ONS ZEELAND
DE BEVELAMD5CH
GEÏLLUSTREERD WEEKBLAD
Tevens Officieel Orgaan voor de Zeeuwsche Vereenigingen in Nederland
EERSTE JAARGANG
No. 41
6 NOVEMBER 1926
fiüHM
HoofdredacteurANTOINE V. D. BERG
Uitgave en druk van G. W. den Boer, Lange St. Pieterstraat F 33, Middelburg, Telefoon 150, Postrek. 74988.
- Aanvragen omtrent advertentiën in dit Weekblad richte men tot den Uitgever. - Stukken, bestemd voor
de Redactie, te zenden aan de Redactie, Groote Markt 4, Goes, stukken betreffende de Zeeuwsche Ver
eenigingen aan den Heer M. P. Cornelisse, Coltermanstraat 14 rood, Haarlem. - Losse nos. a ƒ0.15 op
aanvraag bij den Uitgever. - Abonnementsprijs 1.25 per kwartaal. - Advertentieprijs 0.35 per regel.
Bij contract lager tarief op aanvraag verkrijgbaar.
Den Heer G. F. MARTIUS» wonende te Haarlem, welke
als mijn vertegenwoordiger, speciaal voor het Week
blad „ONS ZEELAND" werkzaam, was, IS als zoodanig
ONTSLAG VERLEEND.
G. W. DEN BOER.
De moeilijkheden in de suikerbie
tencultuur; de boer, die niet ten
onrechte klaagt; over landhonger
en hooge pachten; het gelooi aan
het land, dat niet alleen zalig be
hoeft te maken.
In de jongste vergadering van het hoofdbestuur der
Zeeuwsche landbouwmaatschappij is de aandacht ge
vestigd op de suikerbietencultuur, die in zeer moeilijke
omstandigheden verkeert. De teelt van de suikerbiet
stelt nagenoeg geen financieele baten meer in uitzicht.
Kleine winsten die in sommige gevallen op de grens
van het verlies verkeeren animeeren niet, zij drijven
daarentegen den landbouwer naar de producten die
betere financieele uitkomsten beloven. In de suiker-
wereld maakt men zich over den toenemenden afkeer
van den Zeeuwschen landbouwer voor wat men hier
de pee noemt, ernstig ongerust, daar hij een groote
bedreiging voor de suikerindustrie vormt. Reeds ge-
ruimen tijd zint men op middelen, die de teelt van
suikerbieten weer loonend zullen maken. Beoogd wordt
de suikerindustrie van hooger hand te doen bescher
men, hetgeen o.m. geschieden kan door invoering van
een z.g. productiepremie op het veldgewas.
In hoeverre het raadzaam is te voorkomen, dat de
suikerindustrie ten gronde gaat, kan hier onaangeroerd
blijven. Wel mag er op gewezen worden, dat het ver
dwijnen van de cultuur van de grondstof der suiker,
de bouw van de suikerbiet, voor onze provincie weinig
benijdenswaardige gevolgen zou hebben. Gedurende
tal van jaren was deze cultuur een van de hoofdbron
nen van bestaan in den Zeeuwschen landbouw en een
bron die terdege laafde, kan niet uitdrogen zonder de
onmiddellijke belanghebbenden er zelfs anderen ter
dege schade toe te brengen.
De Z. L. M. doet dus wel zeer verstandig door voor
deze kwestie een levendige belangstelling aan den dag
te leggen, en door om te zien naar een oplossing van
het netelige vraagstuk.
De landbouw verdient belangstelling in dezen tijd,