4 ONS ZEELAND waren. De helft kreeg toestemming der ouders, die het juist moesten verbieden, omdat rookende knapen meestal bij hun niet rookende schoolmakkers ten ach ter komen. Waar de bevolking van Schouwen-Duiveland ver spreid over het eiland woont, was misschien de aan stelling van een districtsschoolarts de aangewezen weg, indien men tot de instelling van zoo n instituut zou overgaan. maar zoover zijn we nog niet gevorderd. M. d. P. Van een industrie in opkomst; de beteekenis van de „Zeeland"; de verpachting van het badpaviljoen; hartige woorden over de onderwijs- rekeningen, concurrentie in 't bun- kerbedrijl en een huisvlijttentoon- stelling. Onder patronaat van de Afd. Middelburg van de Nederlandsche Vereeniging van Huisvrouwen is op Vrijdag 28 Januari j.l. op de bovenzaal der St. Joris een tentoonstelling gehouden van kantwerk, vervaar digd door de Westkappelsche vereeniging „Het Molen wiekje". Daarbij werd door vier meisjes in Walcher- sche dracht een demonstratie in het kantklossen ge geven. De tentoongestelde kantwerken, waaronder zeer fraaie, zoowel van opvatting als van afwerking, lever den het bewijs, dat er met lust en volharding was ge werkt en dat deze tak van huisindustrie te Westkapelle op een levenskrachtigen stam is geënt. Waar nog kort geleden in het openbaar werd verkondigd, dat het met de vervaardiging van kant sterk bergafwaarts gaat, (voor Sluis van gezaghebbende zijde later weerlegd) daar doet het mijn Walchersche hart goed, den volke kond te doen, dat Westkapelle die bewering ook voor Walcheren logenstraft. Het gaat bergopwaarts. Er ont wikkeld zich hier krachtig en hoopgevend een totnogtoe op Walcheren onbekende industrie, het kantklossen. Het kan zijn nut hebben, hier het een en ander mede te deelen omtrent het ontstaan en de werkwijze van deze vereeniging. Op initiatief van Ds. Reus, Ned. Herv. predikant te Westkapelle, heeft mevr. Schutten-Putters uit Hoorn in Maart 1926 tot tweemaal toe aan 15 meisjes uit Westkapelle een cursus in 't kantwerken gegeven, welke cursussen hebben geleid tot het oprichten van ,,Het Molenwiekje" (naar een zeer aardig patroontje aldus genoemd). Deze vereeniging telt nu 37 leden en staat onder leiding van mevr. Engelbrechts. Deze werkt geheel pro deo; maar ook de leden doen dat, in zoo verre dat zij anderen te Westkapelle gratis helpen, om zich de techniek van 't kantklossen eigen te maken. Zij werken uitsluitend volgens patronen, ontworpen en geteekend door mevrouw SchuttenPutters en leve ren. dus een product, dat Nederlandsch is van oor sprong. Die motieven zijn niet ongelijk aan de Sluische; terwijl de bewerking zich kenmerkt door groote dege lijkheid. Om te voorkomen, dat de kant als handels waar aan de markt komt, waardoor allicht de prijs aan schommelingen (ten gevolge van de financieele be hoefte der werksters) onderhevig zou zijn, werken zij uitsluitend op bestelling van mevr. SchuttenPutters, die door haar relaties altijd orders weet machtig te worden. Volgens de kantwerksters, die ik daarover ondervraag, is haar arbeid loonend, meer dan breien of naaien. De organisatie dezer werksters in een Ver eeniging leidt natuurlijk tot coöperatief inkoopen der grondstoffen en tot leverantie daarvan tegen lage prijzen. Ik eindig met alle lezeressen aan te sporen bij deze Vereeniging eens kant te bestellen en een echt-Neder- landsche industrie te steunen. Was de wensch niet al te stout, ik wenschte, dat menig Zeeuwsch dorp Westkapelle's voorbeeld volgde. X De heer H. M. Peeters was dezer dagen 25 jaren badmeester in de badin richting te Middelburg. X Ten bewijze, dat de Vlissingsche Mailroute voorziet in een behoefte en als aanduiding van hoe groote be teekenis de booten der „Zeeland" zijn voor het inter- naionaal verkeer, worde hier meegedeeld, dat Zondag 30 dezer met de mailboot niet minder dan 1500 zakken brieven meekwamen. Deze toevloed week zóódanig van het gewone quantum af, dat de mailtrein eerst na een klein uur vertraging kon vertrekken. X Omtrent de verpachting van het badpaviljoen, waar over in den Vlissingschen raad reeds zooveel is te doen geweest, is men het onder de vroede vaderen eindelijk eens geworden. Burgemeester en Wethouders zijn met het voorstel gekomen: een gedeelte ervan in gebruik te geven aan den Kunstkring „Het Zuiden" en het an dere gedeelte in het openbaar te verpachten, en de Raad heeft zich ten slotte met dat voorstel vereenigd. Daarbij is echer van de zijde van het Dagelijksch Be stuur te kennen gegeven, dat met de belangen van den gedupeerden heer Mol rekening zou gehouden worden en niet a priori den hoogsten inschrijver het paviljoen zou worden gegund. Op een desbetreffende vraag, fpr? N *^5}. rr" 1

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1927 | | pagina 4