KtffER5 EU PltDElS De Zeeland=boot. 10 ONS ZEELAND De Axelsche spookgeschiedenis heeft al een heel prozaïsch einde gehad. Al die sensationeele verhalen schijnen ontstaan te zijn door het gedoe van een grappenmaker, die op Oudejaarsavond op den weg danste en allerlei koddigheden verkocht. Wel jammer voor hen, die bij hun conversatie wel behoefte hebben aan enkele griezelige spookverhalen. Z. V. Er voer eens een stoomboot vol pracht en vol praal geregeld van Vlissingen uit, zij voer door de Wielingen en het Kanaal en blies dan vol trots op de fluit. Zij voer langs het duinende Belgische strand en vlak langs de krijtrotsen heen; het Vlissingsche volk wees met trots op haar, want de boot en haar stad die zijn één. Toen zijn er veel groote meneeren geweest, zeer anti-die-route gestemd, die waren voor hun dividendjes bevreesd, gedachten de rok en het hemd. Ze zeiden: „Die zeeweg blijft niet meer bestaan." De boot hief bedroefd in haar want het sein van „Vaarwel" als een afscheid gedaan aan Wielingen, rotsen en strand. En Vlissingen slaakte een droevige klacht wacht bang en ook lijdzaam maar af", het vreest zoo, dat héél zijne stoombootdienst wacht op 't algeheel-opheffings-graf. Nóg fluit daar de stoomboot, trotsch vaart zij als ooit het Vlissingsche havenhoofd uit; de Hoogpolitiek zij gesmeekt dat zij nooit haar afscheid aan Vlissingen fluit! WILLEM TELL II. Natuurlijk had ik griep! Stel u voor, dat ik t niet zou hebben! Ik wil geen uitzonderingsmensch zijn. Ik heb geniesd en gerild en ik had hoofdpijn en pijn in al m'n ledematen en de thermometer wees op 39.9. gn hoewel ik ze wees op het besmettingsgevaar, kwamen ze toch bij m'n bed zitten, de lieve, goede vriendinnen. En ze brachten druiven en mandarijntjes en caramels en hoest-balletjes en eau de cologne en bloemen en ikO, ondankbare, keek ze met lod derige oogen aan en dacht: ,,Ik wou dat jullie ophoepelden!' Maar ik zei het niet, want mèn neemt je, wanneer je den treurigen moed hebt zooiets te zeggen, het hoogelijk kwalijk. Dus zweeg ik. Ik gaf ze korte antwoorden op hun vragen, sloot af en toe vermoeid m'n oogen en ze schenen dan toch op te letten, dat hun bezoek me vermoeide. Maar ze gingen niet weg. Weineen, ze hadden er nu hun middag voor genomen en ze bleven gezellig bij elkaar zitten, beschouwden mij verder als lucht en gingen de nieuwtjes van den dag bepraten. En 't waren er vele. Want Til, weet je wel, dat leuke vrouwtje van notaris Kwas er van door met den vioolleeraar van d'r dochtertje. En heb je gezien, dat Kitty V. dr haren verft? En de man van Annie L. moet fraude in zaken hebben gepleegd. Geen wonder ook, van z'n salaris kon ie geen bontmantels en juweelen voor haar koopen. M'n "hoofd deed zoo zeer en 't was of er lood op m'n oogleden lag. Vreeselijk om aan te hooren al dat gekwebbel over menschen die me niets interesseerden. Hoe konden ze! Deed ik daar anders ook aan mee? Plotseling, met iets van den humor, dien ik heusch heb als ik me fit voel, riep ik: „Lievelingen! Jullie hebt vergeten het bordje op te hangen!" Waarop ze allen in lachen uitbarsten en ophielden met roddelen". Kent u die uitdrukking, dames? Ik geloof, dat het een tooneelterm is, ik heb het tenminste veel door actrices hooren zeggen en. doen! Roddelen kwaadspreken. Spreekt u het eens uit, met een flinken druk op de eerste letter:rrroddelen! 't gaat zoo lekker over de tong!!! en daarom vind ik het zoo'n karakteristieke uitdrukking. Maar nu het verband met het bordje waar ik het over had. 't Was op een van de jours van een mijner vrien dinnen, toen we met ons allen zoo knusjes bezig wa ren verschillende sekse-genooten af te maken Ik had me even afgezonderd en was naar het bu reautje van m'n gastvrouw geloopen, had daar, zonder dat de anderen er iets van merkten en stuk karton ge nomen,het beplakt met wit papier, er iets op geschre ven, een gaatje in geprikt en er een touwtje door- getrokken. Toen ik thee ging schenken 't was mijn beurt hing ik het bordje boven de theetafel. De gastvrouw ontdekte het 't eerste. „Wat staat daar!" riep ze verbaasd. En alle hoofden bij elkaar spelden ze: No roddeling allowed 't Had wel succes, en ze snapten 'm onmiddellijk. We hebben toen allemaal zoo'n bordje gemaakt en 't werd opgehangen als er teveel gerrodeld werd.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1927 | | pagina 10