utum EN POEDEL*) Het Goesche Ziekenhuis. ONS ZEELAND 7 wiens taak bestaat in het eindeloos opmaken van in ventarissen, welke de ratten hem betwisten, 1 ver sleten veldwachter, die zichzelf tot commandant der N. V. politie-brandweer heeft geproclameerd, 1 arts, zich occupeerende met het enten van eikenboomen, 5 meesterlooze schoolkinderen, 1 op levenslang wacht geld zittende telefoniste, 1 journalist-stadsomroeper- afslager-makelaar-notarisje, 3 onuitroeibare jongemeis- jes van 57 tot 61, duizend stuks hoornvee, 20 Fords, 11 postduiven, 72 katten en 3 kanarievogels, Ik herhaal stel het u voor en zelfs al woont ge thans in een huis, dat de helft van zijn huur niet waard is, ge zult me moeten toegeven dat aan uw oog een droevig beeld voorbij trekt. Als ge het even hebt gade geslagen, nietwaar, voelt ge u geroepen uw hersens in te spannen teneinde voor het Zeeuwsche bevolkings vraagstuk een oplossing te vinden? Legde ik de vraag voor: Is het de lezers van ,,Ons Zeeland" bekend, dat de meeste plaatsen in onze provincie in zielental ach teruit tippelen. zoo ja. kunnen zij mij zeggen, welke de oorzaken hiervan zijn....", dan weet ik zeker, dat ik een rij van ontvolkings oorzaken in bezit zou krijgen, waarvan ik verreweg de meeste als juist zou moeten erkennen. De een o, ik ken dat schrijft: zoek het bij de landverhuizing naar Canada, de ander dringt me een ritsje lage land bouwprijzen op, een derde wijst met de duim naar het ontbreken van industrie, naar de slechte verbindings wegen met overig Nederland, of naar de Potemkin- film, nummer vijf vergeet de vermindering der geboor ten niet, de zesde stuurt me waarschijnlijk een blauwe knoop en een tractaatje over criminaliteit na den oor log en ster zeven om het daarbij te laten komt een schimplied op rijm op de onbewaakte overwegen ter plaatsing in overweging geven. Ik noemde daar de vermindering der geboorte, een van de ingezonden antwoorden, die bij een vernufts prijsvraag niet onder op het cadeaux-lijstje zou prij ken. We kunnen er omheen draaien of niet.... een feit is het dat de jeugdige wereldburgers wel een, en ander met de dreigende ontvolking onzer gemeenten uitstaande hebben. Merkwaardig is het, dat zij niet meer zoo op ons ondermaansche gebrand zijn als vroe ger het geval was. Hebben wij aan dit laatste niet eenige schuld, vraag ik me af, doen wij wel al het mogelijke om de jeugd van morgen de anti-pathie jegens den aardbol te laten verliezen? Na gelezen te hebben, dat in Groningen op den lOO.OOOsten inwoner van klein formaat naast de wieg een dik gemeentelijk spaarbankboekje ligt te wachten, moest ik toegeven, dat wij deerlijk in ge breke gebleven zijn. We hebben de mannen die eens onze voetstappen hopen te drukken een tikje verwaar loosd, en de gevolgen ziet men. Waarom zouden we dus niet eens naar Groningen kijken, de wijze les van het attractioneele spaarbankboekje ter harte nemen en deze toepassen op ieder tiende menschenkind, dat onze dorpen en steden huilend komt begroeten. We zouden verder kunnen gaan, omdat we ons niet tot een spaar bankboekje behoeven te beperken, Wat let ons de handen ineen te slaan, Zeeuwen, en wie weerhoudt ons van het voornemen voor iederen tiende adspirant- Zeeuw onze provincie tot een paradijs te maken. Bakkers moeten b.v. voor 25 jaar vrij brood toe zeggen, slagers dito vleesch, sigarenwinkeliers sigaret jes en pruimtabak (na 't 18e jaar), doktoren gratis behandeling, onderwijzers kosteloos onderricht, terwijl melkleveranciers en café-houders het samen op een accoordje moeten gooien. Zeeland moet voor iederen tienden wereld-aanvan- ger zóó verleidelijk worden, dat een tentoonstelling met een Ford voor iederen duizendsten bezoeker er niet aan kan tippen. Doen Ja? Over 100 jaar is ieder dorp in Zeeland een stad van beteekenis. EGO, (propagandist van het cadeau-stelsel). Nieuwe ramen, nieuwe deuren, die nog naar den schilder geuren, spiegelglad geboende vloeren, die op zwakke beenen loeren, groote zalen, keurig netjes, lange rijen witte bedjes, operatiezaal de hel, folterings-gezondheids-cel, die aan slachten denken doet, met een putje voor het bloed. Deftigheden kachelpijpen, sprekers, die ze éven knijpen, bloemenschikkende bloemisten, hanepoote-journalisten, fotografen die hun best doen, meisjes, kellners, die de rest doen, de verpleegsters stille krachten, die op zware taken wachten, taken met veel waterlanders, nu nóg helderder dan anders. Plechtige verzameling: klokslag zooveel: opening. Urenlange redenaties, felicita-, admiraties, eere-wijnen, die verlichten, al-maar lachende gezichten ....strakjes zalen vol met menschen, die weer wat gezondheid wenschen, die uit wanhoop niets meer zeien, menschen, die van pijnen schreien. Na dien feestelijken keer lacht men in dit huis niet meer. WILLEM TELL II.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1927 | | pagina 7