AR..
»Pfir
Schetsen uit Zeeland.
10
ONS ZEELAND
.het komt me voor, dat we ons niet op den sche
del moeten laten zitten door Blaricum, het plaatsje
waarvan men niet eens weet waar het ligt, als men
zijn aardrijkskunde niet heel goed bijgehouden heeft.
Weet U wel wat ze in het Gooische dorp gedaan heb
ben? Een schoonheidswedstrijd gehouden. Gedurende
de kermis is er een prijs uitgeloofd voor het mooiste
meisje. A la Amerika doet men daar in Blaricum.
Er waren heel wat liefhebsters voor den prijs, die wel
wat meer geweest zal zijn dan een Bossche koek of
een pond moppen, niet minder dan zes-en-twintig con
currenten kwamen in de demi-finale en het resultaat
was dat twee blondinnen aanspraak maakten op den
schoonheidsprijs.
Ik geloof, dat we Blaricum dezen kamp om de
schoonste maagd niet monopolitisch moeten laten be
houder. Waarom het Gooi wel en Zeeland niet? Zijn
wij niet beroemd om onze schoonheden, kan men bui
ten onze provincie ooit een gesprek over Zeeland be
ëindigen zonder dat de vreemdeling zich met de pre
tentie van een fijnproever en kenner over de bekoor
lijke armen van onze struische meiskes heeft uitgelaten?
Ik vind het meer dan tijd, dat we deze armen ook in
het eigen land eens in het zonnetje gaan zetten, het
voorbeeld van Blaricum gaan volgen en de kermissen,
die wel een nieuwe attractie kunnen gebruiken, gaan
aanwenden als gelegenheid waarbij we eens met ons
vrouwenschoon op de proppen kunnen komen. Tegen
het Nieuwjaar zou iedere gemeente haar eigen konin
gin wel hebben benoemd, zoodat dan kan worden over
gegaan tot een provinciale keuring, waar men de
schoonste vrouw van Zeeland zou kunnen procla-
mearen.
Welke mogelijkheden openen zich hier voor onze
nationale dracht, voor het vreemdelingenverkeer, voor
den huwelijkschen staat, voor de kermissen, voor.
de jury's.
En voor de vrouw niet te vergeten!
Wij Zeeuwen zijn in alle opzichten tot den dag van
heden te bescheiden geweest, we hielden er niet van
onze vrouwelijke schoonheden te etaleeren, we stopten
haar weg, onze bescheidenheid ging zelfs zoo ver, dat
we ten einde ieder opzien baren te vermijden, onze
vrouwen thuis lieten.
We moeten naar Blaricum zien en aan onze vele
keuringen een nieuwe toevoegen.
Als de mannen het initiatief daartoe niet nemen, dan
moeten de vrouwen het doen. In ieder geval houdt
zich aanbevolen voor jury-lid.
EGO, (mits vrijblijvend).
IV.
Van een Zondag in een kleine stad.
Bim, ham. bim, bam
Half tien.
De torenklok schalmeit over de lage daken, die
vree lijk glanzen in het zonlicht.
Pa wordt wakker, hoort het luiden en draait zich
nog eens vergenoegd om, dut weer in.
Ma wordt wakker bij den laatsten slag, schrikt, denkt
dat het Maandag is, rent uit bed en naar den scheur
kalender om dan tot de geruststellende ontdekking te
komen, dat het tóch Zondag is, maar dat zij eigenlijk
erg veel zin heeft in een lekker kopje thee.
Voorzichtig, om haar man niet wakker te maken,
schiet zij in haar gebloemde muilen, drapeert haar om
vangrijke gestalte met een verschoten blauwe kamer
japon, en ijlt de trap af, voortgedreven door het heer
lijke vooruitzicht van een kopje geurige thee en een
beschuitje met boter.
Een kwartier later bestijgt zij, een porceleinen blad
met vier kopjes torsend, de krakende trap, en wordt
de Zondagslafenis, als een poging om 'n eventueel
slecht humeur in het vooruitzicht van een leelijken dag
vol verveling, tevreden te stellen.
Er wordt opgestaan, de kinderen komen beneden.
Zus en Rie in zonderlinge morgengewaden en nog
zonderlinger kapsels, Pa in zijn huisjasje, dat angst
wekkend ratelt en Bas zonder jas in een sporthemd.
Zwijgend ontbijt. Stille Zondagsvreugde buiten,
enke'e voorbijdruipende kerkgangers en een ratelende
melkkar. Van het ontbijt drijft men naar den koffie
maaltijd.
,,Och", zegt Ma berustend, ,,op een Zondag doe je
toch niets anders dan eten en drinken".
Pa knikt gretig toestemmend, doet een aanval op
de koekjestrommel, die Ma hem ontrukt en veilig ach
ter slot bergt.
De dochters vechten om de verfomfaaide inhoud van
de leesportefeuille, zus bijgestaan door Pa, ,,de partij"
wint. Rie rammelt uitdagend ,,How do you do" op de
piano en begeleidt het klaviergeweld met haar twee-
tonige stem.
Ma prutst in de keuken aan haar Zondagspudding,
die sterke neiging tot flauwvallen aan den dag legt.
Pa harkt het tuintje aan, verwijdert steenen uit
den grasrand en zet bloempotten over de asterplantjes
ter bescherming tegen de slakken.
Zoo gaat de morgen voorbij.
Drie uur. Het familieleven wordt verplaatst naar
den salon, hoewel Pa er tegen is, met het oog op even
tueels visite.
„Laten we het bordje „Uit" zetten", stelt hij voor.
„Dan moeten we naar achteren gaan en den boel
sluiten", beweert Ma met klem.
Pa wil niet, discussie, de kinderen gieren.
Vervolg op bladz. 12