REffEÏÓ EM P0EDEL5 K WEET MET •V' - Zeeuwsche Reclame. ONS ZEELAND 10 Zeeland's glorie in den vreemde wordt voortdurend weer vermeerd en te Londen in 't bizonder, zeer geschikt gepropageerd. Engeland heeft zwak voor drachten, V. V. V. weet dat zeer goed, daarom zendt zij nu en dan eens Zeeuwsche boertjes toe ten groet. Zeeuwsche boeren en boerinnen zijn ,,the topic of the day", Londen filmt en kiekt en reikhalst, vindt het curious, lovely, gay. Lieve toetjes moeten lachen; Laugh please? Thank you! wéér een kiek, Zeeland lacht hier uit reclame zijne kaken bijna ziek. Londen's radio-programma was voor Holland treffend schoon: Zeeland zong zijn Zeeuwsche zangen door de Britsche microfoon. Tien minuten Zeeuwsche dansen lijkt niet veel toch zal 't misschien 'n zachte duizend uilebrillen, strakjes méér bij ons doen zien. 't Is in Goes, dat onze zangers weer teruggekomen zijn; 'n vreemdeling die moest toevallig nog wat wachten op zijn trein. Zijn de boeren hier, zoo vroeg hij, steeds zoo bleek in 't Zeeuwsche land? Nee meneer die menschen komen van een boot van d' overkant. WILLEM TELL II. De Vereeniging tot bevordering van het Vreemde- ingen Verkeer. het komt me voor, dat de gemeente, die hei uitverkoren verblijf voor het rentenierend en gepen- sionneerd menschdom vormt, het kleinood eener pro vincie is. Een behaaglijke stal voor allen, die met effectentrommel, couponschaar en (of) pensioenbrief uitstaande hebben, is voor een gewest wat het toetje is voor een maaltijd, het bandje voor de sigaar, de charleston voor een gekortwiekt meiske, de staart voor den hond. De gemeente der renteniers is voor iedere provincie de „fining touch", hij afwezigheid waarvan ze niet „af", niet compleet beschouwd moet worden. Wat zou Zuid-Holland zijn als het zijn renteniers- stad Den Haag moest missen, wat beteekende Gelder land zonder Arnhem, hoe zou men Noord-Brabant be schouwen als Breda morgen ophield te bestaan? Deze provincies zouden aandoen als huizen in de grondverf, als zeilschepen die er zich op laten voorstaan het zon der mast te kunnen stellen, als dwangbevelen der be lasting waarop de handteekening van den ontvanger ontbreekt. Dezer dagen peinzende over den rentenier, welk menschensoort ik zulk een goed hart toedraag, dat ik er niets op tegen zou hebben ettelijke tot mijn familie te moeten rekenen, bemerkte ik met schrik, dat Zee land in plicht jegens hen steeds te kort geschoten is. Onder de ik-weet-niet-hoeveel gemeenten telt het met één, die in onze provincie de functie van Den Haag in Zuid-Holland vervult; het kan geen plaats met bur gemeester aanwijzen, die in den levensavond van den rentenier de rol speelt van het brandende kaarsje m het korte ondermaansche bestaan van den vlinder. Natuurlijk, we hebben kloeke steden en fiksche dor pen binnen de provinciale grenzen, maar de stad of het dorp, waaraan Zeeland hét cachet zou moeten ont- leenen als hierboven bedoeld. ho maar! Dit overwegen en naar de pen grijpen teneinde te trachten Zeeland de plichtsverzaking onder oogen te brengen, waren voor schrijver dezes één. Vlammende woorden van protest werden op het blanke papier „ge smeten". Toen ik de aanklacht, bestemd voor het „Schavotje der lezers" in „Ons Zeeland overlas stónd de moquette van de toekomstige Zeeuwsche gemeente der renteniers als 't ware vóór me op de schrijftafel. Daar het pad van ingezonden-stukken-schrijvers niet altijd over rozen leidt, verwonderd het me met, dat een kwartier na beëindiging van het artikel, hetwelk Zeeland als provincie compleet ging maken, een der provinciale bladen het volgende bericht bracht: „Als een bijzonderheid kan gemeld worden dat de gemeente Cadzand herbergt: 1 oud-burgemeester, 3 oud-wethouders, 1 oud-secre taris 1 oud-ontvanger, 4 oud-ambtenaren van den bur gerlijken stand en 1 oud-veldwachter; vervolgens 2 oud-dijkgraven, 1 oud-ontvanger-griffier, 1 oud-voor zitter van een waterkeering en 1 oud-secretaris-ontvan- ger van een waterkeering." Hoewel ik niet wraakzuchtig ben, hoewel een schuit- kundige me verzekerd heeft, dat m n inborst zachtmoe dig en vergevensgezind is, kon ik niet nalaten deze spelbrekende tijding tot op den ruggegraat te ont leden. De resultaten der operatie mogen hier volgen: Ik, Ego, verdenk er Cadzand van een vereeniging te bezitten" die de waarde der reclame kent, en die het spreekwoord: „als er één schaap over den is volgen er meer", niet vergeten is.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1927 | | pagina 10