij de onomstootelijke
bewijzen.
Jawel. „waren". Nu niet meer, want ik ben er
achter gekomen, dat men mij met die grootste maag
ter wereld er tusschen genomen heeft.
De maag, die men mij voorzette, was niet de grootste.
Het was, nu ja, een grootere etenverwerkster dan de
meest in zwang zijnde, maar het was er geen om zóó
over te roepen.
Ik heb drie grootere ontdekt, waar die uit het circus
een kindermaagje bij is.
Als U eens werkelijk magen zien wilt, zult U zich
naar St. Philipsland moeten begeven, naar het dorp
op Tholen, waar dezer dagen veel over gesproken
wordt.
Volgens de gemeenterekening van 1925 heeft het
stembureau daar ter plaatse, bestaande uit drie per
sonen kans gezien op één dag te verschalken:
9 pond paling, 11 pond kalfsborst, 15 pond kersen
en aardbeien, 80 broodjes, een liter cognac, 15 flesch-
jes limonade en flesschen wijn.
Toen ik dat las, viel mijn grootste circusmaag in
puin. Ik was een illusie kwijt, mijn vertrouwen in de
curiositeiten van kermis en circus hadden een schok
gekregen, die onherstelbaar is. Ik weet nu dat ik met
de maag bekocht werd, en ik vermoed, dat op zekeren
dag ook al het andere, waardoor ik in vervoering ge
raakte, zal blijken een bedriegerijtje te zijn geweest.
Ik denk, dat ik de curiositeiten in tenten mijn ge
folterde liefde opzeg.
Ik ga naar St. Philipsland.
Wie gaat mee?
EGO (formeert desgewenscht reisgezel
schappen tegen billijke prijzen. De
demonstratie der drie magen zijn
niet voor rekening van St. Pilips-
land.)