Echte Zeeuwsche Boterbabbelaars J. B. DIESCH' 14 ONS ZEELAND Op Campo Largo werd, als elk jaar, liet feest van den Schutspatroon van de Estanza gevierd, Ten ge volge van het verheven karakter van den dag, mocht de cantine van Don Luiz zich al vroeg in den ochtend in een druk bezoek verheugen. De Gauchos waren royaal met de peso-biljetten, waarvan ze toch overi gens niet al te ruim voorzien waren, met het gevolg dat er 's middags al een tamelijk drukke stemming heerschte. Toen al de bewoners op het groote plein der Estanza bijeen waren en de spelen, die ter eere van het feest gehouden zouden worden een aanvang zouden nemen met wedrennen in de lange, breede populierenlaan, verscheen er plotseling een vreemde ruiter, een man met een fijn besneden gezicht en forsche gestalte, die zich blijkbaar op een verre reis bevond. Zijn zadel- tasschen waren tot bovenaan toe gevuld en paard en ruiter waren met het witte stof van de Pampa bedekt. De vreemdeling verzocht gastvrijheid voor den komenden nacht en die werd hem bereidwillig toege zegd. Hij werd ook uitgenoodigd om aan de spelen deel te nemen en met een vermoeiden glimlach be loofde hij een paar Gaucho-kunsten te zullen ver- toonen. Daarop vroeg hij om een glas water. Enri queta, die in de buurt stond, bood direct aan om met hem mee te gaan naar de drinkfontein. Onderweg bab belde ze, zocals ze dat altijd deed, er lustig op los, maar toen ze bij de fontein kwamen werd ze plotseling stilze liet toe, ze begreep het zelf niet dat de vreemdeling die zoo spaarzaam was met zijn woor den, haar kuste. Toen opeens wist ze dat ze hem lief had. Dit gevoel was nieuw voor haar; toen vroeger mannen haar van liefde hadden gesproken wist ze niet wat zij bedoelden, maar nu begreep ze; het nieuwe, ongekende heerlijke gevoel verwarde haar: het was groet, beklemmend en mooi. Teen Pablo Sanchez, die bij de wedrennen overwin naar was gebleven, een poosje later langs de school kwam, zag hij tot zijn verbazing dat de vreemdeling met een sierlijke buiging de mooie Enriqueta een blin kend dolkmes met een kostbaar gouden, met-juweelen bezet gevest gaf en daarbij zei: Neemt u dit als aandenken, Senorita, het is een talisman die zijn bezitter beschermt, maar diens vijan den onheil brengt. Pablo Sanchez ontstak in een heftige, laaiende ja loezie en stapte zonder aarzelen op het tweetal toe. Hij keek den vreemdeling uitdagend aan en zei hem, dat het lassowerpen zoo aanstonds beginnen zou. Hij, Don Fernando (zoo noemde de vreemde zich), was toch zeker wel een handige lassowerper en zou dus toch zeker wel aan den wedstrijd deelnemen? Don Fernando glimlachte om de plompe uitdaging en verklaarde zich bereid de lassokunsten te vertoonen die de ander hem zou voordoen. Enriqueta echter keek peinzend voor zich: ze wist dat Pablo wijd en zijd in den omtrek als de beste lassowerper gold en ze was bang, dat de fijne Caballero te veel gezegd had en de kans van een beschamende nederlaag liep. In het ruime Corral renden een twintigtal paarden heen en weer, die men daar bij elkaar had gebracht MET ÜOUD BEKROOND Alleen echt met het merk J. D. CHOCOLATERIE „IN DEN ZOETEN INVAL" LANGE BURG C 110 MIDDELBURG Bestellingen boven f 2.50 franco Heeren Winkeliers vraagt prijsopgave en monsters om er de Gauchos hun rij- en werpkunst op te laten toonen. Pablo liet zich een lasso geven en betrad met Den Fernando het Corral; Enriqueta bleef buiten bij de toeschouwers. De eerste maal ving Sanchez een paard op doordat hij de lasso zoo handig wierp, dat het dier met de beide achterpooten erin verward raakte Don Fer nando glimlachte minachtend en deed het zonder moeite na. Na een paar andere kunststukken speelde Pablo zijn troefkaart uit. Hij kondigde aan dat hij vier paarden in één worp zou opvangen en bood aan ter stond honderd pesos te betalen als het hem bij den eersten worp niet gelukken zou. Dezelfde verplichting moest de vreemdeling op zich nemen. Die knikte en glimlachte weer, alsof hetgeen hij doen moest, niets cm 't lijf had. Pablo, die 'n beetje bleek om den neus geworden was, zwaaide een keer of drie, vier zijn lasso in 't rond, ging daarop op de teenen staan en gooide. Van de paarden die wild heen en weer gallopeerden in de Cor ral, had hij er vier te pakken. de worp was gelukt! Denderende bijval was het loon voor zijn bravourstuk. Nu kwam de vreemdeling aan de beurt. Allen keken vel spanning naar Don Fernando, die in zijn ruim- zittende Gaucho -bloeze van ruwe zijde, rustig stond toe te kijken en doodkalm nog een sigaret aanstak voor hij de lasso van Pablo Sanchez aannam. Daarop maakte hij zich gereed om de lasso te gooien. Met breede kronkels suisde het lederen snoer door de lucht. Een krachtige ruk. en in het volgend oogenblik sloeg Don Fernando achterover en viel op zijn rug op den grond. De lasso was in het midden gescheurd! Enriqueta gaf een schreeuw, wat daarop gebeurde was het werk van een paar seconden. Don Fernando sprong op, wierp een blik op de p'aats waar de lasso gescheurd was en zag dat er met een mes in het snoer was gesneden. Woest over deze laffe laagheid, trok hij zijn pistool uit den gordel om den doortrapten dader van deze gemeenheid zijn valsch- heid betaald te zetten. Maar Pablo Sanchez was hem al voor: nog voor het schot knalde, zonk Don Fernando, doorstoken door het mes van den Creool, zonder een woord ineen. De menigte verspreidde zich zwijgend: het was het trieste einde van een dag waarop zij allen hun feeste lijke verwachtingen hadden gevestigd. De mannen gingen haastig naar de cantine van Don Luiz, om de

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1927 | | pagina 14