REEEEPS EH POEDELS Gedichten. ONS ZEELAND 11 Ter Neuzen is een even korte overgang niet aan te wijzen. Het kortste is hier Ter NeuzenHoe- dekenskerke, welke vaarweg echter de dubbele lengte heeft van de beide andere. Daarom zal een hoofdweg OostWest van Walsoorden tot Breskens over Ter Neuzen voor het snelle verkeer van groot nut zijn. Voor de middengroep is de richting West-Oost aan gewezen voor den hoofdweg, van Vlissingen over den Sloedam naar Goes en verder naar Noord-Brabant over den Kreekrakdam. Deze hcofdader zal met korte wegen in verbinding moeten staan met de voornaam ste overzetveren en wel voor Noord-Beveland te Wol- phaartsdijk, te Hoedekenskerke en te Hansweert voor Zeeuwsch-Vlaanderen. Ook de Noordgroep is aangewezen op hoofdverbin dingen van West naar Oost met Noord-Brabant. Voor Schouwen-Duiveland is toch in deze richting de over tocht over water, n.l. over het Zijpe bij Bruinisse, het kortste. Hier is op zijn plaats een hoofdweg van het Westen van het eiland over Brouwershaven, Zierikzee naar het Zijpe bij Bruinisse en verder over Sint- Philipsland naar de hoofdwegen in Noord-Brabant. Tholen zal, wanneer de ontworpen brug over de Eendracht tot stand gekomen zal zijn, daarmede een goede aansluiting aan het wegennet in Noord-Brabant kunnen verkrijgen. Om de bovenbedoelde hoofdwegen in den voor het tegenwoordig verkeer vereischten toestand te brengen, zal gedeeltelijk kunnen worden volstaan met het ver- breeden, rechter maken en over grootere breedte op moderne wijze verharden van bestaande wegen. Het maken van geheel nieuwe wegvakken zal daarbij ech ter tevens noodig blijken. De bestaande wegen zijn toch veelal zoo bochtig, dat zij bij de verbetering niet gevolgd kunnen worden. Waar zij door bebouwde kommen loopen, zou bovendien de verbreeding te kost baar werden. Bij die verbeteringen zal men op veel plaatsen dus gedwongen zijn de bebouwde kommen te ontgaan, wat geen bezwaar is, wanneer de nieuwe weg de kommen slechts dicht genoeg nadert. In de toekomst zullen tevens de veren zoo zijn in te rich ten, dat zij gemakkelijker en vlugger dan thans over brengen van voertuigen mogelijk maken. Een begin met de verbetering van het wegennet is met de verschillende werken, die aan den Rijksweg tusschen Middelburg en Goes in de laatste jaren zijn uitgevoerd en die reeds een belangrijke vooruitgang voor het snelle verkeer beteekenen, al vormen zij nog slechts een bescheiden deel van hetgeen in totaal zal moeten worden verricht. Gehoopt mag worden, dat de aanhangige Wegen belasting de oplossing van het probleem zal brengen, hoe aan de gelden voor de verbetering van het hoofd wegennet te komen. Daarnaast zullen dan echter ook voor de verbindingen van meer zuiver plaatselijke be- teekenis, waarop het verkeer door het tot stand komen van een goed hoofdwegennet nog sneller zal toenemen, zware eischen aan de kassen der kleinere lichamen als gemeenten en waterschappen worden gesteld. De uit gaven voor dit doel kunnen evenwel direct productief worden geacht; verwacht mag dan ook worden, dat de lagere besturen met de eischen des tijds rekening zullen houden, ondanks de verzwaring van lasten, die hiervan aanvankelijk veelal het gevolg zal moeten zijn. 't Goesche abattoir dat kómt er, na veel herrie en veel strijd, 't Raadsbesluit heeft vele neuzen van de burgerij verblijd. Want, nietwaar, de slachtplaatsluchtjes in 'de nauwe binnenstad, waren steeds een zeer onwelkom, weerzinwekkend reukwerkbad. Slagers brommen burgers juichen en na ongeveer een jaar, wandelt al het Goesche slachtvee naar het mooie abattoir.... Als in Goes vanaf September tot Augustus ongeveer, menschen dubieus genieten van de stadsgracht-atmosfeer.... als daar paartjes minnen moeten in den matten maneschijn, doch hun zoenensfeer gekruid zien met odeur héél ver van rein. als een ziekenhuisfapade singellucht slikt wijd en zijd, uit die zoogenaamde Muggen en Bacillen-Societeit. als het werkelijk mooi stadsbeeld luchtjes-afbreuk lijden moet, (want de singelbodems bergen den riolenovervloed) ....denkt men zeer onwillekeurig, dat een schoonmaak van dien plas, tegen volgend jaar December 'n mooie Kerstsurprise was. WILLEM TELL II. MOOI JANSJE. Mooi Jansje stoeng te julen, Ik zé: ,,wat schilt er, meid?" ,,Wè," zei ze, „zou 'k nie julen, Noe Kao un jongen eit. Noe stae ik glad alleênig, Gin mensch kiekt naer mien om. En öl de jonge jongers, Die ouwen d'r mè dom. Piet kriegt mien pepermentjes, Jan kriegt mien lodderein,

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1926 | | pagina 11