KERSTNUMMER „ONS ZEELAND' 15 geheel op zichzelf staat. Dit merkwaardige, maar klaarblijkelijk hier en daar verminkte Kerstlied luidt als volgt De Heiland die is geboren Te Bethlehem op een Kerstnacht. Den oppersten koning van hierboven Is door een maagdeke groot gebracht. De maagd was moeder van het kindje, Klein van staat, maar groot van kracht. Ziet er de herders in de weide, Kom, ziet ze met haar kudde staan. Herdertjes, wilt u gaan verblijden, En wilt tesaam naar Bethlehem gaan, Om er den Koning te gaan bezoeken. Hij ligt hier in een armen stal. Hij ligt bewonden met linnen doeken, Hij is 't die ons verlossen zal, Verlossen van ons zaligheden, Verlossen van ons zaligheid. Daar kwamen drie koningen uit verre landen, Zij kwamen reizen met haar spoed, En deden daar een offerande Al aan het kindje Jezus zoet. Kindje Jezus, vol van waarde, Groote God en Middelaar, Hij is er gekomen hier op aarde Al met een zaligen ouwejaar. Eene ster die haar geleidde Tot zij kwamen aan den kant. En wat vonden zij met verblijden Menig zilver en ook goud. En dan ook met medelijden Kindjes in een beestestai Kindje Jezus, vol van waarde, Groote God en Middelaar. Hij is er hier gekomen op aarde Al met een zaligen ouwejaar. 4) 4) De tekst van deze Goesche liederen ontleende ik aan een art. van Mej. Dr. A. Ramondt in het Tschr. v. Nederl. Taal- en Letterk.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1926 | | pagina 35