b[ KHEIttR DEP DOCEMPOEP 2 ONS ZEELAND die de weelde der monarchie kunnen torsen. Opnieuw is gebleken, dat het burgemeesterschap in een kleine gemeente weliswaar rustiger is dan in een grootere, doch dat het als oneindig gevaarlijker kan worden be schouwd. Na Kattendijke dienen deze week gelukkig in een gunstiger verband de gemeenten Kruiningen en Ier- seke te worden genoemd. Beide naar aanleiding van een raadsvergadering. In Kruiningen is de jongste ver gadering der vroede vaderen voornamelijk gewijd ge weest aan den heer Kostense, die dezer dagen 25 jaren raadslid van het dorp was. In goedgekozen woorden hebben burgemeester en collega's den wakkeren ge meentebestuurder met zijn zilveren jubileum gecom plimenteerd. In Ierseke hield de raad zich onlangs onledig met de proeven genomen met een motorbrand spuit en met het verkeersvraagstuk aan den Dam. Twee verblijdende feiten, omdat zij getuigen, dat in dezen tijd ook de kleinere gemeenten aandacht aan het ver keer en aan het brandgevaar gaan schenken. Dit laatste is veel te lang een stiefkind op de begrootingen geble ven, zelfs in de plaatsen van grooteren omvang. Hoe bedroevend de brandveiligheid soms is, bleek laatst te Goes, waar men een brandweerdemonstratie gaf, tijdens welke bezienswaardigheid aan het licht kwam, dat vele slangen zoo doorzeefd waren, dat zij het water niet konden geleiden. Zuinigheid is te prijzen, doch verkeerde zuinigheid komt altijd duur te staan. Goes, de plaats, die in deze kroniek door haar posi tie nog al eens vaak genoemd moet worden, stond dezer dagen midden in de belangstelling door de vlucht van een aangehouden brillenkocpman uit het bureau van politie. Tot goed begrip vermeld ik er bij, dat de ontvluchte geen arrestant was, hij brak niet uit een cel, doch uit de W. C., men mocht wellicht denken, dat opsluiting in Goes geen beveiliging der maat schappij beteekende! En dat zou onjuist zijn. Wie vermoedt, dat het Goesche bureau van politie geen soiled afzonderingsoord is, neme zelf de proef eens. Ontsnappen zal hij niet, zelfs niet door het raampje der W. C. Tenminste nu niet meer. Al doende leert men, d.w.z. de politie. A. M. D. Onze veerdiensten; reizen in het natte en koude seizoen; 40 jaren overzetten; de suikerbiet in gevaar. P Niet zonder reden werd er vroeger, en tegenwoordig nog wel, in Zeeland geklaagd over de verbindingen met den vasten wal en de eilanden onderling, maar de moderne tijd bracht betere verkeersmiddelen, waarin langzamerhand groote verbetering is gekomen, met name ook in de veerdiensten, die in Zeeland nu een maal onontbeerlijk zijn. Prachtige provinciale booten en flinke motorschepen onderhouden geregelde dagelijksche diensten tusschen de diverse eilanden en slechts op enkele plaatsen ge schiedt de overtocht nog met de aartsvaderlijke roei- of zeilboot. De ouderen onder ons, ze kunnen er van meepraten wat het beteekende in den winter in ons gewest op reis te gaan en al is het thans in het barre jaargetij nog meestal geen pretje in ons landje van wind en water te reizen, bij een vergelijking met vroeger heeft het tegenwoordige geslacht niet te klagen. Een bekend veer was in de negentiger jaren het veer VianeStavenisse, waarvan toenmaals een zeer druk gebruik werd gemaakt en waar men in den winter dikwijls niet zonder levensgevaar overging. Met ware doodsverachting, tenminste dat leek het voor de achter- blijvenden aan wal, hebben in dien tijd de wakkere veerlui de passagiers en post overgebracht en menig een zal zich misschien bij het lezen dezer regels den kouden en gevaarvollen tocht herinneren, die hij een maal ondernam van Schouwen naar Tholen, De komst van de tram in het begin dezer eeuw, bracht hierin veel verandering en verbetering. Nog eenmaal in den oorlogstijd heeft dit veer VianeStavenisse dienst gedaan bij wijze van proef, maar haar bestaan duurde slechts kort en het verdween, wie weet voor goed. Een ander druk veer is tot heden intact gebleven. Het is het veer van Oud- op Nieuw Vosmeer, dat we op het oog hebben. Dezer dagen is de bediening er van in andere handen overgegaan, nadat de veerman ongeveer 40 jaar de menschen de Eendracht heeft over gezet, hetzij met de pont, hetzij met de roeiboot. Dui zenden zijn in dien tijd het betrekkelijk smalle water overgebracht. We herinneren maar aan de eerste dagen na den watersnood van Maart 1906, toen honderden nieuwsgierigen eens een kijkje kwamen nemen in het geteisterde gebied. Na een diensttijd van ongeveer 40 jaren heeft de actieve veerman zijn emiritaat genomen. Zijn welver diende rust wordt hem in ruime mate gegund. Heel Zeeland staat Charivarius vergeef het me in het teeken van den ,,pêen". Overal rijden de zwaar be laden wagens langs de wegen naar de inschepings plaatsen of naar de ladingsplaatsen van tram of spoor. Alle hens is aan dek! De peeën vormen voor een groot deel den ,,oest" van den landbouwer en hun gesprek ken loopen goeddeels over de ,,peen", het gehalte en de opbrengst. Toch gaat het met de peeën niet zooals het gaan moest. We herinneren hierbij aan het adres, door den Bond van Coöp. Suikerfabrieken in Nederland aan den minis ter van Financiën gericht, waarin, onder verwijzing naar de ongunstige omstandigheden der suikerindustrie, aangedrongen wordt op regeeringssteun tot behoud de zer industrie. Zeer onlangs heeft de voorzitter der Z. L. M. te Am sterdam in een- vergadering van de Industriëele Club een inleiding gehouden over de vraag: of de overheid bizondere maatregelen dient te treffen om de suiker bietenbouwers in ons land te steunen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1926 | | pagina 2