Eerste inbreker: ,,Hei je honger Piet? Hier vind ik een busje sardientjes." Tweede inbreker: ,,Daar hebben we niets aan. We heb ben immers geen mesje om 't open te maken." (Passing Show Neef (schrijvend): Lieve beste tante Marie. Ik dank u hartelijk voor de prachtige vulpen. Dat was nu juist wat ik graag had." „Vervloekt prul 't lekt!" (Passing Show.) Tante (die 'n neefje op visite heeft): „Ik laat je nu even alleen spelen met je timmerdoos, Tommy. Denk er aan dat je dat gereedschap niet op de meubelen probeert!" Tommy (opgetogen in zich zelf): „Da's 'n idee! Daar had ik nog heelemaal niet aan gedacht." (Punch.) Zoontje van den kruidenier: „Vader kom-es gauw, winkel is vol volk (London Opinion. de „Laetitia schijnt het vreeselijk koud te hebben." „Ja, en als mijn nieuwe bontmantel intijds gekomen was, zou ik 't nu ook koud hebben." (Passing Show.) Aspirant huurder: „Kijk eens! Er groeit mos op den muur." Makelaar: „Wou u voor zoo'n huurprijs soms orchi deeën hebben?" (Sydney Bulletin.)

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1927 | | pagina 16