ONS ZEELAND
De Natuurschatten van Schouwen.
De Kievit.
Naast de zilvermeeuw, eigenlijk vóór deze nog
toonde de kievit zich een lastig camera-object, zoo
lang ik met de flapperende katoenen tent als schuil
plaats werkte. Noch
de kievit, noch de zil
vermeeuw kon ik bij 't
nest krijgen, als het
groene ding er 'n drie
tal meters vandaan
stond. Nu is de kievit,
met 't oog op fotogra
fische doeleinden, toch
'n kleinzeerige sinjeur.
Mijn eerste proefdier
liet zijn eieren al in
den steek, toen mij de
jachtopziener hielp om
op een meter afstands
van het nest een knup
peltje in den grond te
slaan, waaraan als een
pseudo-camera 'n hand
vol saamgebonden tak
jes hing. De bedoeling
hiermee was, den vogel
camera-mak'' te maken, zooals we het noemden.
Van dat óogenblik af achtte ik het bij den kievit ge
raden het toestel niet op een driepoot (statief) te
plaatsen, zoodat het, was het al een verheffing van
den bodem, toch min
der als 'n afzonderlijk
ding opviel.
Toen me bleek, dat
de kievit niet bij de
tent wilde komen, zet
te ik deze 10 meters
ver van het nest weg,
bevestigde den gummi
hal van den sluiter van
het toestel tusschen de
bladen van een houten
klem, welke ik met een
lang koord vanuit mijn
schuilplaats dicht zou
trekken, als de kievit
op het nest zitten zou.
De bal moest dan inge
drukt worden en zoo
den sluiter doen wer
ken.
Nu, ik kreeg werke
lijk een kievit op het
nest, dcch de lengte van het touw liet te veel speling
toe, zocdat de mecaniek niet naar wensch werkte. Ook
mijn onervarenheid had schuld aan de mislukking hier.
Toen bleef de tent in het duin staan en de jachtopzie
ner bracht ze eiken dag enkele meters dichter bij het
Kievit op nest.
Uit: Vogel-Idyllen „Trouwe Wachters", uitg. Brusse, R'dam
Nest met eieren van den Kievit.
Uit: Vogel-Idyllen „Trouwe Wachters", uitg. Brusse, R'dam
nest. De kievit bleef trouw terug komen. Eindelijk,
op Pinkstermaandag, stond ze op 3 meters afstand
en de camera op één. In de tent zittend zou ik nu
zelf den bal van de 3 meter lange gummislang kunnen
bewerken. De toebereidselen waren getroffen en ik
zou in de tent kruipen, toen een belangstellend vriend
in zijn opgetogenheid over de maatregelen, den hak
van zijn schoen boven
op de eieren zette.
Nadien gebruikte ik
de tent niet meer, want
dezelfde goede vriend
gaf me den raad een
kuil in den grond te
graven, waarin ik me
zou kunnen bergen en
dezen te overdekken
met plantenrommel Dit
leek me 'n uitnemende
raad en bij den eersten
kievit in 't nieuwe sei
zoen werd de proef ge
nomen. De jachtopzie
ner groef den kuil aan
den rand van 'n laagte,
zoodat de overkapping
niet behoefde op te val
len en op één meter af
stands van 't nest kwam
het toestel te staan, een groengeverfd, voor deze spe
ciale doeleinden expresselijk vervaardigd kistje. Van
daar leidde de gummislang naar hét hol.
Elf uur sloeg de torenklok van Burgh, toen de maat
regelen waren getrof
fen en ik in mijn kuil
zat, gereed en bereid
te wachten tot 't cris-
tates (kuifdrager) zou
behagen op zijn nest te
komen. De jachtopzie
ner en zijn zoon gingen
naar huis en ik was al
leen. Na een kwartier
hoorde ik den gonzen-
den wiekslag van den
kievit vlak langs me
heen gaan; een poosje
later zag ik hem op drie
meter afstands van me
in de laagte loopen,
zoodat ik me doodstil
moest houden om me
niet te verraden en nu
begon het spel, dat ik
na dien eersten keer
nog zoovele malen heb
waargenomen-, In een wijden boog om het nest heen,
stilstaan, scherp luisteren, argwanend rondkijken met
het groote pluvierenoog, weer verder getrippeld, den
bocht wat kleiner nemend, weer stilstaan, luisterend,
spiedend, en zoo, langzaam, langzaamaan het nest