KERST- EN NIEUW]AARSGEBRUIKEN IN ZEELAND DOOR JAN VERMEER. IN onzen tijd weet de mensch zonder al te groote bezwaren zich door den winter heen te slaan. Maar voor onze verre voorouders was het koude jaargetijde elk jaar weer opnieuw een bron van velerlei leed en ellende, een angstwekkend maar onvermijdelijk schrikbeeld, een tijd waarin de toch al zoo harde strijd om het bestaan tot zijn uiterste felheid werd opgedreven. De zwakken en de ouden van dagen, niet in staat zich in voldoende mate te beschutten tegen de winterkoude, stierven, maar ook de sterkeren leden hevig onder de verschrikkingen van het grimmige jaargetijde. Hoe verlangensvol zagen zij uit naar het voorjaar, naar den tijd waarin de aarde weer zou ontwaken en opstaan tot nieuw leven, en de zonnewarmte het graan uit de aarde zou oproepen. Hoe blijde moet het hun te moede zijn geweest wanneer de dagen weer begonnen te lengen. Was het wonder dat ze het feest van den laagsten zonnestand vierden, het feest van het wentelen

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1926 | | pagina 30