Hoe men elders lacht C'ude juffrouw: ,,Weet je zeker, conducteur, dat dit mijn bus is?" Een van de andere passagiers: „Nou, juffrouw, 't lijkt er heel veel op. (Passing Show). Wanhopig telefoon-abonné: „Mijn telefoon werkt al in geen maand meer en u hebt niet de minste notitie van mijn schriftelijke klacht genomen." Ambtenaar: „Zeker wel! We belden u op om inlich tingen, maar we kregen geen gehoor. (London Opinion). Dame (op zoek naar gemeubileerde kamers): „Neen, deze kunnen we niet nemen. Mijn echtgenoot is zoo ge voelig op dat punt, hij zou de meubelen als een persoon lijke beleediging beschouwen." (London Opinion). Sollicitant voor de betrekking van particulier secreta ris, die in de wachtkamer nog iemand ziet zitten: „Solli citeert U ook naar t baantje om dat ouwe fossiel te leeren hoe-i z'n zaken moet drijven?" De ander: „Neen, ik ben het ouwe fossiel zelf." (Passing Show). lante: „Maar je verloofde heeft zoo n klein inkomen. Hoe wil je daar van leven?" Annette: „O, we zullen heel zuinig leven. Een heele hoop dingen, die George niet dringend noodig heeft, schaf fen we af. (London Opinion). Shylock: „Lloe kan ik nou met hem optreden! Als ik m n pond vleesch eisch, barst immers de heele zaal in lachen uit! (Der Brummer, Berlijn).

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1927 | | pagina 15