4
ONS ZEELAND
stichtachtige vermeden wordt. Geen aparte slaapzalen,
geen pijnlijke scheiding tusschen echtparen, maar voor
deze, zoowel als voor alleenstaande personen, afzon
derlijke kamers en aan het hoofd een echtpaar, dat
weet mede te leven en leiding te geven aan dat groote
huisgezin.
De kosten voor een gebouw, ruimte biedend voor 25
personen, wordt geschat op 35.000.welk bedrag
men hoopt samen te brengen door het uitschrijven
van een obligatieleening door de gezamenlijke diaco
nieën op het eiland, hetzij uit eigen kas, hetzij in hun
omgeving bijeen te brengen.
Met groote meerderheid van stemmen is in principe
besloten tot het stichten van een dergelijk tehuis en
wel, zooals de voorloopige plannen zijn, in de om
geving van Noordgouwe-Schuddebeurs, een der mooi
ste, boschrijkste plekjes cp het geheele eiland.
Dit plan beveelt zich zelf aan en wel: le. omdat
de eventueele verpleegden in hun eigen landelijke
omgeving blijven; 2e. omdat de gezamenlijke gemeen
ten wel kunnen tot stand brengen, wat iedere gemeente
afzonderlijk niet kan; 3e. omdat uit de praktijk blijkt,
dat zelfs bij eigen kinderen de uitbesteding van ouden
van dagen hoe langer hoe moeilijker wordt en 4e. om
dat een vaste financiëele basis gevormd wordt door
de ouderdoms- en invaliditeitsrenten.
Een lichte en goed verwarmde woning, een dege
lijke verzorging, en al die kleine dingen, die het leven
van den eenvoudigen oude genoeglijk maken, is toch
zeker wel verdiend na een leven van gestadig moei-
zamen, vaak zoo eentonigen arbeid? Misdadig is de
geest die hem maar nauwelijks genoeg gunt om zor
gelijk en kommervol een troosteloozen ouden dag
te hebben.
De z.g. barmhartigheid van een verleden periode,
ook in de kerkelijke armenzorg, heeft bij breede lagen
van ons volk de gedachte gekweekt, dat het nog beter
is in een oud vervallen huis eigen baas te zijn, al is
het dan dat de honger en koude reeds vroeg in den
avond de taptoe blazen, dan overgeleverd te zijn aan
den gestichtstucht.
Wij beleven gelukkig een nieuwen tijd. Als wij
thans het woord armenzorg uitspreken, leggen we
niet meer het accent op arm, maar op zorg. Een Hil-
debrand van onzen tijd, die over „Keesje" zou schrij
ven, moet een ander figuur voor zich zien dan wijlen
Nicolaas Beets in z'n Camera Obscura!
X
Het vriendelijke stadje aan de Eendracht, waar
van in „Ons Zeeland" kort geleden zulke fraaie foto's
werden geplaatst, Tholen, heeft kans binnen afzien-
baren tijd zijn brug te krijgen, die in een lang, zeer
lang gevoelde behoefte zal voorzien en de verbinding
met den vasten wal vlugger en geriefelijker tot stand
zal brengen dan tot nu toe het geval was. Bij al
deze vreugde komt thans echter een beetje alsem
den smaak bederven. Wat staat te gebeuren? Het
kantongerecht gaat verdwijnen uit bezuinigings-oog-
punt. De Kantonrechter in dit Kanton heeft te weinig
te doen. Dat is toch nog zoo kwaad niet, zal men
zeggen. Wanneer de rechter het niet druk heeft, dan
is dat een bewijs dat weinig delinquenten voor de
balie moeten komen. Goed! Maar er komen er toch
geregeld, al is het misschien druppelsgewijze. Het
platteland, we weten dat hier bij ervaring met de
Zierikzeesche rechtbank, is weer het slachtoffer van
de bezuiniging en datzelfde platteland ondervindt het
ongerief hiervan. De inwoners van Tholen en St. Phi-
lipsland, zullen, als ze wat met den Kantonrechter te
maken zullen hebben, het behoeven nog geen over
treders te zijn, naar Bergen-op-Zoom moeten. Voor
de verst verwijderden, zij die te St. Philipsland hun
woonstede hebben, is het zeker een gróót ongerief,
wanneer ze naar Bergen, zooals men hier meestal
zegt, de reis moeten maken. Men moet dan via Steen
bergen; de inwoners van de dorpen op Tholen mogen
over Tholen naar de West-Brabantsche stad en de
inwoners van de stad Tholen mogen ook de Eendracht
over. Nu kan men wel gaan requestreeren, Kamer
leden in den arm nemen, stukken in de krant schrij
ven, het geeft allemaal geen zier. Bij ervaring weten
we dat. De minister van Justitie heeft gezegd: het
Kantongerecht te Tholen zal verdwijnen en de bezui-
nigingsmoLieven zullen zegevieren. M. d. P.
Vlissingsche emoties; de route van
de „Zeeland"; over de Potemkin-
film en art. 188.
Voor Vlissingen heeft de jongstverloopen week wel
vele en gedeeltelijk ook felle emoties gebracht.
Daar is in de eerste plaats de „blijde incomste" van
het burgemeesterlijk echtpaar; een gebeurtenis, welke
verreweg den meesten ingezetenen der Scheldestad
een aangename afwisseling bracht in het alledaagsche
gebeuren. De bij die gelegenheid aan den dag ge
treden sympathie tusschen burgerij en magistraat, over
en weer, is een verblijdend verschijnsel, dat ook den
buitenstaander weldadig aandoet.
X
Een emotie van geheel anderen aard is gewekt door
het bericht, dat het eindpunt der Vlissingsche mail
route is verlegd van Folkestone naar Harwich. Is ver
legd! Want er is niets meer aan te doen. Velen heb
ben daarin een aankondiging gezien van „het einde".
En in spijt van de uiteenzettingen in de dagbladen,
dat deze maatregel juist in het belang der Mij. „Zee
land" is genomen, opdat zij worstelend den ondergang
zou kunnen ontzwemmen; in spijt zelfs van de gerust
stellende verklaring van den Minister van Waterstaat,
dat de regeering de nieuwe regeling in het belang
achtte van de Maatschappij en van de provincie Zee
land; in spijt van dit alles, gevoelt men zich te Vlis
singen niet gerust. Men acht er en waarlijk niet