ZeeuwenBezoekt Café „De Trocadero" De vrouw aan het woord 6 ONS ZEELAND Dat Bellamy aan zijn Fransje zoovele van die ,,ge- rozegeurde" zangen wijdde, dat hij haren lof tuiterde naar de vier streken van het kompas, dat hij haar allerlei volmaaktheden, allerlei geestelijke versieringen aanpaste, als ware zij eene ,,Probirmamsell" voor dich ters, dat hij haar prototype onder de dames van de oudheid zocht en haar Fillis of Phyllis noemde, dit was alles naar den trant dier dagen volkomen en règle. Doch tijdens hij nog te Vissingen was, hadden de ouders van deze Fillis reeds een eind willen maken aan eene verkeering, waarvoor zij hun dochter te goed achtten. Zij kon hare eieren wel beter ter markt brengen. De vader was een rechtzinnig man, voor 't minst uit een rechtzinnig geslacht; wellicht was hij identiek, of anders verwant met den man, die in 1771 zes huisjes vcor behoeftigen stichtte te Sommelsdijk, bekend gebleven als de Fundatie van Jacob Baane. In huwelijkszaken huldigde hij echter de oude leer: „Gelijk goed, gelijk bloed, gelijke jaren, geven de beste paren". Die jaren nu kwamen wel overeen, Fransje was drie jaren jonger dan Jacobus, maar 't haperde aan het goed en het bloed. De ouders ver boden hun dochter den verderen omgang, en 't beste middel om aan deze kalverliefde naar zij meen den een eind te maken, zagen zij in hare verbintenis met een anderen, beter gesitueerden huwelijkskandi daat. 't Geschiedde onder pressie; Fransje gaf ten slotte toe. Doch de zaak kwam geheel anders uit; toen de bruiloftsdag reeds bepaald was, kwam de bruidegom plotseling te overlijden, en in plaats van naar het huis des maaltijds, gingen de vrienden naar het klaaghuis. Nu was de baan weer vrij, en nadat Bellamy de akademische loopbaan was ingetreden, waren zijne vooruitzichten ook zooveel beter geworden. Een platte landsdominee was altijd een betere partij dan een bakker zonder bedrijfskapitaal. Evenwel bleef de fa milie eene verbintenis tusschen deze twee dwarsboo- men; het bloed der beide geslachten scheen te ongelijk. Misschien had Fransje eenigen steun gevonden bij haren broeder, Jan Cornelis, doch deze had het voor beeld des vaders gevolgd en was gaan varen. Varen naar de Oost, waar Baane senior zich den buidel had gevuld, waar ook Baane junior den boom met Spaan- sche matten hoopte te schudden. Het „neen" van de familie Baane maakte Bellamy wanhopig. Het scheen alsof bij hem de molen door de vang zou gaan; hij ging zijne akademische loop baan, zijne verplichtingen tegenover de Vlissinger notabelen, die zijne studiën betaalden, de studie zelve, zijn dichterroem, zijne vooruitzichten, alles verzaken, om als avonturier naar Amerika te gaan. Hij wilde daar gaan strijden onder de banier der jonge republiek en deze helpen zich te ontworstelen aan het Engelsche juk; een ideaal, waarvoor toenmaals zoovele jonge harten gloeiden, ook zonder dat eene ongelukkige liefde hun ten prikkel was. Inzonderheid Frankrijk zond destijds scharen vrijwilligers, in wier gemoed iets van de geestdrift van Lafayette vonkte, den oceaan over; de afgewezen minnaar van Francina Baane wilde zich bij hen aansluiten. Maar de Utrechtsche akademie- vrienden wisten hem dit plan toch uit het hoofd te praten. Daar was J. P. Kleyn, die met Bellamy op hetzelfde ros, den Pegasus, placht te rijden en wiens omgang er veel toe had bijgedragen om Bellamy's literairen smaak te vormen en te veredelen. Voorts Ockerse, Hinlopen en enkele anderen, die te samen met hem de club der „keurelingen" vormden. Hij liet zich ompraten en bleef te Utrecht aan de studie. Zijn hart bleef te Vlissingen, bij Fransje; nu hij de dochter van kapitein Baane niet vrijen kon, vrijde hij de dochter van Apollo, de muze van de dichtkunst. Slot volgt], Reguliersdwarsstr. 97, Amsterdam Middag- en Avond-Concert Als de Zomer voorbij is Als de zomer voorbij is en het uit is met de vele wandelingen, auto- en fietstochten, dan komt er voor ons, vrouwen, een tijd van „prettige plichten". Dan zijn we het „our home is our castle" meer dan ooit bewust en meer dan ooit beseffen we dan, dat wij het zijn, die moeten zorgen voor een gezellige sfeer in huis, zoodat ook onze mannen en kinderen na hun dagtaak geen grooter verlangen kennen dan „thuis" te zijn. En om die gezellige sfeer te krijgen, wordt aller eerst de huiskamer eens extra onderhanden genomen, de kamers, waar we te zamen onze lange winter avonden hopen door te brengen. Want ons aller hu meur wordt immers bewust of onbewust beïnvloed door de omgeving, waarin we leven. Die omgeving moet dus zoo aangenaam mogelijk zijn. En als het buiten guur en somber wordt, dan vooral moeten binnen warme en vriendelijke kleuren het oog treffen. Dan maken we een „hoekje", een „cosy corner" van ge makkelijke stoelen bij den haard. Veel van de bloemen die er nu nog staan, zullen we al spoedig moeten missen. Dat zal groote leegten geven. Daar moet reke ning mee gehouden worden: schemerlampjes met fleu rige kapjes en kaarsen in kandelaars op schoorsteen en piano mogen vooral niet ontbreken. Hoe eenvoudig ze ook gemaakt zijn, als ze juist geplaatst worden, ver- hocgen ze de intimiteit. Kapjes van heel dun goudgeel papier, met silhouetjes, door kinderen uitgeknipt, be plakt, kunnen zelfs bij feestelijke gelegenheden een aardig effect maken. Overigens: vierkante lapjes ge bloemde zij of dunne satinet met een effen rand om zoomd, en een lange houten kraal aan eiken hoek, kunnen in e'ke kamer vroolijkheid brengen, mits de kleuren goed gekozen zijn. Groen is altijd uit den booze, dat geeft ons een vale gelaatskleur. Rood en goudbruin „doen" het meestal goed. Al zullen vele mannen iedere kleinigheid op zich-

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1926 | | pagina 6