1
ONS ZEELAND
Energie.
5
vrij talrijke klachten, welke den laatsten tijd vernomen
werden, achterwege zulen blijven.
Een feit is het, dat de prijzen van de electriciteit in
ons district hoog zijn, als ge ze vergelijkt met die in
andere streken van ons land. Neem b.v. de gemeenten,
die van Dordt en Leiden stroom betrekken.
't Is maar te hopen, dat men de tarieven voor de
waterleiding, wanneer deze binnen afzienbaren tijd ge
opend wordt, niet te hoog opschroeft en dat men liever
bij den opzet der plannen de grootst mogelijke sober
heid betracht.
Niet alleen over de electriciteit wordt geklaagd, ook
de gaslevering schijnt hier en daar niet naar aller ge
noegen te geschieden. Wat ons ook wel duidelijk wordt,
als we hooren, hoe te Zuidzande gasbuizen werden op
gegraven en het daarbij bleek, dat sommige gedeelten
gedeeltelijk verteerd waren. Geen wonder, dat ver
schillende bewoners van perceelen daar klagen over
slecht licht. Maar zelfs ongelukken kunnen er het ge
volg van zijn.
In Sas van Gent zijn het de rijksambtenaren, die on
tevreden zijn. Deze gemeente behoort om verschil
lende redenen tot de duurste in ons district en nu
willen de rijksambtenaren opname van deze gemeente
in een hoogere klasse van gemeenten. Zij schijnen
daarbij steun te krijgen van het gemeente-bestuur.
Toch lijkt mij de indeeling van gemeenten in verschil
lende groepen, waarbij dan gerekend moet worden naar
de prijzen van levensmiddelen, enz., een bijzonder
moeilijk werk, dat altijd reden tot ontevredenheid
geeft. Bijna alle menschen klagen graag over de duurte
van dit en van dat in eigen woonplaats, wat in andere
t gemeenten altijd veel goedkooper moet zijn. Wel wekt
de methode, die van Overheidswege gevolgd wordt, om
de noodige gegevens binnen te krijgen, niet altijd be
wondering. Critiseeren is echter gemakkelijk, maar wie
doet het beter?
Maar genoeg van die klachten en critiek. We heb
ben hier ook wel wat te roemen. En dan memoreer
ik hier gaarne het optreden van iemand als den be
kenden voordrachtkunstenaar Jac. van Els acker die
aardig op weg is, om een tweede Albert Vogel te
worden te SluisAardenburg. We zitten hier na
tuurlijk erg geïsoleerd en dan waardeeren we het mis
schien des te meer, als onze kunstenaars de bezwaren
van een reis naar het ,,Overjordaansche" trotseeren en
ons doen genieten van hun gave. Ik hoop van harte,
dat zij dezen winter ons niet vergeten, maar ook, dat
het Zeeuwsch-Vlaamsche publiek door een drukke op
komst zijn dankbaarheid toont. De avond van Elsacker
doet naar meer verlangen.
Te roemen is er ook over de actie, welke men hier
van R. K. zijde ontwikkelt ten opzichte van de kraam-
vrouwenverpleging en zuigelingen verzorging. Wie op
het platteland en in de stadswijken der mindergegoe-
den geen onbekende is, weet wel, dat er op dit gebied
toestanden bestaan, die allertreurigst genoemd moeten
worden. Ik beschik niet over de statistieken der aller
laatste jaren, maar indertijd heb ik wel gezien de
cijfers der kindersterfte over verschillende jaren en
dan maakten Noord-Brabant en Zeeuwsch-Vlaanderen
daarbij een slecht figuur. Daarin moet toch verande-
ring komen! Het jonge leven moet zooveel als moge
lijk is, worden beschermd tegen allerlei nadeelige in
vloeden.
Het is daarom te prijzen, dat nu eindelijk ook hier
eens in tal van gemeenten cursussen in zuigelingen-
verpleging worden gegeven. Het is nu maar te hopen,
dat de vrouwen en meisjes zich niet door zekere
preutschheid en valsche schaamte zullen laten weer
houden, maar dat de deelneemster uit alle groepen der
bevolking zich komen aanmelden.
Voor dezen keer mag ik aan mijn overzicht wel een
min of meer vermakelijk slot geven. Een gebeurtenis
te Nieuw-Namen geeft mij daar aanleiding toe. Daar
zagen twee inwoners van den Prosperpolder in de
nabijheid hunner hofstede twee, naar zij meenden, rare
vogels. Onmiddellijk liepen zij om hun vuurwapen te
halen en voorzichtig naderden zij de vreemde dieren.
Weldra waren de beestjes neergeveld en met groote
stappen liepen zij om hun buit te halen. Ondanks zij
twee kloeke gespierde mannen waren, zweetten zij ge
ducht, toen zij met de vogels thuis kwamen. Groot
was hunne verbazing, toen ze bemerkten, dat zij twee
tamme zwanen hadden geschoten, die toebehoorden
aan een familielid van hen Z. V.
Wij allen hebben het meermalen meegemaakt, zooal
niet zelf ondervonden, dat jonge, krachtige energieke
menschen, die met enthousiasme een of andere zaak
aanpakten, van ouderen en dus zoogenaamd wijzeren,
den raad kregen, zich daar toch vooral niet warm
voor te maken. Lachend en meelijdend schudden die
„wijzen" het hoofd. Zij.wisten immers al vooruit, dat
er toch geen gunstige resultaten bereikt zouden wor
den of: 't zou immers zonder al die moeite ook wel
terecht komen. Maar waar moest het heen, als alle
jcnge menschen met mooie ideeën en plannen zich
dadelijk lieten afschrikken, door zoo'n koudwater-
bad? Als de krachtelooze wil uitgaan en arbeiden,
dreigen er immers altijd duizend bezwaren. Het is
zoo dit en het is zoo dat, en het zou zus of zoo kunnen
loepen en als je nu een tegenwerking van dezen of
genen kreeg, en wat zou die of die er van zeggen.
en dan al die moeite. ja, als je dat alles gaat
overdenken, rijzen al grooter bezwaren, krimpt tot al
kleiner omvang de energie.
Ongelukkigerwijze zijn ze er nog maar al te veel,
die slappe, vadsige menschen, die alle inspanning,
strijd, verantwoordelijkheid en gevaar ontvluchten,
die Dante reeds beschreef in den derden zang van
,,De Hel" als menschen, die geleefd hebben, zonder
iets afkeurenswaardigs, maar ook zonder iets prijzens
waardigs verricht te hebben.
A