10 ONS ZEELAND Uit den worstelstrijd der Zeeuwen teekenen we ook aan den dag van 26 Januari 1682. Op dien datum triumpheerden de golven wederom. Hoewel er steeds met groote zorg aan de dijken was gewerkt met alle, in deze tijd dienstige middelen, de kokende zeeën spotten er eenvoudig mede. Niet de dijken, maar de zee was heer en meester. Overal sloegen gaten in de dijken en brullend en loeiend en kokend en bruisend stroomde het water, alles voor zich uitdrijvend, niet minder dan 75, zegge vijf en zeventig polders in. Toch mocht het de taaie Zeeuwen gelukken ze mee- rendeels weer aan de zee te ontwringen, zij het dan dat de schade lang gevoeld werd. Ook 22 November 1801, doch vooral 14 en 15 Januari 1808 was weer een dag van emotie. Geheel Zeeland kreeg enorm schade. Vooral de Kruiningsche Polder moest het ontgelden. 30 groote en kleine Hof steden stonden tot aan de nokken in het water. Meer dan 1000 inwoners bekwamen groote schade. Het leg gen van den nieuwen dijk kostte 525.000. En dit was dan nog maar van 1 polder. In 1825 deed de zee weer een aanval en met succes. Zestien duizend en zeven en vijftig gemeten kostbaar land, stroomden onder en waren voor de eerste jaren weer bedorven, gezwegen nog van de enorme schade. Schreef ik ten onrechte hierboven „Worstelend Zee land"? (Wordt vervolgd.) .het komt me voor, dat het Zeeuwsch-Vlaander- sche dorp Overslag dezer dagen een ontdekking ge daan heeft, die tot groote dingen in de gemeentepoli tiek kan leiden. Toen de vorige week Dinsdag de eerste raadsvergadering in dit jaar was afgeloopen, heeft men heel gezellig den pot verteerd, in casu het door de raadsleden ontvangen presentiegeld. Men had botje bij botje gelegd, een lid gaf een paar konijnen, een tweede aardappelen, een derde boter, een vierde weer wat anders en zoo kon men goedkoop een souper aanrichten. Men had het gezelschap nog wat uitge breid en ook de twee notabelen van het dorp den hoofd onderwijzer en den gemeenteveldwachter aan tafel genood. Al smakkende en slurpende geraakten de kleine vee- ten en oneenigheden van het afgeloopen jaar op den achtergrond en er ontstond, vooral tegen het einde van de smulpartij, de groote verbroedering, de ideale saam- hoorigheid, welke voor de welvaart van een gemeente lijke huishouding de eerste voorwaarde is. Weinige gemeenten in onze provincie en ook elders kan aan het Overslagsche gemeentebestuur een waar voorbeeld nemen, en men zal er goed aan doen de niet- gepatenteerde, maar daarom niet minder groote, ont dekking van Overslag in de toekomst op ruime schaal toe te passen. Wat weerhoudt onze gemeenten het precentiegeld op, laten we zeggen, 7.50 per zitting te brengen en een verordening in het leven te roepen, die bepaalt dat deze som niet in contantes, doch in vaste en vloeibare consumptie na iedere openbare raads vergadering vereffend moet worden in een besloten zit ting? Niets of niemand! Geen sterveling in den poli- tieken hemel zal zich er tegen verzetten als hij denkt aan de gevolgen der toepassing van de subliemste uit vinding van 1927. Want: Welke mogelijkheden opent zij? Worden de gemoe deren der raadsleden door een of andere kwestie ver hit, nemen de debatten een Russisch of Coreman's tintje aan, dan tikt de voorzitter stilte en stelt aan de orde tot aan het presentiegelden-souper de onder havige en verdeelende kwesties te laten rusten. Bij de biefstukken en konijntjes, in de omgeving van dop erwtjes, appelmoes, gebakken aardappelen en de Bourgogne zal het geschilpunt blijken een zaak te zijn die maar één kant heeft, vooral als zorg wordt ge dragen haar aan te snijden, wanneer reeds meer dan de helft der beschikbare flesschen door den concierge ledig naar het gemeentearchief zijn getransporteerd. Met tranen in de oogen zullen de uiterste partijen el kaar gelijk geven, het dessert kan getuige zijn van een daadwerkelijke algemeene verbroedering, van een ede len strijd in het zich wegcijferen. Blijkt een enkel raadslid, ondanks de in het vooruitzicht gestelde be sloten eet-zitting, recalcitrant en continueert hij zijn dwarsdrijverijen, dan kan de voorzitter in vereeniging met den concierge herhaling van een dergelijke hou ding voor een volgende vergadering voorkomen, door den opstandige de taaiste beetjes op zijn bord te spelen of door hem nietwaar, ook een concierge- kellner kan wat over het hoofd zien meerma'en met den wijn te negeeren. De betrokkene moet al heel wei nig Zeeuwsch zijn als hij in dat geval zijn politieke leven niet gaat beteren. Hebben de gemeentebesturen bovendien nog het inzicht om het Overslagsche systeem te vervolmaken, door inplaats van den schoolmeester en den dienaar der politie de bevolking van de perstribune voor de besloten zitting uit te noodigen, dan kan men er zeker van zijn, dat er geen onverstandig woord meer over de lippen der Edelachtbaren zal vloeien. Het verwarde politieke leven zal een fraai boek worden en de kiezers zullen met bewondering en ontzag voor de daden van den raad vervuld zijn. Vermoedelijk zal Overslagsche uitvinding (die een waar ei van Columbus is) een geheele ommekeer in het politieke leven van ons Vaderland teweeg brengen, daar behalve de gemeenteraden, de provinciale staten, en de beide Kamers haar spoedig zullen toepassen. Verwacht kan worden dat Overslag dezer dagen een druk bezoek zal genieten van de voorzitters van diverse colleges, die vóór de toepassing in eigen boezem op studiereis naar Zuidelijk-Zeeland trekken. En is het systeem algemeen ingevoerd, dan daalt Vervolg op bladz. 12

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1927 | | pagina 10