Melk, al of niet gepasteuriseerd %£c Coöperatieve Melkinrichting en Zuivelfabriek „WALCHEREN" Singel Tel. 83 MIDDELBURG Wal Telef. 120 VLISSINGENAagje Dekenstraat, Tel. 66 ROOMBOTER Grootste en meest moderne inrichting in Zeeland Nieuwe Fabriek totaal bebouwd oppervlakte van 2200 M2 12 ONS ZEELAND voorzien van het Rijkscontrölemerk wordt ook per postpakket verzonden Gedeponeerd Fabrieksmerk „Als we de jalouzieën neerlaten kan niemand ons zien", beweert Pa en hij sjort aan het nooit-werkende mechaniek. Ma verzet zich. 't Gebeurt niet. Retireeren wordt overwogen. Ma schenkt onder- tusschen het tweede kopje thee, besluit zich te gaan kleeden. Lacherige stilte. Er wordt gebeld! God! Ma veert uit haar stoel, „daar heb je 't nu al, visite"! Even stilte. Wie zou 't zijn? Haastig vliegt alles op, Ma redt twee vuile kopjes. Zus sleept de lees portefeuille aan één band naar de achterkamer, Rie smijt met donderenden slag de piano dicht, Pa redt een omgevallen stoel. Er wordt ten tweede male gebeldt. Heftig dringend. „Ik ben niet gekleed", jammert Ma en wringt aan haar kapsel.... „Geeft niets", kalmeert Pa, die geen zin heeft zich te verkleeden, de ergste rafels van zijn jasje plukt en zijn gepantoffelde voeten onder de kanapee verbergt. Maar Ma heeft het in de gaten. In dit hachelijke moment ontgaat niets haar speurend oog. „Man, je kan ze zoo niet ontvangen!" zegt ze zenuw achtig. Bijna dreigend. „Wel ja," zegt Pa, „ga jij je maar gauw verkleeden, dan houd ik ze wel bezig." „Trek dan tenminste je laarzen aan", dringt Ma. Pa, uit zijn kalme rust gewekt, staat mopperend op, sloft naar de achterkamer, zoekt, vindt geen schoe nen, vlucht. Er wordt weer gebeld, een dreigende galm. „Vooruit Rie, ga jij opendoen!" gilt Ma, over haar zenuwen heen. Maar Rie ligt in een lachstuip, on machtig om zelfs maar op te staan. „Vooruit Zus, jij dan," smeekt Ma nu bijna, maar Zus roept dat ze geen schoenen aanheeft en dat ze het niet doet. Ma wordt woedend! „Vervelende meiden, doe open! En gauw". Maar de meiden vliegen brullend van het lachen de suite door en den tuin in. In het schuurtje vinden ze Pa, die bijtijds den af tocht heeft geblazen, op een ongeschoeiden voet op den kouden steenen vloer, en proesten ze alle drie om het vermakelijk tooneel. En binnen ontvangt Ma, met een welwillende glim lach de welkome gasten. „Nee, er is niemand thuis", verzekert ze, „mijn man is gaan wandelen en de meisjes zijn op visite". En ze rammelt met de theekopjes om het gekraak van de trap te overstemmen, waarlangs de overige familieleden een haastigen aftocht zoeken. „Als Pa nu in Godsnaam maar niet op zijn studeer kamer gaat zitten", angstigt Ma geagiteerd, terwijl zij met buitengewone levendigheid de conversatie gaande houdt. En daar heb je het al, boven haar hoofd dreu nende voetstappen, gevloek van Pa die zijn laarzen niet kan vinden en tegen de meisjes roept of de visite nu nog niet weg is. „Het meisje heeft een vriendin boven", verzekert Ma vergoeilijkend. Een half uur later, hetzelfde tooneel als voorheen. Er is niets gebeurd. Pa in zijn jasje en op de pantoffels, de meisjes in haar vreemdsoortige morgengewaden en piekend kap sel, de leesportefeuille slingerend over den vloer en een heel regiment vuile theekopjes op het tafeltje. „Hè, hè", zucht Ma, blij dat het zoo goed afge- loopen is. Schemer valt. De straat is leeg en stil, Rie, bij kaarslicht, beukt onvermoeid de piano, de eene mop na de andere Pa denkt aan vroegere Zondagen die minder een tonig waren, maar ook zonder amusante momenten. Zus herhaalt telkens met mistroostigeen blik in de leege straat ziende: „En als je nu eens denkt, hoe druk het op 't oogenblik in de Kalverstraat is. Ma denkt aan den tijd toen de kinderen klein waren. En de avond valt, weifelt in de hoeken van de kamer, neemt dan zijn plaats in. Rust en vrede. Het lamplicht ontploft.... Rond de tafel. Pa de krant, Ma het handwerk, de kinderen boeken. Stilte. Tien uur. De Zondag is voorbij. BAES PEELAND.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1926 | | pagina 12