Echte Zeeuwsche Boterbabbelaars
J. B. DIESCH'
2
ONS ZEELAND
onzen eigen gang gaan. M.i. is de kans groot dat- de
provincie dit toestaat, te meer daar haar plannen in
de dorpen niet zulk een succes hebben als verwacht
werd. Binnen niet al te langen tijd zie ik Goes zelf
electriciteit opwekken, deze eerst distribueeren aan de
Gceschenaars en op den duur aan de bewoners der
omliggende dorpen. Een kwestie die schandelijk veel
tijd in beslag genomen heeft door de in economisch
opzicht weinig te waardeeren houding der provincie,
kan op deze wijze haar belang krijgen.
Een tweede belangrijke zaak begint wat meer in
het licht te komen, n.l. de voorziening van den hoofd
weg Bergen-op-ZoomVlissingen. Met deze hoofd
verkeersader der provincie is al wat af gesukkeld, ik
geef toe de oude postweg, die drie keer over het water
leidde is al veel verbeterd en oordeelkundig verlegd
gedurende de laatste 10 jaren, doch nog niet dermate,
dat men onze voornaamste verbinding met het vaste
land ideaal mag noemen. Deze tijd zal echter ééns
komen, en als de regeering de gelden wat vlug beschik
baar stelt, zelfs vrij spoedig. Van Vlissingen tot Kloe-
tinge is de weg, behoudens enkele nog aan te brengen
verbeteringen vrijwel in orde. Voor het slechte ge
deelte: Kloetinge tot den eersten Bathpolder, ligt reeds
een groot en mooi plan gereed. Er zal een geheel
nieuwe rijksweg worden aangelegd van circa 20 K.M.
lengte, die langs de dorpen voert en alleen de kom
van Krabbendijke aandoet. Het is hier niet de plaats
om in bijzonderheden te treden, wie deze echter in de
,,Goesche Courant" onder oogen kreeg, zal moeten toe
geven, dat het grootste leed over onze wegen weldra
geleden zal zijn. Zeeland zal mettertijd inderdaad toe
gankelijk voor het moderne verkeer worden. Deze
mededeeling opent verblijdende perspectieven, metter
tijd kan er een provinciaal feest aan gewijd worden.
Feestvieren kan men in onze landouwen wel. Hans-
weert heeft er pas weer het bewijs van geleverd, toen
het „Scheldegalm", het Hansweertsche muziekkorps op
zijn veertigsten jaardag befuifde. Het geheele dorp
was in het groen en in de bloemetjes gezet, en van
heinde en ver hadden vereenigingen en particulieren
zich opgemaakt, om in de feestvreugde der Hansweerte-
naren te deelen. Ondanks den regen heeft er in het
dorp aan den mond van het Zuid-Bevelandsche kanaal
een geheelen dag en een langen avond veel jolijt ge-
heerscht.
In de donkere dagen van het meest-trieste seizoen
van het jaar, doet zoon pretje ons meest zondaar-
gestemde en ernstige Oost-Zeeuwen goed. A. M. D.
MET GOUD BEKROOND
Alleen echt met het merk J. D.
CHOCOLATERIE „IN DEN ZOETEN INVAL"
LANGE BURG C 110 MIDDELBURG
Bestellingen boven f 2.50 franco
Een verbeterde verbinding; welkom
reizigers; van den landbouw naar
den tuinbouw; vervreemding van
het platteland.
Zeer onlangs schreven we onder deze rubriek over
de verbindingen van het Noordelijkste eiland onzer
provincie met den vasten wal.
Nog zijn ze niet ideaal, voornamelijk niet voor de
auto-bezitters, maar, dank zij de A. N. W. B., de K.
N. A. C., de medewerking van het Prov Bestuur en
de R. T. M., wordt met ingang van den winterdienst
of anders bij het beëindigen van den Zomertijd, het
aantal vaarten bij den Veerdienst ZijpeAnna Jacoba
Polder, in beide richtingen met drie uitgebreid, terwijl
voorts de tarieven, voornamelijk voor het vervoer van
auto's, belangrijk worden verlaagd.
Gedurende enkele jaren is over dezen duren veer
dienst hier veel gemopperd, maar gedachtig aan het
„fra.ppez, frappez toujours", heeft men het eindelijk
zoover gebracht, dat de verbindingen, hoewel nog niet
schitterend, toch belangrijk zijn verbeterd, n.l. door
meer vaarten per dag en door tariefsverlaging.
Deze laatste concessie aan H.H. automobilisten zal
er waarschijnlijk niet weinig toe bijdragen, dat de
diverse handelsreizigers met hun auto's niet meer bij
,,de Polder" zullen omkeeren, maar over de plas zul
len gaan, ten einde te trachten op Schouwen of Duive-
land zooveel te verdienen, dat hun dure reis naar het
afgelegen oord gedeeltelijk daardoor wordt gecom
penseerd.
De terugkeer naar normaler verhoudingen leidt er
toe, we konden hier al eerder op wijzen, dat de prijzen
der landbouwproducten dalen, waardoor men ook hier
zoekt naar andere bronnen van inkomsten, waarvoor
allereerst de tuinbouw in aanmerking komt.
Gaat het in de naaste toekomst steeds meer deze
richting uit, dan zal het opgroeiend geslacht toegerust
moeten worden met theoretische en practische kennis
voor het komende nieuwe bedrijf, bij welke opleiding
vocral niet de landbouw mag worden vergeten, als
zijnde neg steeds de hoofdbron.
Van landbouwdeskundige zijde is daar onlangs al op
gewezen. In het algemeen is de belangstelling van den
onderwijzer voor land- en tuinbouwkunde gering. Mis
schien ligt de slechte belooning voor de acte of geringe
waardeering der autoriteiten hieraan ten grondslag,
maar wellicht zit het ook in de opleiding.
Bij Plantkunde maken de a.s. onderwijzers wel ken
nis met verscheidene in het wild groeiende gewassen,
maar het leven en de groeivoorwaarden van de cul
tuurgewassen, waarvan men de ontwikkeling dagelijks
rond zich ziet, blijft buiten beschouwing. Van den
strijd, die de landbouwer en tuinder te voeren heeft