f-
Onze Parfums.
10
ONS ZEELAND
Ten Westen van Reimerswaal lag het kasteel van
Lodijke, waar als een machthebber zetelde, den heer
Adriaan van Lodijke, Heer van Reimerswaal, die in
den omtrek zijn bevelen uitdeelde. Het was een
strenge Ambachtsheer, voor wien al zijn onderhoori-
gen beefden. Hij was gehuwd met een zeer zacht
zinnige vrouw, en wat haar man te kort schoot in
liefde tot zijn naaste, vergoedde Vrouwe Johanna van
Lodijke, door haar zachtmoedigheid en weldoen, zoo
dat men terwille van haar, veel in haar man verdroeg.
Op den gemelden 5den November was er groot feest
op het kasteel, een doopfeest ter eere van de pasge
boren zoon. De maaltijd staat aangericht en de gasten
schikken aan. Zilveren bekers en kristallen glazen
wisselen elkander af, de schotels met de Lodijksche
wapens zijn zwaar verguld; zij schitteren en fonkelen
in het licht, ze schitteren voor de laatste maal op het
Kasteel van Lodijke.
Aan het hoofdeinde troont de Kasteelheer. Hij zit
daar in zijn volle heerlijkheid in zijn triumph
maar hij heeft het hoogtepunt van zijn glorie bereikt.
Er heerscht een opgewekte, losse, vroolijke toon
aan tafel. De gerechten gaan rond en de geur van
de fijnste visch en van het heerlijkste wildbraad ver
vult de zaal. Er wordt al drukker gesproken, de
edelste wijnen fonkelen in de glazen. Men hoort niet
den storm die buiten loeit, men kijkt slechts naar
dans en luistert naar de muziek der minstreelen.
Doch terwijl het gedruisch in de feestzaal luidruch
tiger wordt, als wilde ze het gebrul der storm over
stemmen. wordt plotseling de deur open gewor
pen en stormt, met gescheurde kleeren en beslijkte
haren, een onderhoorige de zaal binnen, regelrecht op
den burchtheer afIn een oogwenk verstomt het
rumoer en aller oogen wenden zich plotseling naar de
plaats, waar de ongenoode gast, met zijn somberen
blik, staat. Men gevoelt het, er is iets gebeurd.
,,Te hulp Heer!" zoo klinkt het door de zaal, „te
hulp! Er is grooten nood! De dijk bij Lodijke is be
zweken en het water stroomt door het gat onze pol
ders binnen! Zend uw werkvolk ter hulp, Heer.
Men schrikt op van deze tijding en ontsteld ver
laten eenige de feestzaal. Woedend is de Heer van
Lodijke over deze stoornis. Het gevaar dringt niet
door tot zijn verhitte brein en hoogmoedig klinkt het:
„Geen nood, mijne gasten! Geen zorg op mijn kasteel!
Geen werkvolk zal door mij naar den dijk worden
gezonden! Zal ik de Schelde tegenhouden en ze in
haar werk belemmeren? Immers ze werkt nu voor
mij! Ze helpt mij een haven te graven naar mijn kas
teel". en een drinkbeker met zijn wijn opheffend
„Een dronk aan mijn wakkere helpster de
Schelde
Ontzet luistert men naar deze verwaten taal, doch
ze stelt de gasten niet gerust en ze verdwijnen, om
zich persoonlijk op de hoogte te stellen. Ze verdwij
nen bijtijds, want de „wakkere helpster" naderde met
rassche schreden, alles voor zich uitstuwend, de mu
ren van het Kasteel, en ternauwernood kon de am
bachtsheer van Reimerswaal met zijn vrouw zich op
een vlot redden, om in Bergen op Zoom zijn levens
dagen te eindigen. De woeste Schelde-golven ver
richtten hun vernielend werk, overal jammer bren
gende. Als de andere vluchtelingen, die zich nauwe
lijks konden redden, den anderen morgen den omtrek
overzien, weten ze niet of ze waken of droomen
sommigen twijfelen aan hun verstand. Waar is
Lodijke? Waar is Tolseinde en Steenvliet? In ver
schillende richtingen rijzen de spitsen der kerktorens
op, uit de diep-grauwe wateren; nu hun metalen
mond is verstomd, schijnen ze de hand omhoog te
trekken, smeekende om erbarming.
Ginds schemeren daken; daar steken de stukken
van het kasteel te Lodijke boven het water uit. Welk
een aanblik biedt die nieuwe zee....
Uit Reimerswaal snelt men te hulp, de schrikmare
was hun in de straten reeds tegemoet gekomen en
naar de ringmuren der stad ijlend, staren zij op de
woeste baren, die ook reeds hun stad naderde. Toch
werd hun stad dien 5den November nog gespaard,
doch het omliggende land was verloren. ver
zwolgen.
Wordt vervolgd.)
Een goed gekleede vrouw is niet altijd een goed
geparfumeerde vrouw.
Het kiezen van een parfum is niet zoo heel ge
makkelijk.
Er moet overeenstemming zijn tusschen de vrouw en
haar parfum. De zachte, licht-geurende odeur is voor
de blonde, têere vrouw. De donkere, demonische, mag
een sterker parfum gebruiken.
Kent u „Ie charme d'orsay" of „Quand vient 1 été
van Guerlain? Beide zijn zachte parfums
„L'apres l'ondée" eveneens van Guerlain, is veel
sterker.
„Fétiche" van Piver is ook zacht van geur, terwijl
„Dans la nuit" een zwoele parfum is, die doet den
ken aan Oostersche harem-vrouwen.
Al deze parfums zijn heel duur, ongeveer van acht
tot veertien gulden per fleschje en vaak nog veel
duurder.
Er is een parfum, dat van een zeldzame welriekend
heid en. zeer goedkoop is, maar u kunt dit slechts
in één zaak in Parijs krijgen.
Wellicht kunt u bij een bezoek aan de heerlijke
lichtstad er zelf op af stevenen, anders belast u er
een of ander, die er heen gaat, mee.
Het parfum heet „Pois de Senteur", en u kunt het
koopen bij Salomé, Place de l'Opéra 8.
In dezelfde zaak kunt u alle mogelijke kleuren
poudre krijgen. per ons!
Vervolg op bladz. 12