w EIMHVLMrM ONS ZEELAND en blijkens mededeeling van den voorzitter, zal tegen zijn erkenning vanwege de Commissie van Tongeren wel geen bezwaar rijzen. V. Onze kolenvcorraad; nieuws uit Aardenburg; de tijd der botsingen; een gerief voor reizigers; over het Belgische verdrag en over de paar denfokkerij. Met buitengewoon groot genoegen hebben we in de bladen gelezen, dat eindelijk de mijnwerkersstaking in Engeland zoo ongeveer beëindigd is en dat het grootste deel der stakers weer aan 't werk is gegaan. Waar om wij daarover zoo verblijd zijn? Wel, omdat we hier in Zeeuwsch-Vlaanderen en vooral zij, die wat dieper het land inwoonden en dorpen, die niet aan 't water gelegen zijn, de gevolgen van die staking aan de portemonnaie terdege gevoeld hebben. Tal van Zeeuwsch-Vlaamsche kolenhandelaren en particulieren betrekken hun voorraden brandstof in België. En dat was juist de laatste weken zoo goed als onmogelijk door het stopzetten van den uitvoer uit België. Op be perkte schaal hebben we weer een rantsoeneering ge kend. Ge begrijpt, dat de kolenprijzen enorm hoog waren. X De Aardenburgers zijn te feliciteeren met een aardig belasting-meevallertje. De gemeentelijke inkomsten belasting in 1927 zal vermoedelijk weer 20 pCt. lager kunnen zijn dan over het loopende jaar. Gerekend over de laatste drie jaar (1927 dan meegerekend), zal die belasting dan 50 pCt. omlaag gebracht zijn. Zulk een voordeeltje is wel een gelukwensch waard, waar voor men wel wat onaangenaamheden in de gemeente politiek over kan hebben. Aardenburg is ook aan 't restaureeren geweest. Het aardige Raadhuis, dat wel een opknappertje noodig had, heeft een gerestaureerden voorgevel en raadzaal gekregen, 't Werk stond onder leiding van dr. Kalff te 's-Gravenhage, zoodat de restauratie in uiterst des kundige handen was en verband hield met den oor- spronkelijken bouw. X De botsing tusschen auto s en treinen schijnen aan de orde van den dag te zijn. Ook in onze omgeving en wel te Axel heeft zich zulk een geval voor gedaan, wel niet met doodelijk gevolg voor een der inzittenden, maar dan toch zóó, dat een oude man, die nog wel voor 't eerst van z'n leven in een auto zat, een zijner voeten werd verbrijzeld. De gevaren voor het verkeer dreigen schier overal. Niet alleen, dat botsingen tusschen verschillende ver voermiddelen herhaaldelijk voorkomen, maar, hoewel niet in, dan toch dicht bij Zeeuwsch-Vlaanderen, wil men 't ook eens met ontsporingen probeeren. Naar uit het onderzoek van den rechter van instructie te Gent is gebleken, moet het plaatsen van een stuk rail op de spoorbaan bij Ertvelde wel degelijk met voorbe dachten rade zijn geschied. Het is daar, even voor de Belgische grens, niet pluis. Dezer dagen werd een trein tusschen Stekene en Kemseke tot staan gebracht door personen, die met een wit licht zwaaiden en er daarna vandoor gingen. Een werkman kwam later over de spoorbaan en werd door twee bandieten aange grepen met den uitroep: ,,Je geld of je leven!" Hij gooide hun een portefeuille toe, maar terwijl ze zich bukten om haar op te rapen trok de man zijn zakmes en ging er de kerels mee te lijf, die het hazenpad kozen. Zulke berichten zouden ons den angst op 't lijf jagen, 't Zou niet de eerste maal zijn, dat we hier een invasie van inbrekers en moordenaars vanuit België kregen. X Vanwege ons Provinciaal Bestuur schijnt nu toch gewerkt te worden, om in Breskens laten we hopen ook in de andere veerplaatsen een behoorlijke wachtgelegenheid in te richten voor de reizigers, welke van de provinciale boot gebruik maken. Voor het ge rief van de reizigers is doorgaans door de provincie bitter weinig gedaan. Wie het treft, dat hij bij guur, stormachtig weer, een poos moet wachten aan de aan legplaats op de boot, is nog niet gelukkig. Ook aan overdekte schuilplaatsen voor het vee is behoefte, wat Gedep. Staten nu zelf ook toegeven. X Men heeft de laatste weken gevraagd, hoe de Zeeuwsch-Vlamingen denken over het Belgisch trac- taat. Dr. Wallien, het Chr. Hist. Statenlid, meent, dat er in Zeeuwsch-Vlaanderen veel handteekeningen zul len te krijgen zijn op de lijsten tegen dat verdrag. Ik kan dat niet beoordeelen. Bovendien dat zal over enkele weken wel blijken. Ik geloof ook niet, dat er hier velen zijn, die per sé vóór het verdag zijn wie zou dat ook? maar toch heb ik wel gehoord van sommigen, die bang zijn, dat wij hier in 't bijzonder bij verwerping last zullen krijgen van allerlei plage rijen van de Belgische autoriteiten en grensbewoners. Wanneer men het ons van die zijde lastig wil maken wij zijn nu eenmaal voor vele dingen op België aangewezen kan men ons vrij wat faciliteiten, die wij nu genieten, ontnemen. En dat zouden we niet gaarne hebben. X Er wordt den laatsten tijd in de Zeeuwsch-Vlaam sche pers weer veel geschreven over de paardenfok kerij, een belangrijke bron van inkomsten voor velen in deze streek. Het gaat daarmee nog altijd niet schit terend. En nu is men hier niet algemeen tevreden over het Nederlandsch stamboek, de organisatie, welke niet alleen binnenslands regelend optreedt, maar ook in het buitenland reclame moet maken voor onze paar denfokkerij. De klagers meenen, dat dit stamboek te weinig aandacht schenkt aan Zeeuwsch-Vlaanderen en deze streek op tentoonstellingen en vergaderingen in Vervolg op bladz. 6

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1926 | | pagina 4