ftancli Ls: 4 Hoe men elders lacht -Ik r //M //■/"/■Mm. De nieuwe kindermeid (die baby van 6 maanden in 't park verloren heeft): „Mevrouw, is baby soms op z'n eigen naar huis komen kruipen?" (Passing Show). Hij: „Als ik al die wonderen der electriciteit lees, raak ik werkelijk aan 't denken." Zij: „Ja de electriciteit verricht wonderen," (London Opinion). Jonge vrouw: „Toen we verloofd waren, stuurde je altijd met één hand, maar nu schijn je dat nooit meer te doen." (Passing Show). Directeur: „Waarom brengt U dat valies mee?" Sollicitant: „Daar zitten mijn getuigschriften in." (London Opinion). Optimistische passagier (na de noodlanding): „Wat 'n bof, dat we niet hier naast neergekomen zijn!" (Passing Show). Man: „Schreeuw toch niet zoo, vrouw. We waren toch kletsnat geworden, kijk maar eens hoe 't regent. (London Opinion).

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1926 | | pagina 15