ONS ZEELAND
7
daarvan vroeg, bleek dat de heeren van Goes de
Goesche regeeringsleden die buiten stonden te wach
ten om aanstonds hun opwachting te maken hem
dat hadden verboden. Napoleon, beleedigd omdat de
boer de Goesche heeren meer gehoorzaamde dan hem
zelf, beval hem toen met donderende stem te gaan
zitten, en stelde het ontstelde boertje toen voor, hem
zijn hofstede te verkoopen. Maar daar wilde Klaas
Honderd niets van hooren: „ik bin er op eboren, ik
wil er op sturven," antwoordde hij maar aldoor, hoe
veel de Keizer hem ook bood. Deze, die schik in den
eenvoudigen boer scheen te hebben, gaf hem vervol
gens een vrij groot stuk taart, waarvan hij aanstonds
gulzig begon te eten. Toen hij zijn mond zoo volge
stopt had, dat er niets meer bij kon, riep hij een der
raadsleden van Goes, die met enkele generaals en
andere heeren in den voorvloer stond, toe: Meneer,
hier heb je ook een brokje, je moet er evel ook eens
van proeven, 't is zoo lekker", en toen deze heer het
niet wilde aannemen: ,,toe maar meneer, je moet niet
bescheemd wezen, ik lust niet meer." Napoleon glim
lachte bij dat alles en zeide: ,,Dat is nu de mensch,
zocals hij moet zijn."
De Keizer meende opgemerkt te hebben, dat de boer
hem bij het binnenkomen dadelijk herkende, en vroeg
hem daarom, of hij hem wel eens meer gezien had,
waarop de boer antwoordde: Ik docht wel dat jie
et wer, omdat ik zag dat ieder tegen joe en jie tegen
niemand je komplement maekte, ook zou ik je wel
ekonnen e'n, omdat je in mien uus angt met je wuuf
d'r bie".
Natuurlijk moest Napoleon dat zien, en de boer ge
leidde hem en de Keizerin naar een nabij gelegen
kamer, waar de beide portretten, natuurlijk niet van
de mooiste, aan den wand hingen. Napoleon nam een
lorgnet om ze eens goed te bekijken, eerst het zijne,
waarbij hij bijna schaterend van het lachen uitriep
,,Daar ben ik verduiveld goed op afgebeeld!" Daarna
bekeek hij dat van zijn vrouw, maar dat viel hem niet
mee, want het was niet de Keizerin die naast hem
stond, maar Josephine, zijn eerste vrouw. De Keizer
zeide bij deze onverwachte ontmoeting geen woord,
draaide zich om en ging weer naar de vorige kamer
terug. Hier onderhield hij zich nog eenige oogenblik-
ken met den boer en liet toen diens vrouw voor zich
komen. De bedeesde boerin viel aanstonds voor den
Keizer op de knieën, en Napoleon, die wel zag dat
er met haar toch niets te beginnen viel, liet haar maar
weer spoedig vertrekken. Tenslotte werd de zoon des
huizes ontboden. Deze, een stugge boer, kwam op on
verschillige wijze binnen, wat den Keizer zichtbaar
ergerde. Toch wilde hij zich enkele oogenblikken met
hem onderhouden, en vroeg hem daarom waarom hij,
die toch niet zoo heel jong meer was, nog geen vrouw
had. Omdat ik er geen zin in was het wel op
rechte, maar weinig beleefde antwoord, dat den Keizer
letterlijk werd overgebracht. Na deze woorden werd
de jonge man verzocht zich ten spoedigste te ver
wijderen.
Nadat Napoleon twee uur op de hofstede vertoefd
had, vertrok hij om de aan den zeedijk van de Wester
Schelde aangelegde batterijen en het fort Bath te in-
specteeren. Een der generaals, die door het schrikken
van zijn paard er af was gevallen en zijn been had
gebroken, moest op de hofstede achterblijven, maar de
Keizer bekommerde zich zoo weinig om zijn gevolg,
dat hij niet bemerkte of er een generaal meer of min
der was. Daar de zeedijk niet goed met een rijtuig
bereden kon worden, steeg Napoleon te paard. Drie
generaals en enkele ingezetenen van het eiland bege
leiden hem, maar de Keizer reed zoo vlug, dat al bij
Hoedekenskerke de ruiter die hem het verst gevolgd
was, het op moest geven. Geheel alleen vervolgde
Napoleon zijn tocht naar Bath, vanwaar hij weer naar
Antwerpen terugkeerde.
De gevolgen van het keizerlijk bezoek aan Zeeland
waren ten deele gunstig, ten deele ongunstig. Tot de
eerste behoort het decreet, reeds twee dagen na zijn
vertrek door den Keizer in zijn paleis te Laeken af
gekondigd, waarbij de Zeeuwsche eilanden tot een af
zonderlijk departement werden verheven het Depar
tement van de Monden van de Schelde, met Middel
burg als hoofdstad. Ter tegemoetkoming in de schade
die ze bij den watervloed van 14 Januari 1808 had
den geleden, kregen Middelburg, Vlissingen, Veere,
Arnemuiden en Domburg tesamen 49.000 francs.
Bovendien kreeg Vlissingen nog 2 millioen francs als
schadeloosstelling voor het bombardement der Engel-
schen; van deze som was bij Napoleon's val echter
nog slechts de helft uitgekeerd. Aan de creditzijde van
het bezoek staat evenwel, dat enkele notabelen uit
Middelburg en Vlissingen wegens hun houding tijdens
de bezetting der Engelschen, naar Frankrijk werden
opgelicht, waar ze tot 1814 gevangen werden gehouden.
Bovendien had in den nacht van den 18den Mei een
onverwachte inval der Fransche douanen plaats, die
alle Engelsche manufacturen en koloniale goederen, die
ze maar konden vinden, in beslag namen.
Ruim een jaar later bracht Napoleon zijn derde en
laatste bezoek aan Zeeland. Den 23sten September
1811 vertrok hij te paard van Oostende langs het
strand naar Blankenberg. Den volgenden dag zette hij
zijn reis naar Breskens voort, en daar hij zijn weg niet
door Sluis wilde nemen, moest hij het Zwin, destijds
nog een breed water, oversteken. Met een klein ge
volg scheepte hij zich in een armoedige hoogaars van
twee arme visschers in. De overtocht duurde een half
uur, terwijl de regen bij stroomen neerviel. Doornat
kwam Napoleon op het fort Oranje bij Cadzand aan,
waar hij terstond een groot vuur op den dijk liet aan
leggen om zich te verwarmen. Toen de Keizer aan de
visschers vroeg, hoeveel hij hun verschuldigd was, was
het antwoord: ,,'t Is al goed wat God u in het hart
geeft". Dit gezegde stond Napoleon aan, en den vol
genden dag liet hij aan de visschers, die niet geweten
hadden wien ze in hun schuitje overzetten, honderd
Napoleons uitkeeren, en verleende hem bovendien een
jaargeld van 300 francs. De verheugde visschers ver
telden hun wedervaren aan iedereen die het maar hoo
ren wilde, en de nieuwsbladen zorgden er verder wel
voor dat de milddadigheid van den Keizer bij zijn
binnenkomst in ons land wereldkundig werd.
Vervolg op bladz. 10