PEEEEP5 EN POEDELS V ONS ZEELAND Fusillade-Ballade. 7 burg tusschen twee families op een Zondagmorgen plaats had. Met stokken en een degen ging men elkan der te lijf en een gewonde moest zelfs van 't slagveld worden weggedragen. Instellingen als van den Volkenbond (arbitrage, ge rechtshof enz.) waren hier zeker noodig geweest en hadden heilzaam kunnen werken. Z. V. Eenige dagen geleden sprak ik met een van de meest vooraanstaande dans-leeraressen. Haar instituut wordt bezocht door de upper ten. Natuurlijk kwam ons gesprek op de Charleston en Black-Bottom. „En wat zegt u er wel van?" vroeg ik haar. „U, die toch de dansen van een tiental jaren terug zoo gra cieus wist in te studeeren en te leiden." Ze weifelde even. ,,Ik vind ze affreus!" zei ik, om haar aan te moedi gen. „Al dat trappen, schoppen, bungelen is me een gruwel!" ,,Ja, kijkt u eens," zei ze wat voorzichtig. „Men hoeft de Charleston niet op die manier te dansen. In mijn instituut wordt de flat-Charleston geleerd en nie mand kan zeggen, dat in die manier van dansen iets kan zijn, dat aanstoot geeft. Wat niet wegneemt, dat ik de Charleston èn de Black-Bottom heel leelijk vind en ze beschouw als uitwassen." „Maar waarom leert u ze dan Wanneer u ze schrapt op uw instituut, dan zal dit juist de menschen aan 't denken brengen." Ze lachte een ironisch lachje. „Gelooft u dat heusch? Dan kent u het publiek niet. Of u onderschat de Charleston-rage. De menschen willen die twee ongracieuse dansen leeren en kunnen ze dit niet op mijn instituut, dan gaan ze naar een ander. In een tijd, waar de dans-leeraren als padde stoelen uit den grond verrijzen, moet men wel mee doen, al is 't ook met tegenzin." „Maar is er dan niets of niemand te vinden waar door er een einde gemaakt wordt aan dit akelig gedoe „Danst u ze zelf?" vroeg ze fijntjes. „Ja," zei ik blij. Ik ben ze juist gaan leeren, om mijn tegenstanders te ontwapenen, die me altijd toe riepen „Leer ze nu eerst zelf en oordeel dan". En ik blijf volhouden, dat ik al dit decadent gedoe af grijselijk vind. Ik sta hierin niet alleen, hoopen ken nissen van me denken er net zoo over en verlangen naar de terugkeer van de mooie dansen van weleer." Haar oogen begonnen te schitteren. „Wilt u gelooven," zei ze, „dat ik er naar kan snak ken de heel oude dansen in te studeeren, de Menuet, de Gavotte, de Pavane." „En de wals, de goede oude wals," vulde ik aan. „O, maar die is er weer. In mijn instituut wordt al sinds verleden jaar weer de gewone wals, zonder tier'antijntjes, gedanst." „Dan zijn we toch, dunkt me, op den goeden weg." „Neen," zei ze beslist, „dat zijn we niet, zoolang dansen als de Charleston en Black-Bottom gedanst worden door jong èn oud! En wie weet, wat ons na die twee te wachten staat, het parool van dezen tijd is immers: hoe gekker, hoe beter!" „Er moet iets op te vinden zijn," zei ik peinzend. „Er is iets op te vinden," zei ze langzaam. „En het moet uitgaan van de vrouwen. Door alle tijden heen hebben de vrouwen getoond, dat, wanneer ze maar sterk willen, ze de macht in handen krijgen. Laten het de vrouwen zijn, die de oude dansen in eere her stellen. En de mannen, wanneer ze weer oog krijgen voor de gratie van lijn en gebaar, zullen vanzelf volgen." Het zij zoo. E. B. B. Jong geluk, mystiek belicht door J anuari-maneschijn, wetend (momenteel tenminste) clkaar's eigendom te zijn; Zondagavondscharrelstemming, hoofden innig aan elkaar, zachtjes pratend van de toekomst, liep absent een Axelsch paar. Ach, waarom moest die idylle zoo meedoogenloos vermoord en dit feest in Amor's tuinen in één oogenblik verstoord? Door de lucht van liefde trillend klonken schoten bijna raak: het symbool voor deze menschjes van mésalliance-wraak. 't Was haar vader, de gevreesde, met zijn spuit; hij mikte wèl, hij beschoot zijn kind, haar liefde, zoo'n beroerde Willem Teil. Niemand werd gekwetst, tenminste geen physieke pijn ontstond, maar vier tranen-oogen zeiden, dat de Liefde werd gewond. Inbraak, schietpartij en spookgeest schijnt daarginder ruim gezaaid; is te Axel of omgeving de Potemkin soms gedraaid? WILLEM TELL II.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1927 | | pagina 7