ZeeuwenBezoekt Café
„De Trocadero"
Avondliedje.
Dagboeken.
ONS ZEELAND
7
wekken, maar de nooit falende kogel zal aan hun
moordpartijen onder de waterbewoners een einde ma
ken. Schrille tegenstelling: de schoone strijd van den
Eskimo om het bestaan en de liefhebberij eens een
jacht op zeehonden te houden.
De tweede foto toont ons nog den robbenslag, die
in dit geval moet dienen om het nog niet goed dood
zijnde dier den genadeslag te geven, dat straks als
slachtoffer van zijn vraatzucht, uit zijn element zal
opgehaald worden (foto 6), dat hem eens in volle
glorie als zeeroover zag tronen. W.
Reguliersdwarsstr. 97, Amsterdam
Middag- en Avond-Concert
Als d' avond in mijn oogen leeft
en raakt mijn moewe handen aan
lijk een die stil zijn liefde geeft
en diep en innig wordt verstaan
als d' avond mijn gedroom beroert
en wekt de woorden van een lied
dat lang geleên mijn ziel ontroerd'
om ver geluk, om zoet verdriet
als d' avond mij in 't herte dringt
'lijk een vergeten, lief geheim
en feeder 't rhythme in mij zingt
van nieuw-geboren rijm na rijm
dan weet ik en in mijn gemoed
gaat alles licht en schooner staan
de handen zacht, de oogen goed
van allen die door d' avond gaan.
JAN H. EEKHOUT.
Dttairar
„Geef hier, geef hier, 't is van mij, naar kind, geef
hier, of ik sla je!"
Na deze minder vriendelijke, bijna huilend geroe
pen woorden, uit het anders zoo lieve meisjesmondje,
was er een oorverdoovend geraas van omvergeworpen
stoelen en twee paar hollende beenen in de zoo-even-
nog-zoo-rustige eetkamer, waar mijn beide nichtjes
zich hadden neergezet, om ongestoord wat te kunnen
schrijven.
De deur werd open gegooid en als een wervelwind
vloog het tweetal om mij heen: „Tante, ^oud haar
toch, mijn dagboek heeft ze!" „Die flauwerik is
bang, dat ik het zal lezen!" Ik wil het niet, 't is
pijn dagboek!"
Het kostte heel wat moeite en overredingskracht,
de overmoedige Riek het onrechtmatig verkregen
schrift ongelezen aan haar verontwaardigde zusje
"Terug te doen geven. Zij vond het belachelijk
van Mien, om zoo geheimzinnig te doen: Mijn dag
boek mag iedereen lezen. Ik zend het altijd aan Oom
Daan, en die schrijft er dan zulke leuke brieven over,
wat echt! Moet u hooren, tante, wat ik de vorige
week geschreven heb, van die grap bij Pauwels. Wat
zal hij daar een pret om hebben!"
En toen kreeg ik een smakelijk opgedischt verhaal,
van wat nicht Riekje de vorige week voor grappigs
beleefd had. Ondanks alles moest Mien tóch even
lachen, maar toen het uit was, vond ze minachtend,
dat je voor zulke flauwiteiten geen dagboek behoefde
aan te leggen. In een dagboek moest je juist schrij
ven, wat er binnen in je omging, de dingen, die je
niet zoo maar kon zeggen.
„Och die sentimenteele koek!" vond Riek. En met
een theatraal gebaar declameerde ze allerlei „non
sense", die zeker in Mien's dagboek zou staan, wat
weer alleronvriendelijkste ontboezemingen van Mien
ontlokte. Ik trachtte toen de opgewonden gemoederen
tot rust te brengen, door haar, als in alle dingen, den
gulden middenweg als de meest ideale te schilderen.
Maar meisjes uit den tegenwoordigen tijd zijn niet
zoo gemakkelijk te overtuigen van iets, wat afwijkt
van haar eigen „gevestigde" meening! En het had
een lang dagboek-gesprek kunnen worden. Riek
begon juist te informeeren of Tante vroeger ook een
dagboek had geschreven, toen ze zoo jong was als zij
en of ze dat niet eens lezen mocht toen, geluk
kig zou ik bijna zeggen, een vriendinnetje de jonge
dames voor een wandeling kwam halen. Ik moest
beloven, er dien avond nog wat van te vertellen en
werd alleen gelaten met het nieuwe schortje voor
kleine zus, waar ik aan bezig was. Dies kon ik mij
prepareeren voor een paedagogisch-opgezet dagboek-
verhaal. Maar in het stille middaguur dwaalden mijn
gedachten af naar eigen jonge jaren, naar den tijd,
toen ik veertien was en met enthousiasme mijn eerste
dagboek begon. Tijdens de laatste schoonmaak, kreeg
ik het toevallig nog eens in handen en op een rusti-
gen Zaterdagavond heb ik het op mijn schoot geno
men, om me te vermaken, niet alleen met de vroolijke
verhalen, maar, o schande, soms ook met dat, wat
Riek „sentimenteele koek" genoemd zou hebben, en
wat me ééns toch zoo heilige ernst was geweest! En
nu moet ik straks zeggen, of ik het goed of verkeerd
vind: een dagboek schrijven, als je veertien bent! Och,
als je er niet te veel tijd aan besteedt, kwaad kan
het niet, dunkt me: in den tijd, dat je het schrijft,
geeft het je vreugde en een veilig vertrouwd gevoel
en later. als je het nog eens leest, brengt het je
in herinnering, dat je ook eenmaal zóó was, het helpt
je, meisjes van dien leeftijd beter begrijpen, en je zal
Vervolg op bladz. 10