mmVLMrmr 4 ONS ZEELAND de eerewacht en begaf zich daarna door de Kon. Wachtkamer naar de Fylgia, welke reeds onder stoom lag te wachten en die kort daarop onder hetzelfde ge leide als bij aankomst de rivier opstoomde om op de reede den volgenden dag af te wachten en alsdan naar Antwerpen te vertrekken. De vreemde gasten hebben zich, dank zij de genomen orde-maatregelen in vol komen vrijheid kunnen bewegen en genoten van de zijde der talrijke toeschouwers een hartelijke ontvangst. Maandag den 8en kreeg kunstbeoefenend Vlissingen de gelegenheid voor de microfoon van den H. D. O. zich te uiten en stond de stad daardoor in verbinding met duizenden menschen in Nederland en daarbuiten, die zich per radio een oordeel konden vormen over 't geen men in Zeeland op vocaal en instrumentaal ge bied presteert. ,,Tut, tut," zal men zeggen, „Vlis singen is Zeeland niet." Volkomen waar; maar de rest komt later, want het licht in de bedoeling van den H. D. O. om na Vlissingen andere Zeeuwsche steden in de gelegenheid te stellen Zeeuwsche kunst den aether door te zenden. Er mag getuigd worden, dat dezen avond zeer ge slaagd is. Vooral de causerie van den heer Houtekamer uit Kloetinge, mag als propaganda-rede wel afzonder lijk worden genoemd en geroemd. We kunnen nog niet scheiden van Vlissingen. We hebben nog te voldoen den tol der dankbaarheid jegens de verdiensten van den Nederlander J. v. Boven, die Woensdag 10 dezer het feit herdacht, dat hij voor 25 jaren zijn werkzaamheid als Belgisch Consul aan vaardde. Het is niet in enkele woorden te zeggen, wat en hoeveel hij in dien tijd heeft gedaan, om de goede verstandhouding tusschen Belgen en Nederlan ders in Vlissingen te bewaren en (soms) te herstellen; maar dat hij heeft gearbeid met liefde en tact en met succes, dat moet men (Belg en Nederlander) hem tot zijn eere nageven. Moge hij nog jaren in dien geest werkzaam kunnen zijn! Nu moet ik toch waarlijk nog even naar de hoofd stad. Het is zeker, dat plaatsen als Middelburg, op verschillend gebied achteraan komen bij groote steden in binnen- en buitenland en dit is ook het geval met de electrische lichtreclame. Maar nu maken wij toch ook al meer en meer dagelijks kennis met die wijze van het aandacht vestigen op bepaalde artikelen en na eerst kleine uithangborden met licht er in, is er reeds de derde groote lichtreclame voor sigaretten in dienst gesteld, eerst de Caravellis, toen de Miss Blanche, en thans de Turmac. Naar wij vernemen kan binnen af- zienbaren tijd weer een groote lichtreclame voor een ander artikel worden tegemoet gezien. Maar dit is niet het eenige. We moeten in Middel burg niet alleen naar boven zien. We kunnen hier tegenwoordig op het Bolwerk het zeldzame schouwspel genieten, een paar duikers, heusche duikers in een tien meter diepen cementen bassin te zien afdalen om het aanvloeiend loopzand te bestrijden, dat al een storend element in den aanleg der rioleering den aan nemer (of de gemeente?) een flinken schadepost, den wandelaars een nieuw doel, den spotters stof tot glos sen bezorgt. Nu leg ik de pen maar neer. 't Is voor van de week genoeg. Een volgende maal de rest. V. J. van Boven te Vlissingen, welke dezer dagen zijn 25-jarig jubileum vierde als Belgisch Consul, met zijn echtgenoote. Be electriciteitsprijzen; klagende ambtenaren; kunst ten onzent; zorg voor de verpleging van zuige lingen. Waarschijnlijk als gevolg van de vele klachten en verzoeken, is er van den Raad van Bestuur der P. Z. E. M. een schrijven uitgegaan tot Burgemeesters en Wethouders in Zeeuwsch-Vlaanderen, waarin wordt aangekondigd, dat met ingang van 1 Juniari 1927 een proef zal worden genomen gedurende een jaar met een gewijzigd tarief voor de levering van electrischen stroom. Het risico voor de belasting buiten den wintersper- tijd zal dan welgevallen zijn, waardoor het niet uit gesloten is, dat in de avondtijden van de acht niet- wintermaanden stroom voor kracht aangewend zal wor den. De Directeur der P. Z. E. M. voorspelt echter nu reeds, dat dan klachten niet zullen uitblijven. Het licht zal dan onrustig en minder helder worden, waar door het bezwaarlijk zal zijn, te lezen of een hand werkje te doen. Het volgend jaar zal nu moeten uitwijzen, of de

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1926 | | pagina 4