FOTO-CORRESPONDENTEN ONS ZEELAND 13 en twee bejaarde meiden. Deze dienstbaren hadden sedert menschenheugenis daar gewoond. Den kleinen Peter hadden zij zien opgroeien tot een forschen breed- geschouderden boer, die het leed en de ziekten trot seerde zooals een krachtige eik de Westerstormen aan zich laat voorbijgaan. Hij had met niemand omgang en tot de huisgenooten sprak hij niet meer dan hoog noodig was om zijn bevelen te doen opvolgen. Peter werd een eenzame, die leefde voor het bezit. In een der vele kamers van het huis, waar zelden een vreemde den drempel overschreed, had hij na den dood van zijn vader een steenen kluis gebouwd, die in alle richtingen een halve meter mat. Het had hem uren van zware inspanning gekost om met zelf gehou wen steentjes en eigen toebereid cement een kleine, stevige kast te bouwen, doch dank zij een onverzette- lijken wil was hij erin geslaagd. Toen een dikke ijze ren deur zijn werk volledig had gemaakt, was hij op een middag beneden gekomen in de keuken, waar de meiden en de knecht hun middagmaal nuttigden, en hij had hen met enkele woorden medegedeeld, dat ze het niet moesten wagen ooit een stap in de kamer met de steenen kast te zetten. Want zoo oud als je bent, besloot hij, ik trap je eruit. Den anderen dag was hij op zijn wagen met twee paarden bespannen naar de stad in het dal gereden. De oude knecht had voor het vertrek een groote aard appelzak onder de linnenhuif gelegd, omdat Peter het zoo bevolen had. Peter was naar de bank gereden en toen hij laat in den avond terugkeerde, was de linnen zak bijna tot berstens toe gevuld met groote blanke daalders. In den nacht, toen de meiden slie pen, sleepten de baas en de knecht de zware vracht naar de kamer met de kluis. De oude knecht, die buiten adem was van het ongewoon-zware werk, had spoedig zijn bed opgezocht, doch Peter bleef den ge- heelen nacht bezig om de daalders in zorgvuldige sta pels tusschen de steenen wanden te bergen. Tegen het lichten van den dag was hij ermede gereed ge komen. Het geld lag nu al vele jaren in de kast, en na iede- ren oogst kwamen er nieuwe stapels bij. Als Peter zich ergerde of zorgen maakte over den stand der ge wassen op het veld, dan ging hij naar de kamer, ont sloot de plaats waar de daalders zich haast vermenig vuldigden en onderging de geweldige sensatie de rijk ste man in den omtrek te zijn. Voor geld koop je hemel en aarde, had zijn vader hem in zijn prille jeugd geleerd, en dit gezegde had hij vast gehouden. Bij de kortstondige ziekte, die den dood van den ouden boer voorafging, had Peter even verwonderd zichzelve afgevraagd waarom iemand met zooveel bezittingen ziek moet worden en misschien sterven, doch de moeite tot een antwoord had hij niet noodig geacht. De oude man werd begraven en vergeten. Met de moeder, een stille vrome vrouw, die aan tering be zweek, ging het niet anders. Peter leefde verder, zooals hij het gedaan had voor hun dood, gierig en slechts met den wil vervuld om een steenen kast van onder tot boven vol te stoppen met klinkende, blanke zilverstukken. Wegens uitbreiding van onzen foto-dienst worden in verschillende gedeelten van Zeeland FOTO-CORRESPONDENTEN gevraagd, die in staat moeten zijn goede opnamen van diverse gebeurtenissen in hun omgeving te vervaardigen Sollicitaties met opgave van verlangd honorarium te zenden aan de Redactie. Ill Voorts hebben we op veler verzoek besloten al onze lezers in de gelegenheid te stellen mede werkenden te worden aan onze foto-afdeeling. Wie een aardige foto van een aardig onderwerp heeft gemaakt zende deze aan de Redactie, die dan opname in „Ons Zeeland" overweegt. Voor inzendingen, die geplaatst worden ontvangt de inzender een verrassing, welke ongetwijfeld tot verdere mede dinging naar een plaatsje in ,,Ons Zeeland" animeeren zal. Vooral foto's van actueele voorvallen komen spoedig voor reproductie in aanmerking! Uitgever „Ons Zeeland". Na niet zoo heel veel jaren gelukte het hem niet nog één geldstukje aan de massa stapels toe te voe gen, zoo vol was de kluis. Op een morgen reed hij weer naar de stad en onder de linnenhuif van zijn wagen stonden nu drie tot den nek gevulde aardappel zakken met daalders. Hij wisselde het zilver in tegen goudstukken en stapelde deze op. Zilver had voor hem alleen nog waarde, omdat het kon ingewisseld worden tegen goudgeld. Jaren leefde Peter gelukkig, slechts vervuld van 't idee ééns de goud-glanzende kleine ronde schijven tegen het dak van de steenen kast te zien dringen. Hij kende geen ander verlangen. Peter werd grijs aan de slapen, toen zijn wensch in vervulling ging. Nadat hij het ontbrekende goud stuk aan den enormen schat had toegevoegd, was het of zijn hart bersten zou van vreugde. Zóó klopte het. Fluitend liep hij het huis uit, het erf over, naar het stille bergpad, dat naar het hoogste punt in den om trek leidde. Halverwege bleef hij staan, want er was een ont zettende gedachte in hem gewekt, die alle blijheid verbrijzelde. Hij wist plots, dat hij nooit een ander, kostbaarder en kleiner metaal kon vinden dat de goud stukken vervangen zou. De groote fcrsche boer voelde zich duizelig worden en hij moest tegen een boom leunen om niet te vallen. Van den berg kwam een klein meisje naar beneden wandelen, op bloote voeten en in een havelooze plunje. Het zong met een ver-klinkend stemmetje een lied, dat de herders des zomers zingen als zij de koeien hoeden. Peter keek het kind aan, en hield het staande met de vraag waarom het zoo vroolijk was. Het meisje haalde lachend een paar kousen achter haar rug van daan en zei: „Zie je, boer, die heb ik vandaag afge-

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1927 | | pagina 13