I.R.O. Hoe men elders lacht 7 Aj Möï; A 1 De man op 't schip: ,,Is m'n vrouw gered?" De man in de boot: ,,Ja, ja, maak voort!" De man op 't schip: ,,En al m'n tien kinderen?" De man in de boot: ,,Ja, ja, maar spring dan toch, meneer!" De man op 't schip: „Ik denk er niet aan, ik blijf hier!" (Passing Show/ Kleine Annie: „Nee Bob, niet doen! Je weet hoe boos oom gisteren was, toen we hem wakker maakten". (London Opinion.) Verwoed hengelaar (den draad van zijn verhaal weer opnemend): „Laat eens zien, waar was ik ook weer gebleven". Gast (die zich doodelijk verveelt): „Je was juist klaar met me die geschiedenis te vertellen van dien reuzen- snoek". (London Opinion.) Eigenaar van den grooten wagen: „Wat drommel, waar om gaf u geen teeken, dat u plotseling links af zou slaan?" De man in 't kleine wagentje: „Omdat ik zelf niet wist, dat ik 't doen zou". (London Opinion.) „Ik zou hier twee uur geleden m'n man ontmoeten. Hebt u hem ook gezien?" „Misschien wel, mevrouw. Hoe ziet meneer er uit?" „Nu, ik denk dat hij op 't oogenblik wel paars in 't gezicht zal zijn. (London Opinion.) De zoon van den controleur der gemeentefinanciën vraagt den vader van zijn meisje om haar hand. (London Opinion.) WOLVENSTRAAT 2-4 bij TELEFOON 33400 Schrijfmachinehandel (alle merken) Copieer-lnrichting (Spoed-inrichting) Reparatie-Inrichting - Linten - Carbon de Heerengracht 300, AMSTERDAM D. J. KOOPMAN

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1926 | | pagina 12